De film In grazia di Dio is even religieus – en even weinig religieus – als een Mariakapelletje langs een Italiaanse kronkelweg. Een bespreking.
Wie deze zomer thuis blijft, maar graag naar Italië had willen gaan, heeft nu een uitgelezen kans om voor de prijs van een bioscoopkaartje iets van het land te zien en zijn inwoners te leren kennen. In de meervoudig bekroonde film In grazia di Dio van regisseur Edoardo Winspeare glijdt de camera met een liefhebbende blik over de kust en de binnenlanden van Leuca (Puglia) aan de Middellandse Zee, waar de zon schijnt en de wind het gras streelt op de velden. Olijfbomen, kronkelwegen tussen stenen scheidingsmuurtjes, pittoreske pleintjes en in elke bocht een Mariakapelletje. God is een vrouw in Zuid-Italië, de Madonna, maar helaas zijn de mannen er zelden als de heilige Jozef. Zelden…
De eerste twintig, dertig minuten kan de vraag opkomen waar het verhaal naartoe gaat, hoe het zal eindigen, wat de boodschap is. Die vraag is een bekoring waarop geantwoord moet worden zoals de Maagd Maria deed, toen de engel kwam vertellen dat ze zwanger zou worden van God en een zoon, de Verlosser zou baren, namelijk: “Oké, laat maar gebeuren”.
Maar om dat te kunnen zeggen is nederigheid nodig, zoals de pastoor aan de aspirant-actrice Maria Concetta inprent. Zij is één van de vier vrouwen om wie het allemaal draait; haar broer verdwijnt snel uit zicht, weggedreven door de economische crisis, en haar ex-zwager Crocefisso belandt ook al spoedig aan de marge van het drama. Maria Concetta dus, haar verbitterde zus Adele, hun moeder Salvatrice, die kalm blijft onder alle omstandigheden, en Adele’s losbandige tienerdochter Ina, die ervan droomt om rijk te worden en nooit te hoeven werken.
Werk is er overigens nauwelijks in de streek en geld ook niet. Het familiebedrijf gaat over de kop, de vrouwen moeten hun witgestucte huisje in het dorp verkopen en verkassen naar een opslagruimte van de bevriende boer Cosimo.
De onbevangenheid stelt ons in staat om de ‘genade Gods’ van de titel aan het werk te zien
Het is daar, op het platteland, in het boerenbedrijf, dat de wanhopige Adele bij een beeltenis van de Madonna toegeeft dat ze het niet meer redt; dat is zo dicht bij een vraag om hulp als ze kan komen, zij, altijd hard, altijd kritisch, altijd vechtend. Onmiddellijk daarna lijkt de engel te verschijnen in de persoon van de postbode, maar heel blij is de boodschap niet die hij brengt. Ook voor Maria Concetta is er nieuws, en voor Ina, en voor mama Salvatrice.
Laat maar gebeuren: dat is de geestesgesteldheid waartoe Winspeare uitnodigt. Misschien ons buitenlanders nog meer dan zijn landgenoten, die de woorden, gebaren, beelden veel beter zullen verstaan dan wij, die er maar twee uurtjes van een zomeravond komen vertoeven.
Maar misschien is het juist die onbevangenheid die ons in staat zal stellen om de ‘genade Gods’ van de titel aan het werk te zien in een film die even religieus – en even weinig religieus – wil zijn als een Mariakapelletje langs de weg. Zal de Madonna zich religieus hebben gevoeld, toen de engel haar kwam vertellen van haar zwangerschap, of eerst en vooral vrouw, beminde en moeder? De oude Cosimo, die misschien nog het meest op St. Jozef lijkt, maakt duidelijk dat voor echt belangrijke zaken als de liefde niet te veel mooie woorden moeten worden gebruikt. Een blik en een kus zijn al genoeg.
‘In grazia di Dio’ is vanaf 2 juli 2015 te zien in de Nederlandse bioscoop, en vanaf 27 juli 2015 in de Belgische bioscoop.