Wat doet een pastoor van een verzorgingshuis nu eigenlijk? Rudy de Kruijf neemt je mee in zijn leven als pastor in Aqua Viva een verzorgingshuis voor religieuzen en niet-religieuzen in Nijmegen.
Ik kreeg de vraag wat ik nu eigenlijk doe wel eens gesteld toen ik nog als pastor werkzaam was in de parochie. Mensen zien je in de mis, mensen begrijpen dat deze vieringen ook nog moeten worden voorbereid, maar van wat je nog meer doet, daar heeft de geseculariseerde mens niet echt een beeld meer van. Toen ik na wat omzwervingen in mijn leven aan het begin van dit jaar weer als pastor aan het werk mocht, heb ik mezelf deze vraag voorgelegd: ‘Wat doet een pastor van een verzorgingshuis nu eigenlijk?’ De afgelopen maanden heb ik daar voor mezelf antwoord op kunnen geven en ik vind het fijn om daar dit artikel aan te wijden.
Een pastor is voor mij in eerste instantie een herder, die meeloopt, meebeweegt met zijn kudde. Hij heeft oog voor de mensen die aan zijn zorg zijn toevertrouwd. In mijn geval zijn dat vanzelfsprekend de bewoners, deels hun verwanten, maar zeker ook de medewerkers. Ik maak deel uit van hun leven hier, het leven in een verzorgingshuis, waar mensen wonen en werken. De mensen die hier wonen, zijn in de laatste fase van hun leven beland en in minder of meerdere mate afhankelijk geworden van de zorg van derden. Het is niet de meest gemakkelijkste fase in het leven en sommigen zouden deze liever willen overslaan. Toch is het een wezenlijk onderdeel van het leven. De mensen die hier werken, voelen de druk én verantwoordelijkheid om er te zijn, iedere dag opnieuw.
De meesten willen de ouderdom weghouden uit hun leven
Enzo Bianchi, stichter en voormalig prior van een monastieke gemeenschap in Italië heeft een mooi boek geschreven over zijn kijk op de oude dag: ‘Het leven gewogen’. Hij beschrijft daarin dat de meesten de ouderdom willen verdonkeremanen, weg willen houden uit hun leven. Het kan echter ook anders, zo schrijft hij. Ouderdom is de fase waarin we mogen verinnerlijken zonder verslonden te worden door de hartstocht om te moeten leven. Ouderdom is geen onvruchtbare tijd, waarin we ons enkel voorbereiden op de dood of in het ergste geval wachten op de dood. Door de ouderdom met open handen te ontvangen in plaats van krampachtig de deur te wijzen kunnen we ook deze fase in ons leven meer waarderen.
Deze gedachten en nog meer inspireren me om mijn werk als pastor in dit huis te mogen doen.
Belangrijk voor mijn werk is dat ik de mensen ken. In het begin is het dan ook heel veel kennismaken. Ik heb dat gedaan door simpelweg bij mensen op hun appartement aan te bellen, maar ook door aanwezig te zijn bij activiteiten. Rummikub spelen op de wekelijkse spelletjesmiddag, mensen helpen om de nummertjes op hun kaart te vinden bij een bingomiddag of meezingen bij de afsluitende zangmiddag op vrijdag zijn hele laagdrempelige manieren om nieuwe contacten te leggen. Hierdoor word je een vertrouwd gezicht, waardoor je een relatie kunt opbouwen.
Bij de bewoners van De Hof, die door hun psychogeriatrische beperkingen meer nabijheid nodig hebben, schuif ik wekelijks aan in hun huiskamer. De gastvrijheidsmedewerkers die heel de dag aanwezig zijn weten daar huiselijkheid en rust te brengen, waarbij ik individueel en soms ook in kleine groepjes aan tafel in gesprek kan gaan.
Gezien de geschiedenis van ons huis met een groot aantal inwonende jezuïeten hebben we de luxe om iedere dag een eucharistievieringen in huis te hebben. Af en toe begeleid ik een bewoner naar de mis, niet alleen omdat hij dat prettig vindt, maar ook omdat ik me bewust ben dat gebed een van de taken als pastor is.
Voor de bewoners van psychogeriatrische afdelingen ga ik een aantal keren per jaar zelf voor in een aparte viering. Het is bijzonder om te zien wat een sfeer van inkeer en gebed bij mensen oproept.
Bij de afdeling somatiek initieer ik groepsgesprekken. In overleg met de mensen, maar ook getriggerd door de actualiteit van alledag kiezen we de onderwerpen: het milieu, de sportzomer, de vluchtelingenproblematiek. Soms geef ik wat extra uitleg, maar vooral gaan we samen in gesprek. En als de kans zich voordoet, laat ik horen dat de Bijbel en ook de paus en andere geïnspireerde personen zinnige dingen weten te zeggen over het leven van alledag.
Met medewerkers zit ik vaak aan tafel met een kopje soep uit de eigen keuken. Het zijn momenten om even te ontspannen, maar soms ook om complimenten over te brengen of anderzijds terug te koppelen wat ik in de zorg zie, waardoor onbegrip tussen zorgverlener en zorgontvanger kan verdampen
Praten met mensen is mooi werk en als woorden in gebreke blijven kunnen ook rimpels op het gezicht en niet te vergeten handen verhalen vertellen. Als je daar oog voor hebt, is het niet moeilijk om een luisterend oor en aandacht te bieden. Ik hoop dat daarin mijn oprechte liefde voor de mensen voelbaar is.
Foto door Jsme MILA op Pexels