We wantrouwen politici, onze medeburgers, nieuwkomers. Het populisme spint er garen bij. Kunnen we er iets aan doen?
Ik heb in de loop van de jaren vele sleutels vergaard. Ik ontdek dat de nieuwere steeds meer ingewikkeld zijn dan de oudere. En natuurlijk heb ik ook steeds meer sleutels nodig. Er worden nu eenmaal steeds meer sloten aangebracht in steeds meer deuren. Dat is nodig voor de veiligheid. Vroeger was de binnentuin van de campus naast mijn huis zo goed als een publiek park. Nu wordt het al vroeg afgesloten. Want wie weet, allicht zijn er onder de bezoekers heel wat dieven die het op onze laptops en onze beamers gemunt hebben.
Onzekerheid verzuurt maar al te gemakkelijk tot wantrouwen
En zo gaat het er ook aan toe in de grote wereld. Om ons veilig te voelen moeten we een steeds hogere prijs betalen. De tijd toen je op een vliegtuig kon stappen zoals op de bus is komt nooit meer terug. Nu moet je vingerafdrukken laten maken en de iris van je ogen laten scannen vooraleer je over de grens mag. Zullen we dat ooit normaal vinden? Nee, het versterkt de indruk dat wij niet veilig zijn en dat wij onze medemensen niet kunnen vertrouwen. Dat wij ze zelfs moeten wantrouwen totdat het tegendeel bewezen is. “U hebt uw koffers toch niet binnen het bereik van iemand anders gelaten, mijnheer?”
Het wantrouwen lijkt bezig aan een niet te stuiten opmars. Wij krijgen steeds meer te maken met vreemden en de onzekerheid die daarmee gepaard gaat, verzuurt maar al te gemakkelijk tot wantrouwen.
Politieke gezagsdragers worden in onze jaren steeds meer in verdenking gesteld. We merken het aan de opkomst van Donald Trump in de VS, van het Front National en Le Pen in Frankrijk en ook van Farage en de Brexiters in het Verenigd Koninkrijk. Allemaal protesten tegen het (echte of vermeende) wanbeleid en tegen de (echte of vermeende) zelfgenoegzaamheid van de politieke elites. Een protest dat niet langer op zich kon laten wachten, een doorbraak van de luciditeit bij de burgers, zo zeggen sommigen.
Inderdaad zijn er gebeurtenissen die het wantrouwen tegen de politieke elites kunnen voeden. Als er in ons land een bank over kop gaat en als dan blijkt dat een kliekje van politici zich met behulp van die bank verrijkt hebben ten koste van de beleggers, dan is dat koren op de molen van degenen die het al lang wisten: macht corrumpeert.
Populistische ideologieën gaan slecht samen met het christelijk geloof
Als de schuld bij het politieke personeel ligt zou het, om het wantrouwen te bestrijden, volstaan de bedorven politieke elite regelmatig te vervangen door nieuwe, onbedorven politici. Door nieuwkomers zoals Trump, Le Pen, Boris Johnson en dergelijke meer. Maar zo simpel is het niet. Het is te vrezen dat aan de oorsprong van dit politieke (verticale) wantrouwen een dieper wantrouwen ligt: het (horizontale) wantrouwen tussen de burgers onderling. Dat horizontale wantrouwen komt soms tot uitbarsting in een wantrouwen tegen de mensen die gezag hebben gekregen en die de dingen hebben laten of doen gebeuren.
Wat is daaraan te doen? Ons terugtrekken in een kleine, veilige niche van bekenden, van ‘volksgenoten’? Dat is een natuurlijke verleiding waaraan de populisten maar al te graag zouden toegeven. Of moeten wij elkaar beter informeren over onszelf en over anderen? Betere informatie is inderdaad een goed wapen tegen wantrouwen. Totdat de informatie te overvloedig wordt en verwarring schept. Dan worden zelfs de ‘deskundigen’ in verdenking gesteld, zoals tijdens de debatten om de Brexit duidelijk werd in vele lezersbrieven aan de Engelse kranten.
Of moeten wij ons, als christenen, herinneren dat ons geloof vooreerst een vertrouwen inhoudt, een vertrouwen in God en ook in de kinderen van God. Zo lopen wij natuurlijk het risico ons vertrouwen beschaamd te zien. Maar beter het risico lopen van een te groot vertrouwen dan van een te groot wantrouwen. Want een te groot wantrouwen is voor een samenleving zoals een kanker voor het menselijk lichaam. Nee, de populistische ideologieën gaan slecht samen met het christelijk geloof.