Marc Desmet sj kijkt terug op het bezoek van Paus Fransiscus in België vorig weekend. Ondanks de kritiek is de regionale overste van de jezuïeten in de lage landen enthousiast. Wat maakte hij mee dat hij met een brede glimlach bij de massamisviering stond?
Op dit screenshot van mij op het einde van de massamisviering, sta ik met een brede glimlach waar ik me nauwelijks bewust van was maar die wel uitdrukt wat ik voelde bij deze drie dagen. Ik heb besloten om mij die vertroosting niet te laten afpakken door de vele, vaak terechte kritiek.
Immers: er is een buitenkant en een binnenkant aan dit pausbezoek. Een problematische, meewarige buitenkant en een mysterievolle, blije binnenkant. Een buitenkerkelijke tegenover een binnenkerkelijke. Een sterk ethisch gekleurde tegenover een spiritueel opwekkende. Die binnenkant is moeilijk vatbaar voor de ‘buitenwacht’ maar de ‘binnenwacht’ mag de binnenkant niet laten verstikken door die buitenkant.
Versta mij niet verkeerd. Voor mij, Europeaan, moeten vrouwen gewijd worden en heeft de paus terzake een fragwürdig kerkbeeld – ‘La Chiesa è una donna’, de Kerk is een vrouw die door mannen gediend moet worden. Ik lijd eronder – zoals de rectoren van de Leuvense universiteiten – dat dit essentieel dossier zo tergend traag evolueert binnen een wereldkerk, en ondertussen zelfs naar het Dicasterie voor de Geloofsleer werd weggeschoven. Als arts is het bovendien al te provocerend om artsen die abortus plegen ‘huurmoordenaars’ te noemen, zoals de paus deed op zijn terugvlucht.
Het aanvoelen dat wij dit als kerkgemeenschap nodig hebben
Waarom dan in godsnaam enthousiast? Vooreerst omdat ik eraan deelgenomen heb, en je dan alleen die fragiele maar prachtige ‘binnenkant’ kon voelen: ik was op de fijnzinnige academische zitting in Leuven waar de paus pleitte voor een zoeken met passie naar waarheid, tegen een zekere intellectuele lusteloosheid in; ik leidde de ontmoeting tussen paus en jezuïeten in met een woord over gezel-ligheid en een lied; ik concelebreerde met 35.000 gelovigen in een pausgek voetbalstadion. Ik heb de vreugde in mijn lichaam gevoeld, ja was op meerdere momenten tot tranen toe ontroerd en tot samenzang bewogen. Geen massapsychose, eerder het aanvoelen dat wij dit als kerkgemeenschap nodig hebben, niet het minst de 5.500 jongeren die – begrijpe wie het begrijpen kan – uit hun bol gingen op de Hope Happening voor een oude man van 87 jaar in een rolstoel.
Het synodaal gebeuren in de basiliek van Koekelberg inspireerde mij het meest. Dat had ik allerminst verwacht: hoe immers met zo’n massa ‘iets synodaals’ te doen? Het was een massa van vriendelijke, geduldige mensen ondanks het vroege opstaan. Het wachten voelde aan als een ver-wachten. Het eigenlijke synodale moment duurde maar een uur. Een heel simpele structuur: zes diverse getuigenissen die telkens eindigden op een vraag aan de paus. Een Duitstalige priester; een Franstalige theoloog; en een zuster van de jonge gemeenschap van Lavaux-Saint-Anne; langs de Vlaamse kant Yanika, een welsprekend meisje van ‘Kamino’, de jeugdbeweging van de Vlaamse Kerk; Mia, de verantwoordelijke van het gemeenschappelijk misbruikmeldpunt, met wie wij regelmatig samenwerken; en Pieter, gevangenisaalmoezenier die voor onze leerstoel Detentie, Zingeving en Samenleving een seminarie animeert voor gewone én… gedetineerde studenten. De verhalen waren kwaliteitsvol en straalden openheid uit – ik vond het betekenisvol dat de Belgische bisschoppen voor deze zes gelovigen kozen. En vervolgens kwam het woord van de paus die deze getuigenissen voordien had ontvangen, hun input onder termen als vreugde en barmhartigheid samenvatte en dan telkens de getuige bij hun voornaam aansprak en een antwoord gaf op hun vraag.
Heb je ooit een paus horen zeggen ‘Diversiteit is normaal en goed’?
Heb je ooit een paus gezien die zo te werk gaat: de gelovigen brengen hun verhaal en stellen hun vragen en hij probeert een antwoord te geven? Heb je ooit een paus horen zeggen: ‘Eenheid is geen uniformiteit’, ‘Diversiteit is normaal en goed’? Evident voor de wereld maar historisch in de mond van een paus. Zijn menselijkheid en ‘herderlijkheid’ ontlokten applaus en gezang. De grote viering op zondag zou hij starten met… ‘Goeiemorgen’! De echo van ‘Bona sera’ op 13 maart 2013 bij zijn pauskeuze. Geen sterke, ‘topdown’ Johannes-Paules II, geen theologisch fijnbesnaarde Benedictus, maar een dialogale herder. Een heel sterk moment was toen de paus persoonlijk Mia De Schamphelaere bedankte voor haar jarenlange, letterlijk en figuurlijk ongeziene inzet voor misbruikslachtoffers, tegen media in die steeds weer de schijn wekken dat de Kerk niets heeft gedaan. Een warm applaus bezegelde een helend moment.
Onlangs was ik in Centraal-Afrika. In Rwanda trof ik orde en stilzwijgen aan, in Congo chaos, corruptie en een sterk verwaarloosde infrastructuur. Maar te midden van die uitzichtloosheid was ik getuige van iets wat wij niet kennen: vreugde om het geloof, zich uitend in dans, zang, enthousiasme, velerlei roepingen. Onze cultuur kent comfort én plezier, maar geen vreugde – iets dat ontstaat doorheen lijden. Nochtans, onze kerk lijdt: aan vergrijzing, betekenisloosheid, maatschappelijke afkeer. Het zijn de dorre beenderen uit het visioen van Ezechiël die Gods vraag hoort: ‘Mensenkind, zouden deze beenderen nog tot leven kunnen komen?’ Tijdens dit weekend heb ik iets geproefd van ‘Ja, deze dorre beenderen kunnen nog tot leven komen’. Too little too late? Neen: ‘This little light of mine, I’m gonna let it shine. Let it shine, let it shine, let it shine.’
Marc Desmet SJ is regionale overste van de Vlaamse en Nederlandse jezuïeten. Hij studeerde filosofie aan het Centre Sèvres te Parijs, geneeskunde en theologie aan de K.U. Leuven.