Het fenomeen Donald Trump is niet uit de lucht komen vallen. Ook hier in Europa kunnen we lessen trekken uit zijn stormachtige opkomst.
“Wie wind zaait, zal storm oogsten”, luidt het gezegde. Het stormt op het moment volop in de Amerikaanse politiek. Dat is altijd het geval in de aanloop naar een belangrijke verkiezing. Maar dit keer is de storm nog heviger dan normaal, vanwege het fenomeen dat Donald Trump heet. Trump is – dankzij al zijn demagogische uitspraken en trucs, en zeer tot het ongenoegen van de leiding van zijn eigen partij – de Republikeinse kandidaat geworden voor het presidentschap van de VS. Hoe heeft het zover kunnen komen? En wat betekent het voor ons?
De kandidatuur van Trump komt niet uit de lucht vallen. Er is al decennia een verrechtsing gaande in de Republikeinse Partij. Een minderheid op de rechtervleugel is al lange tijd ontevreden over de politiek in Washington. Opmerkelijk genoeg vormen niet alleen Democratische tegenstanders het doelwit voor deze groep ontevreden kiezers en partijleden. Ook gematigde Republikeinse politici moesten het in het verleden (en vandaag de dag) regelmatig ontgelden.
Trump roept harder en onaangenamer, wat een groeiende groep Republikeinen allang riep
De groep waar ik op doel heeft een duidelijke, maar problematische agenda. Men wil een kleine overheid, die desalniettemin belangrijke problemen kan oplossen. Men wil een ordelijke samenleving, waarin geen plaats is voor drugs en criminaliteit (maar wel voor het recht om zelf wapens te dragen, natuurlijk). Er leeft in deze groep bovendien argwaan tegen minderheden en angst voor een bevolkingsontwikkeling waarin blank Amerika zélf een minderheid lijkt te worden. De agenda is ook nostalgisch, en terugverlangend naar een Amerika dat eigenlijk nooit heeft bestaan.
Wat de agenda van deze groep zo problematisch maakt, is het steeds grotere gat tussen hun wensen en wat ervan gerealiseerd kan worden. De groeiende complexiteit van de samenleving sinds de jaren ‘30 van de vorige eeuw, vroeg om een toenemende rol van de overheid. Zeer tot ongenoegen van deze extreme groep in de Republikeinse partij, hebben niet alleen Democratische presidenten aan die groei van de overheid bijgedragen, maar ook gematigde Republikeinen.
De onvrede in deze groep en de heftigheid van hun protest namen daarom alleen maar toe. Bovendien heeft een aantal prominente Republikeinse politici hen in de loop van de decennia geholpen om de partij naar rechts te sturen. Dat werd bijvoorbeeld zichtbaar in de opstand van de zogeheten ‘Tea Party’ tijdens de regering van president George W. Bush. Deze toch tamelijk rechtse president werd met protest uit eigen kring geconfronteerd, omdat zijn beleid hen te gematigd was.
Onder de Democratische president Obama is de felheid in deze strijd sterk toegenomen. Obama heeft van meet af aan met enorme oppositie te kampen gehad van de zijde van de steeds rechtsere Republikeinse partij. Republikeinse politici, onder druk van de steeds extremere verlangens van hun achterban, lieten zelfs tot voor kort nog gebruikelijke goede omgangsvormen varen. De president werd tijdens zijn jaarlijkse rede voor de volksvertegenwoordiging toegeroepen dat hij een leugenaar was. En prominente Republikeinen verkondigden dat deze president de wet niet zou naleven en respecteren.
Wij moeten niet alleen kritisch, maar ook zelfkritisch de politiek volgen
Waar hebben wij dit soort dingen meer gehoord? Toenemend populisme; het steeds hardere protest van een belangrijke groep ontevreden kiezers; politici die anti-politiek bedrijven door hun tegenstanders voor leugenaar uit te maken, en zo het draagvlak van de politiek verder versmallen. Donald Trump is niet populair bij de leiding van zijn eigen partij. Maar die partijleiding heeft weinig recht van klagen. Trump roept alleen maar een beetje harder en onaangenamer, wat een toenemende groep Republikeinse politici zelf allang aan het roepen was.
Wat hebben wij hiermee te maken? Als Trump president wordt, krijgen wij er misschien meer mee te maken dan ons lief is. Maar bovendien lijkt wat wij in de VS zien gebeuren, zich op verschillende manieren ook in andere westerse landen te voltrekken. Overal zien wij een toenemend populisme, een steeds harder politiek klimaat en belangrijke groepen ontevreden kiezers.
Wie wind zaait, zal storm oogsten. Maar wie zijn de zaaiers? Dat zijn niet alleen politici die op politieke winst en herverkiezing uit zijn en daar alles voor doen. Het zijn ook kiezers, die niet weten om te gaan met hun eigen ontevredenheid en angst, en steeds onmogelijker eisen stellen. En kiezers zijn wij allemaal. Minstens betekent dit, dat wij niet alleen kritisch, maar ook zelfkritisch de politiek moeten volgen. En het betekent ook, dat wij ons niet alleen moeten afvragen wat wij van politici mogen eisen, maar ons ook moeten afvragen wat goed burgerschap van onszelf vergt.