Annieke van Dijk vond geen voldoening in de “spiritualiteit van het hoofd” waarmee ze opgroeide. In een stilteretraite laat ze Jezus haar een vraag stellen: wat zoek je? Daarvan is ze onmiddellijk in tranen.
Ik ben opgegroeid in een gereformeerd nest. Bidden bestond in ons gezin vooral uit formuliergebeden die mijn vader aan het begin en einde van de maaltijd uitsprak: “O, Vader, die al ’t leven voedt, kroon onze tafel met uw zegen…”. Heel goed herinner ik mij dat ik als kind al een verlangen had naar “God”. Het voelde voor mij alsof ik “dorst” had en sterk verlangde naar een “drank” die heel mijn dorst zou lessen.
Als ik nu terugkijk denk ik dat die “dorst” in die tijd niet gelest werd, omdat de spiritualiteit van mijn jeugd vooral een spiritualiteit van het “hoofd” was. Wij “leerden” over God en over de Bijbel. Op de middelbare school kwam ik in contact met mensen van Youth for Christ en begon ik naar koffiebars te gaan. Daar werd verteld dat het mogelijk was om een persoonlijke relatie met God te hebben. Ik ging toen zelf de Bijbel lezen en probeerde te bidden, maar het bleef toch meer iets van het “hoofd” dan dat het mijn gevoelens raakte.
Op een gegeven moment was het alsof ik op mijn schouder werd getikt
Toch waren er verrassende momenten, die ik duidelijk ervoer als “van God”. Eén van de belangrijkste die me bijstaat is wat ik als mijn “roepingservaring” zie. Ik werkte al meerdere jaren als arts en daarnaast had ik contact met migranten, vooral uit Arabische landen. Langzamerhand ontstond het verlangen in mij om die twee bij elkaar te laten komen, om mijn medische kennis ten dienste te stellen van de Arabische medemens. Maar het meest voor de hand liggend was om dan naar een Arabisch land te verhuizen. Een enorm grote stap!
(tekst gaat door onder afbeelding)
Ik had dan ook allerlei “ja-maren”. Die heb ik in die tijd allemaal opgeschreven en net als koning Hizkia uit het Oude Testament voor God neergelegd. En wonderlijk genoeg werden in de maanden daarna één voor één al die bezwaren weggenomen, soms door ontmoetingen met mensen, soms door een preek in de kerk… En toen op een gegeven moment was het alsof ik op mijn schouder werd getikt, zo van “dan kun je nu dus gaan!”. Ik wist toen diep van binnen “daar moet ik op ingaan!” En uiteindelijk heb ik twintig jaar in het Midden-Oosten gewoond en gewerkt.
Dezelfde maand dat ik naar het Midden-Oosten afreisde, vertrok een Engels echtpaar, Joyce en David Huggett, naar Cyprus, waar zij stilteretraites gingen aanbieden aan expats zoals ik. Geïntrigeerd door het concept “retraite” besloot ik tijdens een vakantie naar Cyprus te gaan voor mijn allereerste stilteretraite. Ik weet nog precies wat Joyce, die mij begeleidde, me als eerste “opdracht” gaf. Ze zei: “stel je eens voor dat jij oploopt met de twee discipelen van Johannes de Doper, die achter Jezus aan gaan (Johannes 1: 35-39), en dat Jezus zich naar jóu omkeert en aan jóu vraagt: “wat zoek je?” Van die vraag was ik onmiddellijk in tranen. Het feit dat Jezus zich naar míj omkeerde en míj die vraag stelde, ontroerde me zeer!
Het feit dat Jezus zich naar míj omkeerde en míj die vraag stelde
Dat was voor mij het begin om andere manieren van bidden te leren, zoals “bidden met de Schrift”, waardoor mijn hoofd en mijn hart bij elkaar werden gebracht. Dat heeft me enorm goed gedaan en ik kan zeggen dat het me door hele moeilijke tijden heen geholpen heeft. Door die ervaring groeide het verlangen om zelf getraind te worden om anderen te begeleiden op retraites en als geestelijk begeleider. Via Joyce Huggett kwam ik op het spoor van het “Internship for Spiritual Accompaniment” op Loyola Hall (voormalig retraitecentrum van de Jezuïeten in Engeland). Het “internship” begon met de dertigdagenretraite, de geestelijke oefeningen van Ignatius van Loyola. Dit werd een indrukwekkende ervaring waarin vooral de liefde van God me diep raakte.
In de jaren daarna zijn ook andere manieren van bidden op mijn pad gekomen, die mij hebben verrijkt, zoals bibliodrama en bibliodans. Vooral de laatste liet me ervaren dat beweging me helpt in het luisteren naar wat zich van binnen aandient en in het reageren daarop.
Ik merk dat nu ik ouder word mijn gebed stiller geworden is. Er is een soort rust, een basisvertrouwen gegroeid, waar minder beelden en woorden nodig zijn. Bidden is nu meer een “zijn” in de stilte, een “zijn” in Gods aanwezigheid. Dan blijf ik vaak stilstaan bij één enkel woord of zin, zoals bijvoorbeeld vandaag bij “mijn lichaam voelt zich veilig en beschut” uit Psalm 16, en luister ik naar wat zich van binnen aandient.