Evenwichtige, lichtvoetige kunst versus woest en zwaarmoedig iconoclasme: kunsthistoricus Peter van Dael zet het religieuze werk van Henri Matisse af tegen dat van Arnulf Rainer.
Dit jaar zijn tentoonstellingen gewijd aan drie kunstenaars die in hun werk ook christelijke thematieken aanroeren: Berlinde De Bruyckere in het Haagse Gemeentemuseum, Henri Matisse in het Amsterdamse Stedelijk Museum en Arnulf Rainer in het Cobra Museum in Amstelveen. De tentoonstelling van De Bruyckere in Den Haag is inmiddels voorbij, bovendien is in Ignis kort geleden al over haar geschreven. Ik beperk mij daarom tot Matisse en Rainer.
In het Stedelijk Museum worden schilderijen van Henri Matisse (1869-1954) geconfronteerd met werk van tijdgenoten. De laatste zalen zijn gewijd aan zijn knipsels, waarvan De parkiet en de zeemeermin van 1952-1953 uit de eigen collectie een hoogtepunt is.
Matisse gebruikte de knipseltechniek ook bij de totstandkoming van de muurdecoraties, de glas-in-loodramen en de kazuifels van de door hem ontworpen Rozenkranskapel in Vence in de Provence.
De door Matisse ontworpen Rozenkranskapel in Vence.
Bij de inwijding van de kapel op 25 juni 1951, waarbij de toen 82-jarige kunstenaar wegens ziekte niet aanwezig kon zijn, liet hij een brief voorlezen waarin de volgende zinnen voorkomen:
Dit werk vergde vier jaar intensieve arbeid… Het is de culminatie van heel mijn werkende leven. In weerwil van de imperfecties beschouw ik het als mijn meesterwerk.
In deze brief noemt hij zijn kapel “het resultaat van een leven gewijd aan een zoektocht naar de waarheid”. Bij een andere gelegenheid zei de kunstenaar: “Ik wil dat zij die mijn kapel betreden zich gezuiverd voelen en bevrijd van hun lasten.”
Deze uitspraak ligt in de lijn van wat hij met zijn schilderijen voor ogen had. In 1908 omschreef hij dit al als volgt:
Een evenwichtige, zuivere, rustgevende kunst zonder verontrustende of zorgwekkende onderwerpen… een kalmerend middel voor de geest, vergelijkbaar met een goede leunstoel, waarin je kunt bijkomen na lichamelijke vermoeienissen.
Is de kapel in Vence te beschouwen als het werk van een ‘bekeerde’ kunstenaar? Toch niet, zo blijkt uit het getuigenis van zijn trouwe assistente madame Lydia, die hem hielp bij de totstandkoming van de kapel. Zij zag hem als een vrijdenker. Picasso, die het maar niets vond dat Matisse zich met de kapel bezig hield, kreeg van hem te horen: “Ik weet niet of ik geloof of niet geloof. Misschien ben ik eerder een boeddhist. Het is wezenlijk te werken in een geestelijke gesteldheid die niet veel verschilt van de geest van gebed.”
Tegenover de blijde kunst van Matisse staat het zwaarmoedige werk van de Oostenrijkse schilder Arnulf Rainer (1929). Hij is vooral bekend vanwege zijn Übermalungen, overschilderingen. Werk van hem zelf, foto’s of reproducties worden op expressieve wijze overgeschilderd of overgetekend met kleurvegen en lijnen, aangebracht met de kwast of met de hand, totdat de oorspronkelijke voorstelling bijna of helemaal verdwijnt. Het zijn destructieve, iconoclastische daden, waardoor echter nieuwe kunst ontstaat. Rainer creëert zo het nieuwe uit het oude.
Op deze wijze heeft hij tijdens zijn hele artistieke loopbaan ook kruisen bewerkt. Hij beschildert stukken hardboard die in kruisvorm zijn samengevoegd. Soms brengt hij applicaties aan van bijvoorbeeld kleine crucifixen. Hij maakt ook overschilderingen van reproducties van beroemde voorstellingen van de gekruisigde Christus.
Übermalungen van Rainer.
Hij maakte al deze monumentale kruisen niet in opdracht en niet voor kerken, maar uit eigen aandrang. Het is geen belijdeniskunst en hij heeft er geen missionaire bedoelingen mee. Hij wil er ook geen uitleg bij geven. Wel zegt hij zelf dat ze “uit zeer persoonlijke wortels stammen”:
De aanleiding was een persoonlijk gevoel van verbijstering … over het idee van het kruis.
Waarom gaat hij de kruisvorm en soms ook de afbeelding van de gekruisigde Christus zo te lijf? Hij doet dit naar eigen zeggen omdat de “geïdealiseerde Christusbeelden voor de toeschouwer veel te vertrouwd zijn geworden. Zij kunnen de opdracht die zij oorspronkelijk hadden, niet meer vervullen… Na verloop van tijd zijn zij louter kunstvoorwerpen geworden.” Hij wil het traditionele beeld weer tot een sprekend en verbijsterend teken maken.
De tentoonstelling De oase van Matisse is t/m 16 augustus 2015 te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam. Meer informatie: website museum.
De tentoonstelling van Arnulf Rainer is t/m 30 augustus te zien in het Cobra Museum Amstelveen. Meer informatie: website museum.