
Leo de Weerdt bekijkt “The Room Next Door“. Een eerlijke film die je vragen stelt over waardig leven en sterven. Mag je zelf bepalen wanneer je sterft?
Pedro Almodóvar’s eerste Engelstalige speelfilm, “The Room Next Door“, is geïnspireerd op een roman van de Amerikaanse auteur Sigrid Nunez. De Spaanse regisseur heeft door de jaren heen zo’n herkenbare filmstijl ontwikkeld dat het neologisme “Almodóvariaans” is ontstaan. Dit woord beschrijft scènes, personages, plaatsen of objecten die sterk doen denken aan zijn unieke esthetiek: een zinnenprikkelend palet van rijke kleuren, complexe verhalen met flashbacks, en incidentele scènes die losjes aan het hoofdverhaal verbonden zijn. Belangrijk voor deze film is tevens de achtergrond waartegen het verhaal zich afspeelt: de huidige klimaatcrisis en het post-pandemie tijdperk.
Julianne Moore speelt de rol van Ingrid, een succesvolle schrijfster die hoort dat haar oude vriendin Martha, een oorlogsjournaliste (Tilda Swinton), terminaal ziek is. Na jaren van stilte besluit Ingrid haar in het ziekenhuis op te zoeken.
Ze wil haar leven beëindigen met een speciale pil
De twee vrouwen delen een verleden met dezelfde man, een geschiedenis die opnieuw naar boven komt in de ziekenhuiskamer. De dreiging van de dood verdiept echter hun hernieuwde vriendschap en moedigt Martha aan Ingrid om een bijzondere gunst te vragen. Ze wil haar laatste dagen doorbrengen in een afgelegen huis op het platteland, waar ze zelf haar leven wil beëindigen met een speciale pil. Ze vraagt Ingrid om in de aangrenzende kamer te verblijven, zodat ze in dit definitieve moment van afscheid toch niet alleen is.
(tekst gaat door onder de afbeelding)
Ingrid stemt, na enige aarzeling, toe. Wat volgt, is een proces van begeleiding: simpelweg aanwezig zijn, gezelschap bieden zonder woorden, in het hier en nu. Ingrid staat Martha bij in haar pijn, maar ook in de vreugde van de kleine momenten. Voor Ingrid betekent dit vooral luisteren.
Heeft haar stervende vriendin uiteindelijk niet het recht om waardig afscheid te nemen?
Martha vertrouwt haar toe dat ze als oorlogscorrespondente de dood vaak heeft ontmoet, maar altijd in het gezelschap van anderen. Nu ze zelf de controle over haar einde wil nemen, stuiten haar plannen op weerstand. Ingrid is de enige die akkoord gaat. Aanvankelijk roept de situatie spanningen op: de emotionele belasting van Martha’s begeleiding is enorm, om nog maar te zwijgen van de juridische implicaties. Maar heeft haar stervende vriendin uiteindelijk niet het recht om waardig afscheid te nemen, vraagt ze zich af?
De film stelt scherpe vragen over menselijke waardigheid. Voor de regisseur lijkt waardigheid voort te komen uit autonomie – het vermogen om zonder pijn te leven en te genieten van het leven. Maar als dat waar is, staat het concept van waardigheid op wispelturig en verraderlijk terrein.
Ik zou willen geloven, (verzucht hij), want dat help je echt in je laatste momenten
“The Room Next Door” heeft al de nodige controverse opgeroepen. Critici verwijten de film onechtheid en bestempelen het als een simplistisch pleidooi voor euthanasie. Ze vinden dat de regisseur nauwelijks moeite doet om de diepere waarheid van zijn personages te onthullen, alsof hij daar weinig om geeft.
Toch ervoer ik “The Room Next Door” als een eerlijke film die aanzet tot reflectie. In een interview met de Amerikaanse televisiezender CNN zegt Pedro Almodóvar: “Ik heb nooit in God geloofd… Ik zou willen geloven, (verzucht hij), want dat helpt je echt in je laatste momenten. Maar ik begrijp sterfelijkheid niet. Het lijkt een contradictie: dat iets dat leeft, moet sterven.” Deze gedachten resoneren door de film, versterkt door een herhaalde verwijzing naar een passage uit James Joyce’s “The Dead“: “… de sneeuw die traag valt door het universum en traag valt, als de afdaling van hun laatste einde, op alle levenden en doden. Alles leeft en sterft, terwijl de sneeuw blijft vallen.”
Leo De Weerdt SJ is een Vlaamse jezuïet. Hij is werkzaam als gevangenisaalmoezenier.