Uit de dood opgestaan? Maar dát kan toch helemaal niet? Jos Moons laat zich door komiek Herman Finkers bevrijden uit de dwangbuis van de redelijkheid.
In zijn Oudjaarconference grapte Herman Finkers dat hij geprobeerd had om collega-cabaretiers te overtuigen van de onredelijkheid van het geloof. Dat was leuk gezegd, want meestal probeer je mensen juist te overtuigen van de redelijkheid van iets. Maar het was een grapje met inhoud. Want intussen zei Finkers tussen neus en lippen door dat iets onredelijk kan zijn én de moeite waard. Zou dat ook voor Pasen gelden: dat het onredelijk is én de moeite waard?
Onze Westerse cultuur leeft van de redelijkheid. Wij zijn mensen van na de Verlichting. “Ik denk dus ik ben”, zei Descartes, en Kant voegde daar aan toe: “Durf te denken, en durf dat zelf te doen.” Maar wat moet je dan met het geloof? Of met het feest van deze dagen, Pasen? Want het verrijzenisverhaal is allesbehalve redelijk. Zelfs als je de Schrift voorzichtig leest en laat zien hoe aarzelend de zogenaamde ooggetuigen reageren op de verschijning van de verrezen Heer, blijft onze typisch Westerse primaire reactie: maar dat kan toch helemaal niet?
Pasen is niet moeilijk te snappen, het is niet te snappen
Dat alles maakt Finkers’ opmerking over geloof meer dan een leuk slim grapje. Finkers geeft er mee toe dat geloof in de Westerse cultuur een vreemde eend in de bijt is, en stelt vervolgens voor om dat niet te verdoezelen, maar om ermee te pronken.
Want volgens Finkers hoeft iets niet eerst begrepen te worden voor je het mooi kunt vinden en erin kunt geloven. Integendeel. Pas wie zich verheugt in de onredelijkheid van het geloof kan Pasen vieren. Dat is nogal een uitdaging voor de westerse geest… Of is het ook een bevrijding? Want komt er niet veel moois beschikbaar als we iets onbevangener het mooie zouden begroeten?
Immers, dan zouden we schaamteloos de geur van verse koffie opsnuiven, glimlachen om een grappig kind, en ontroerd zijn over een maan die zo mooi opkomt. We zouden zelfs ons door redelijkheid bepaalde, efficiënt-nuttige leven onderbreken om het op te merken en er even van te genieten. We zouden tijd hebben om de buschauffeur een goedemorgen te wensen, en om een grap te maken met onze collega. En weer terug naar Pasen: we zouden met open mond het hoogtepunt van Pasen verwelkomen, en zien hoe een donkere kerk langzaamaan licht wordt, om dan verwonderd te horen hoe dat licht-in-de-nacht bezongen wordt…
Pasen is geen moeilijk feest omdat het zo moeilijk te snappen is, maar omdat het niet te snappen is. Bevrijding van de vloek van de dood kan pas gevierd worden na bevrijding van de dwangbuis van de redelijkheid. Dan pas kunnen we van mooie dingen genieten zonder ze eerst te moeten begrijpen. Dan pas is Pasen geen gedachten-gymnastiek voor grote denkers, maar een proeverij voor ontvankelijke zielen.
Zalig Pasen!