Zerotolerancebeleid moet nieuwe schandalen voorkomen. Het tast echter ook de vaderlijke band aan tussen bisschop en priester. Met als gevolg minder vertrouwen en een verminderd psychologisch welzijn.
In de VS heeft een uitgebreid onderzoek, uitgevoerd door Gallup, uitgewezen dat het tegenwoordig niet heel goed gaat met het psychologisch welzijn van de katholieke priesters. Let wel, het peil van hun welzijn ligt nog altijd aanzienlijk hoger dan dat van de bevolking in het algemeen. Maar in vergelijking met vroegere jaren is het gedaald. Van de 3600 priesters die op de bevraging geantwoord hebben, verklaarde 45 procent dat zij ten minste onder één symptoom van burn-out hadden geleden. (Onder burn-out rekenen we hier uitputting, lusteloosheid, cynisme.) Waaraan zou dit te wijten zijn?
45 procent verklaarde ten minste onder één symptoom van burn-out te hebben geleden
In vroegere onderzoeken was al gebleken dat er ook veel burn-out voorkwam bij de clerus van andere denominaties. Dat was toe te schrijven aan de toenemend seculiere cultuur van de samenleving, aan de ervaren onmacht bij het besturen van de kerkgemeenschap en aan de afnemende participatie aan het kerkelijk gebeuren. En uiteraard heeft het uitbreken van de pandemie niet geholpen.
De data laten uitschijnen dat bij de katholieke priesters het lid zijn van een persoonlijke gemeenschap een opmerkelijke rol speelt. Daarbij verwijzen ze spontaan naar de steun die ze genieten van vrienden, familie en parochianen. Priesters die tot een congregatie of een orde behoren, stellen het beter dan zij die tot een bisdom en vooral dan zij die tot een groot bisdom behoren. Daar is de vertrouwensrelatie met de overste, in casu de bisschop, zwakker en de gevolgen laten zich voelen. In 2022 had van de ‘religieuze’ priesters 67 procent vertrouwen in hun oversten, van de diocesane priesters slechts 49 procent. Het vertrouwen in de Amerikaanse bisschoppen in het algemeen stond op een laag pitje: slechts 24 procent van de priesters kon dat opbrengen.
Het afbrokkelen van het vertrouwen tussen een priester en zijn bisschop leidt tot een afnemen van zijn welzijn met 11,5 procent. Dit cijfer lijkt niet dramatisch groot maar het wijst op een tendens. In 1993 verklaarde 55 procent van de priesters dat zij vertrouwen hadden in de besluitvorming door hun eigen bisschop. Dat cijfer steeg tot 63 procent in 2001. Maar in dat jaar brak de “priest abuse crisis” uit. In 2022 was het percentage gedaald tot 49 procent. Pijnlijk is dat de bisschoppen zelf de zaken heel anders zien. Die verkeren in de mening dat zij aan hun priesters de nodige steun zullen bieden wanneer die daaraan behoefte zouden hebben.
Wat er gebeurd is, laat zich gemakkelijk raden. Het afkondigen van de strenge maatregelen van het in 2002 door de Amerikaanse bisschoppen afgesproken “Dallas Charter”, de zero-tolerance policy die geen tweede kans wil laten aan misbruikers, krijgt de steun van de grote meerderheid van de priesters omdat het gericht is op de bescherming van de zwakken en de vertrouwensrelatie met het publiek herstelt. Niettemin vindt 40 procent van hen dat het Charter strenger is dan noodzakelijk; niet minder dan 82 procent vreest vals beschuldigd te worden van misbruik. Men zal tegenwerpen dat deze vrees misplaatst is en dat valse beschuldigingen zeldzaam zijn. Maar ze komen voor en vaak genoeg om er bevreesd voor te zijn. Kortom, vele priesters menen dat het Charter de relatie met hun bisschop gedepersonaliseerd heeft en van hun kerkelijke overheid bureaucraten en rechters heeft gemaakt veeleer dan de vaders en broeders. Men mag zeggen dat op hun manier ook de priesters te zien zijn als (weliswaar onrechtstreekse) slachtoffers van het misbruikschandaal.
Dit Amerikaanse verhaal, grotendeels ontleend aan een artikel in “America Magazine”, leert ons iets over het dilemma waarmee bisschoppen ook in onze streken te worstelen krijgen. Hoe verzoen je de vaderlijke welwillendheid, die traditioneel de relatie tussen bisschoppen en hun priesters beheerste, met de rechterlijke gestrengheid die vele bisschoppen thans willen nastreven? En dat terwijl priesters zo sterk afhankelijk zijn van het bisschoppelijk gezag? De kerkelijke leiders zitten gevangen in een waarachtig dilemma. De gelovige gemeenschap mag hopen dat de leiders hun vermogen tot onderscheiding aanscherpen en niet al te vlug overhellen naar één van de beide hoorns van het dilemma.
Foto door Mateus Campos Felipe via Unsplash
De foto dient als illustratie en de mensen op de foto hebben geen (bij de redactie bekende) relatie tot het onderwerp.