Professor Patrick Goujon wordt als kind regelmatig misbruikt. Na jaren verdringing wordt hem duidelijk waar zijn rugpijn vandaan komt. Mark Rotsaert las het boek dat hij er over schreef en vertelt hier Goujons verhaal.
Patrick Goujon, professor in ignatiaanse spiritualiteit aan het Centre Sèvres – de jezuïeten Faculteiten in Parijs – werd als kind regelmatig seksueel misbruikt door een parochiepriester in Verdun, de stad waar hij woonde. In het boek Misbruik Kan Niet (Franse titel: Prière de ne pas abuser) beschrijft hij welke gevolgen van het misbruik hem meer dan veertig jaren hebben getekend.
Reeds als kind kreeg Goujon last van pijn in de rug, waarvoor de dokters geen uitleg vonden. Tientallen jaren is hij in Parijs behandeld geweest door specialisten. De geneesmiddelen die hem werden opgelegd werden steeds zwaarder, maar zonder resultaat. Tot de specialist die de behandeling stopzette, hem vroeg: ‘Mag ik zorg voor je dragen?’ en hem verwees naar een pijnkliniek.
Mag ik zorg voor je dragen?
Toelaten dat anderen ‘zorg voor je dragen’ is een van de rode draden in het genezingsproces, tot het besef groeide dat hij ook zelf zorg moest dragen voor zichzelf. In die pijnkliniek werd hij vooral geholpen door ‘oor-acupunctuur’, ook al voelt hij zich van nature niet aangetrokken tot de alternatieve geneeskunde.
Maar het hielp hem. Een doorbraak kwam er toen hij zich realiseerde dat hij het misbruik al die jaren ontkend had, verdrongen.
Op een keer ergerde hij zich mateloos aan de ontkenning van een onrechtvaardige behandeling van een collega binnen de Faculteit. Toen openden zich zijn ogen. Hij heeft natuurlijk niet bewust gekozen om zijn misbruik te ontkennen. Ze was als het ware samen met de pijn van het misbruik meegegeven. Die ontkenning behoedde hem voor nog meer pijn, maar het gaf ook de bedrieglijke zekerheid dat het voorbij was terwijl het kwaad verder voortwoekerde in zijn lichaam.
Allerlei vragen kwamen nu in hem op: Is het wel echt gebeurd? Hebben anderen iets in mij vermoed, wat gezien? Hij vroeg aan een collega-priester uit Verdun of hij pastoor N. had gekend? Het antwoord was alleen maar: ’Oh, die pedofiel’. Dat was voldoende, hij had dus gelijk.
Maar hij bleef nog alleen met zijn vragen. Hij zou moeten leren zachtjes aan in zich toe te laten wat hij liever niet wilde weten. Hij voelde dat hij erover moest spreken. Met wie? De bisschop van Verdun? Een psycholoog? De procureur? Het zou niet makkelijk worden. Een klacht indienen was niet vanzelfsprekend, maar het maakte dat je er niet langer alleen mee zat. Bovendien, de precieze feiten moeten beschrijven – het had iets kouds, maar zorgde er ook voor dat hij het een beetje van zich af kon zetten. De zaak bleek verjaard en Goujon was er nog niet klaar mee.
Hij voelde nog altijd de gevolgen in zijn lichaam. Van een bevriende priester uit Verdun vernam hij dat pastoor N. op het secretariaat van het bisdom werkte, ver van kinderen. Gevoelens van haat en schaamte maakten zich van hem meester. Tot op een dag een politie-inspecteur op die gevoelens reageerde met: ‘Maar u bent toch priester.’ Zijn antwoord kwam onmiddellijk: ‘Ik geloof in God’.
Vanaf zijn kinderjaren voelde hij zich aangetrokken tot God en wilde hij priester worden. Die aantrekking was altijd gebleven, verdiept zelfs. Maar de God in wie hij geloofde was geen almachtige die alles kan wat wij niet kunnen. Hij geloofde in de God die zich aan Mozes bij het brandende braambos bekend maakte. De woorden: ‘Ik heb de ellende van mijn volk gezien en ik kom het bevrijden’ (Ex 3,7-8). Dat was voldoende, zoals ook de woorden uit de profeet Jesaja: ‘Hij zal het geknakte riet niet breken’. (42,3). Dàt was de God die hem overeind hield. Die God gaf zin aan zijn leven als priester, als jezuïet.
Moest hij dan de dader niet vergeven? Hij voelde zich machteloos, zo schrijft hij. Niet dat hij niet kon vergeven, niet dat hij niet verlangde om hem te vergeven, maar machteloos, zo voelde hij zich. Hij realiseerde zich wel dat elk verlangen om zich te wreken niet leven gevend zou zijn. In zijn machteloosheid richtte hij zich tot God in de hoop dat die de dader wel zou willen vergeven.
Het verhaal eindigt gelukkig niet in wanhoop. De liefde van zijn vrienden toelaten heeft Goujon verder geholpen in zijn genezingsproces. Zeker omdat hij die ook wederzijds ervoer. Die vrienden waren tenslotte óók een beeld van God. Met grote dankbaarheid denkt hij ook terug aan zijn psychologe. In de laatste bladzijde van het boek schrijft hij over de vreugde die hij teruggevonden heeft na jaren pijn, strijd, gevoelens van haat, schaamte en machteloosheid.
Misbruik Kan Niet, Patrick Goujon, Uitgeverij Halewijn
Foto: Unsplash/boekcover van Uitgeverij Halewijn