Vakantie als tijd van leegte en nietsdoen. Zodat je je-zelf weer op het spoor kunt komen. Jezus had al heel goed door dat dat zo nu en dan buitengewoon zinvol is.
In het evangelie van Marcus staat een merkwaardig zinnetje. Ik heb het laat in mijn leven ontdekt, maar neem het sindsdien altijd mee op vakantie. Een mantra.
Jezus nodigt zijn apostelen uit het doen te laten en slechts te zijn.
De apostelen zijn teruggekomen van hun eerste zending. Ze hebben veel ‘gedaan’: zo in beslag genomen door het ‘werk’, “dat zij zelfs geen tijd hadden om te eten”. (Kan men het beter zeggen? Ook om over onze eigentijdse stress te spreken.) Toch zijn ze opgetogen. Ze hebben graag hun apostolisch werk vervuld en ze komen Jezus vertellen over “alles wat ze hebben gedaan”.
Maar, zoals het wel nog het geval is in het evangelie, gaat Jezus er verrassend niet op in. Hij vraagt niet naar “wat ze hebben gedaan”, om hun enthousiasme te delen en hen aan te moedigen om nog meer en beter te doen. Hij nodigt hen in tegendeel uit tot afstand nemen:
Komt nu eens zelf mee, naar een eenzame plaats om alleen te zijn, en wat rust te nemen.
(Marcus 6:30-31).
Dat ‘zelf’ is hoogst merkwaardig. Niet alle vertalingen geven het weer. In de oorspronkelijke Griekse tekst staat het echter duidelijk uitgedrukt: ‘humeis autoi’ – u zelf. Alsof ze zichzelf verloren waren in al hun werk. Alsof ze weer tot zichzelf moeten komen, na al hun doen. Merkwaardig eveneens de opeenstapeling van woorden die zeggen waar en hoe zij tot zichzelf moeten komen: eenzame plaats, alleen zijn, tot rust komen. Voor het ‘tot rust komen’ wordt in het Grieks een werkwoord gebruikt waarmee de sabbatsrust wordt geduid en waaraan in het Nederlands het woord ‘pauze’ is ontleend. “De zevende dag zal je niets doen”, lees ik in Exodus 20:10. Jezus nodigt zijn apostelen uit het doen te laten en naar een plaats te gaan waar ze kunnen zijn. Bij zichzelf zijn. Alleen? Bij en met Hem… Bij en met elkaar?
Inderdaad. Merkwaardig eveneens wat ik meen tussen de lijnen te mogen lezen: “Komt nu eens mee met mij”. Men gaat met iemand mee! Jezus neemt de apostelen mee ‘met Hem’, voor een nachtelijke oversteek van het meer. Ik weet dat ’s anderendaags het volk op hen zal staan te wachten en dat ze weer aan het werk zullen moeten gaan. Maar is een nachtelijke boottocht op een kalm meer met een briesje dat speelt in het zeil, niet een geschikte tijd om tot rust te komen? Bij Hem en bij elkaar. Samen in de boot?
In het woord vakantie is het Latijnse vacuum, leegte, besloten
De ‘eenzame plaats’ om er ‘alleen te zijn’, waartoe ik wordt uitgenodigd om tot rust en tot mijzelf te komen, is geen plaats van absolute afzondering. Het is een plaats waar ik van het doen kan afstand nemen om weer te kunnen zijn, te zijn met…
In het woord vakantie is het Latijnse vacuum, leegte, besloten. Zoals de Franse filosofe Catherine Clément schreef:
“De zevende dag is die van de leegte”, zegt een oude rabbijn tot een jongetje aan wie hij de sabbatrust uitlegt. “Eindelijk houd je halt. Je doet niets. Slechts later kan je weer beginnen te doen. Want, zeg me, als je alleen en voortdurend maar doet, is dat wel leven?”
Vakantie: een tijd om weer te leven. Een tijd om er te zijn: bij mezelf, bij haar, bij hem, bij de kinderen, bij vrienden en vreemden. En misschien ook wat meer… bij Hem? Een tijd van samen-zijn.