Crisis, vervuiling, terreur … Wie bevrijdt ons van onze angsten? Enkele lessen van de leerlingen van Jezus.
We praten er niet zo veel over, maar tussen de regels door komt het duidelijk naar voren: angst wordt in toenemende mate de motor van ons handelen en het sturingsmechanisme van onze beslissingen. Mensen zijn bang. Grote bewegingen walsen over hen heen zonder dat zij zich daar tegen kunnen verdedigen. Er is angst voor de migratie richting Europa. Angst voor de groeiende macht van het Oosten. Angst voor terreur en terroristen. Angst om ons milieu dat vervuilt en bedreigend wordt. Angst voor de volgende crisis. Angst om onze veiligheid. Angst omdat we de onmacht zien van de politiek om oplossingen te bewerken. Angst omdat de problemen alleen maar groter lijken te worden en de mensen cynischer, agressiever, intoleranter.
Angst groeit omdat we menen er alleen voor te staan. Individualisme en secularisatie zijn juichend omarmd als bevrijdende krachten, maar ontpoppen zich vaak als broedplaatsen van eenzaamheid. En wie alleen is in een globaliserende, steeds sneller veranderende wereld voelt de kille dreiging van de onveiligheid en wordt bang.
Na de kruisiging zijn de apostelen, de vrouwen, de leerlingen van Jezus ook bang. Zij houden de deuren van hun verblijfplaats gesloten uit vrees voor… Zij zijn hun Heer, hun leidsman kwijt. Zelfs zijn lichaam is weg en “wij weten niet waar ze hem hebben neergelegd”. Ze zitten midden in het gevoel er nu alleen voor te staan. Ze lijken wel bij elkaar, maar zij geloven elkaar niet meer. Wat de vrouwen zeggen wordt als kletspraat terzijde geschoven. Thomas is er niet en gelooft het getuigenis van zijn vrienden niet. Ze zijn bang, want ze zijn alleen.
In de verrijzenisverhalen klinkt het als refrein: Wees niet bang!
Net zo bang en alleen als toen die nacht in die boot op het meer. Zonder Jezus optornen tegen de storm. Toen Jezus naar hen toe kwam meenden zij een spook te zien. Jezus zei hun: “Wees niet bang! Ik ben het.” Dan wil Petrus naar hem toe. De onveiligheid van het water woog niet op tegen de veiligheid die Jezus voor hem was.
In de verrijzenisverhalen klinkt het als refrein: Wees niet bang! De engel zegt het tegen de vrouwen. Jezus zegt het tegen de vrouwen. Jezus zegt het tegen de leerlingen. Alleen bij Johannes klinkt het als: “Ik wens jullie vrede!” Tot driemaal toe klinkt die vredewens, en vrede is het tegenovergestelde van angst. Als Jezus in hun midden staat zijn de leerlingen verheugd en weer één rondom hun Heer.
Maar Jezus blijft niet bij hen. Hij verdwijnt uit hun zicht.
“Het is goed voor u dat ik heen ga”, had Jezus gezegd. Ze moeten mét elkaar alleen verder. Ze kunnen niet langer meeliften op de alles beheersende persoonlijkheid van Jezus. Maar hun geloof in de levende Heer laat hen nooit meer in de steek. Er wordt een helper beloofd, de Geest van Jezus. Matteüs is het ondubbelzinnigst in de verwoording van dat geloof: “Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van de wereld.” Dat zijn bij hem de laatste woorden van Jezus. Het geloof in de Heer die leeft en bij ons blijft alle dagen kan ons ook vandaag bevrijden van onze angst en vleugels geven om moedig welk bedreigend probleem ook aan te pakken.