Over Maria’s ouders, geboorte en jeugd staat niets in de Bijbel; toch kennen we er allerlei verhalen over met een Bijbelse bijklank. Aflevering 2 van onze zomerserie over Maria.
Maria’s geboorte wordt gevierd op 8 september. Niet alleen in de Latijnse kerk van het westen. Ook in de oosters orthodoxe kerken. In de Bijbel wordt er niets verteld over de omstandigheden waaronder Maria ter wereld kwam, laat staan op welke dag in het jaar. Hoe komen we aan die datum? Op een 8e september ergens in de 6e eeuw werd in Jeruzalem een Sint-Annakerk ingewijd. Sint Anna was de moeder van Maria. De kerk was gebouwd op de plek waar Maria ter wereld was gekomen, zo meende men. Vandaar.
Anna bevalt van Maria. Illustratie uit de de Neurenbergkroniek, 1493.
Dat maakt het raadsel alleen nog maar groter. Waar komt die Sint Anna vandaan? Daarvoor moeten we terug naar de 2e eeuw. Dat is de tijd dat de kerkvaders, de theologen van de eerste eeuwen, druk bezig zijn met de vraag hoe men de persoon van Jezus moet omschrijven. Was hij God? Was hij mens? Maar God kan toch geen mens worden? Net zo min als ijzer hout kan worden, of water lucht. Was zijn menselijke gedaante slechts schijn? Pas in het jaar 325 komt men tot de slotsom dat hij God en mens tegelijk was. En dan nog zijn de discussies niet verstomd. Integendeel.
De plek van Jezus’ moeder, Maria, komt daarbij slechts zijdelings ter sprake. Zeker in de begintijd van de 2e eeuw. Met name wordt benadrukt dat zij maagd is op het moment van Jezus’ geboorte. Dat was nog nooit vertoond. Wel kent het Oude Testament een reeks vrouwen die aanvankelijk onvruchtbaar zijn, en alsnog een kind krijgen. We mogen aannemen op de normale biologische manier. De omgang van de echtelieden in de hoop op een menselijkerwijs gesproken onmogelijke bevruchting, wordt zo een daad van geloof.
De maagdelijke geboorte duidt erop dat Jezus én God én mens is
Hoe anders zal dat bij Maria in zijn werk gaan. Zij is maagd; van bevruchting door een man is geen sprake. Zodat men straks van Jezus kan zeggen dat hij weliswaar was geboren uit een vrouw, maar in haar door goddelijke inwerking verwekt. Dat duidt erop dat hij én God én mens was. Aldus de theologen.
Intussen verschijnen er heel andere teksten op de christelijke markt. Verhalen. ‘Evangelies’ worden ze genoemd; of ‘Handelingen’. Ze verschaffen nadere informatie over de personen uit de vier evangelies. Ze worden ‘apocrief’ genoemd of ‘niet-canoniek’: niet behorend tot de officiële lijst (‘canon’) van Bijbelboeken, maar gretig voorgelezen, aanhoord en verder verteld. Volstrekt ondoorzichtig op welke bronnen ze terug gaan.
Icoon: Joachim, Anna en Maria.
Eén van de beroemdste is het zogeheten ‘Proto-Evangelie’ (‘Vóór-Evangelie’) dat op naam staat van Jezus’ broeder, Jacobus. Die naam is ongetwijfeld gekozen om het geschrift des te meer geloofwaardigheid te verlenen. Maar geleerden zijn het er over eens dat het om een vroeg geschrift gaat. Zeer waarschijnlijk van halverwege de 2e eeuw. Daarin wordt uitvoerig verteld over Maria’s ouders; haar geboorte; haar jeugd; hoe zij verloofd raakt met Jozef; over de wonderlijke omstandigheden waaronder het kind Jezus geboren wordt.
We beperken ons tot de verhalen die leiden tot Maria’s geboorte. Haar ouders heten daar Joachim en Anna. Twee namen, ontleend aan het Oude Testament. Joachim is genoemd naar de rechtvaardige man uit het boek Daniël, gehuwd met de godvrezende Susanna; Anna (of Hanna) naar de moeder van de profeet Samuël. Zij is aanvankelijk onvruchtbaar. Als ze een kind krijgt, zal ze het aan God toewijden, zo belooft ze. Dat doet ze inderdaad. Als de kleine Samuël drie jaar is, staat ze het kind af aan de priester in het heiligdom.
Zijn dit smeuïge verhalen over Bijbelse bekendheden, zoiets als bij ons Privé, Story of SBS 6?
Ook van Maria’s ouders wordt dus verteld dat ze aanvankelijk onvruchtbaar zijn. Wanneer Joachim als trouwe gelovige een offer komt aanbieden, wordt het botweg geweigerd. Geen kinderen betekent dat God je straft. Dan heb je in zijn heiligdom niets te zoeken. Joachim trekt zich beschaamd terug tussen de herders in Bethlehem. Intussen maakt Anna zich thuis ongerust. Een engel komt haar troosten: “Jullie gebed is verhoord. Je zult een kind krijgen.”
Anna belooft het aan de Heer toe te wijden. De engel maant haar naar de Gouden Poort te gaan: “Daar zult u uw man aantreffen. Hij is al naar u onderweg.” De engel verschijnt aan Joachim in Bethlehem. Doet hem dezelfde belofte van een kind. Stuurt ook hem naar de Gouden Poort. De ontmoeting bij de Gouden Poort wordt beschouwd als het moment van Maria’s ontvangenis. Negen maanden later wordt Maria geboren. Als zij drie jaar is, staan haar ouders haar inderdaad af aan de tempel.
Joachim en Anna bij de Gouden Poort. Schilderij, onbekende meester, ca. 1465.
Wordt ons dat allemaal voorgehouden omdat men indertijd meer wilde weten van de Bijbelse personen? Zoiets als bij ons Privé, Story of SBS 6? Wat in dit Proto-Evangelie opvalt zijn de Oudtestamentische noties. Niet alleen de namen van Maria’s ouders. Ook het feit dat ze aanvankelijk geen kinderen kunnen krijgen. Werd dat ook niet verteld van Abraham en Sara; van Isaak en Rebekka; van Jakob en Rachel. Zoals gezegd: de gelijkenis met Samuël en zijn moeder Hanna is frappant. In het Nieuwe Testament horen we hetzelfde nog eens van Zacharias en Elisabeth, de ouders van de latere Johannes de Doper.
Er is echter één verschil. Immers, in al die genoemde gevallen wordt er uiteindelijk een zoon geboren. In Maria’s geval betreft het dus een dochter!
Hebben we te maken met een feministisch geschrift avant la lettre?
Dit is een aflevering over een serie over Maria. Lees hier de andere bijdragen.