Professionals in de gezondheidszorg verzetten zich massaal tegen regelzucht en verzameldrift. Van de politiek en de zorgverzekeraars eisen zij vertrouwen in hun vakbekwaamheid. Hun pleidooi vindt ook buiten eigen kring weerklank.
In de nacht van 11 maart 2015 – het was bijna vijf voor twaalf – plakte huisarts Peter de Groof, gesecondeerd door enkele sympathisanten, met pleisters het Manifest van de bezorgde huisarts op de glazen deur van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in Den Haag. Het kleine groepje bondgenoten dat elkaar toevallig via sociale media had leren kennen, protesteerde daarmee tegen de groeiende macht van de zorgverzekeraars en was het over één ding eens: het roer moet om. In hun ogen is het Nederlandse zorgverzekeringsstelsel sinds 2006 de koers kwijt.
Het manifest is gericht aan de belangrijkste actoren van dat stelsel: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Edith Schippers, plus vertegenwoordigers van de politiek en de zorgverzekeraars. Het manifest stelde politiek en verzekeraars de volgende drie eisen:
1. Haal de huisarts uit de greep van de mededingingswet en herstel ‘samenhang door samenwerking’ als leidend principe in de eerstelijns zorg.
2. Samenwerken en onderhandelen alleen op gelijkwaardige basis. Landelijk én regionaal. Dus geen schijnonderhandelingen meer met de zorgverzekeraar.
3. Toon vertrouwen in de deskundigheid van de beroepsgroep. Stop dan ook de grenzeloze verzameldrift van nutteloze data.
Op het moment dat ik dit schrijf, veertig dagen nadat de dokters het manifest op de deur van het Ministerie hebben geplakt, is het door ruim 7.500 huisartsen (van de 11.345 huisartsen in Nederland) en een kleine 17.000 sympathisanten onderschreven en hun aantal groeit nog steeds. Dat grote aantal sympathisanten is merkwaardig, want in zijn toelichting op de eisen van het manifest getuigt de opsteller weliswaar van persoonlijke betrokkenheid, maar de inhoud is nogal specialistisch.
Meer visie en bevlogenheid, in plaats van buigen voor beroepsbestuurders
Wat meer tot de verbeelding spreekt is zijn mondelinge toelichting: “Net als de studenten in het Maagdenhuis ageren wij hiermee tegen het doorgeslagen rendementsdenken.” Dat herkenden de docenten en studenten ook die streden voor meer democratie en participatie in het bestuur van hun universiteit en er in slaagden hun beroepsbestuurder te verdrijven. “Ze zoeken nu iemand die denkt en doet in samenspraak met de studenten en de docenten”, liet hun woordvoerder weten.
In steeds meer sectoren ontluikt een nieuwe lente in Nederland, zo lijkt het. Veel professionals zijn de bestuurlijke winter beu. Meer visie en bevlogenheid van onderop, in plaats van buigen voor beroepsbestuurders die denken en handelen in termen van productiviteit en rendement.
Al die mensen die zich met de kennis van hun opleiding, de kunde van hun vakbekwaamheid en het inzicht van hun ervaring inzetten voor de publieke zaak, zullen begrijpen waar het manifest op aanstuurt. Zij hebben net als de huisartsen een beroep dat betaald moet worden met publieke gelden. Zoals ook in het onderwijs, bij de politie en de brandweer. Die mensen zijn er uit zichzelf al van doordrongen dat zij kostenbewust moeten handelen, dat zij moeten kunnen samenwerken om iets voor anderen te bereiken en dat zij elkaar dus moeten kunnen vertrouwen, wat niet lukt als zij elkaar als concurrenten op de markt zouden moeten zien.
Ook bij die beroepsgroepen zien we ondertussen steeds meer spanningen ontstaan tussen de calculerende bestuurders en de professionals in het veld. Er staan ons nog interessante ontwikkelingen te wachten.
Paul Koch was ruim dertig jaar werkzaam als neuroloog en psychiater in een psychiatrisch ziekenhuis en bij instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking. Van 1961 tot 1970 was hij jezuïet.