In deze vastentijd staat Ignis Webmagazine stil bij de werken van barmhartigheid. Deel 4: “Ik was naakt, en jullie hebben mij gekleed.”
Volgens Matteüs (Mt. 25:31-46) vermeldt Jezus de werken van barmhartigheid op het moment dat hij als hemelse koning onder de mensen terug zal komen. Dan zal de koning zeggen: “Komt, gezegenden van mijn Vader, want ik was naakt, en jullie hebben mij gekleed.” Geschrokken zullen die ‘gezegenden’ dan vragen: “Maar majesteit, wanneer hebben wij ú naakt gezien?” Dat was, toen Jezus werd ontkleed met het oog op zijn kruisiging. Aan het kruis kon niemand meer iets voor hem doen. Maar toen hij gestorven was, kochten enkele leerlingen een linnen doek, en hebben hem in alle eerbied daarin gewikkeld.
Luister naar onze zegswijzen: hoe onprettig is het niet, wanneer je met ‘de billen bloot’ moet, of ‘in je hemd’ wordt gezet?
Zo is ook ‘doden begraven’ een werk van barmhartigheid geworden, het zevende. Maar Matteüs ging niet zo ver dat hij Jezus de woorden in de mond legde: “Ik was dood en jullie hebben mij begraven.” Dat paste niet.
De joodse traditie kent een uitvoerig commentaar op de Heilige Boeken, de Talmoed. Het bevat de opmerkingen en discussies die rabbijnen in de loop der eeuwen hebben gemaakt bij allerhande Bijbelteksten die voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Zo werpt een zekere rabbi Chama de vraag op:
Er staat geschreven dat wij de Heer onze God moeten navolgen (Deuteronomium 13:5). Maar hoe zouden wij dat kunnen?
Hijzelf geeft het antwoord:
Bedoeld wordt dat je zijn handelwijze moet navolgen. Hij kleedde bijvoorbeeld naakten. Er staat immers geschreven: ‘De Heer God maakte kleden van huiden voor de mens en zijn vrouw, en Hij deed hun die aan’ (Genesis 3:21). Zo moet ook u naakten kleden.
Even verderop voegt diezelfde rabbi aan zijn overweging toe:
De Heilige – geprezen zij zijn Naam – begroef doden, zoals er geschreven staat: ‘Mozes werd begraven in het dal van Bet-Peor in Moab, tot op heden weet niemand waar zijn graf ligt’ (Deuteronomium 34:6). Zo moet ook u doden begraven.
In dit verband is het goed om te bedenken dat in de Bijbelse traditie heel vaak de passieve vorm wordt gebruikt (in dit geval werd begraven) om op eerbiedige manier aan te duiden dat God aan het werk is.
Het begraven van doden is een werk van barmhartigheid, omdat – in de beeldvorming van de gelovigen – de dode daarmee wordt voorbereid en ‘klaar gelegd’ voor de opstanding aan het einde der tijden.
Terug naar het kleden van de naakten. In 1989 verscheen een film over het leven van Oscar Romero, de bisschop die het voor de armen in zijn land opnam, en dat in 1980 met zijn leven moest bekopen. De film doet verslag van zijn strijd tegen het geweld in zijn land, waar vooral de armen het slachtoffer van worden. Gaandeweg blijkt dat het verhaal het patroon volgt van Jezus’ lijdensgeschiedenis. Compleet met het gebed in doodsangst op een eenzame plek, en de ontkleding. Maar als soldaten Romero van zijn kleren ontdoen, komen de arme gelovigen om hun bisschop heen staan en bedekken aldus zijn naaktheid.
We hoeven maar naar de uitdrukkingen en zegswijzen in onze eigen taal te luisteren om te beseffen hoe barmhartig het is om naakten te kleden. Hoe onprettig is het niet, wanneer je ‘met de billen bloot’ moet? Of, iets eerbiediger, wanneer je in je hemd wordt gezet?
Wie zo iemand in bescherming neemt en ‘kleedt’ – wellicht te midden van anderen die er plezier in hebben om smadelijk naar de naaktheid te wijzen – doet een moedig werk van barmhartigheid.
| 1. Hongerigen voeden | 2. Dorstigen te drinken geven | 3. Vreemdelingen opnemen | 4. Naakten kleden | 5. Zieken bezoeken | 6. Gevangen bezoeken | 7. Doden begraven |