Zeker noorderlingen halen vaak de neus op voor de overdadige pracht en praal van oude kerken en kathedralen. Ongepast! Maar is die afkeer terecht?
Het gebeurde bij de uitgang van de kathedraal van Ourense, Spanje. De stad is minder bekend. Maar wat een kathedraal! Van onder tot boven gevuld met pracht en praal, met beeldhouwwerk, met schilderijen en vooral met veel zilver en goud, het werk van vele kunstenaars in de heel wijde omtrek (tot in Vlaanderen toe). Het geheel is te overweldigend om echt mooi te zijn. Maar overweldigend, dat was nu eenmaal wat de Spaanse barok wilde zijn: niets was te veel om de goddelijke majesteit te eren en om zich af te zetten tegen de kale vroomheid van de protestantse kerkgebouwen in het kille noorden van Europa.
De bezoekers uit Noord-Europa zijn dan ook niet meteen overtuigd. Bij het buitengaan hoorden wij een Engelstalig koppel fluisteren: “Shocking, that church”. Dat vond ook de waard van het cafeetje dat op het pleintje voor de kerk wat lafenis aanbood aan de nog steeds verblufte bezoekers. Hij was een man met duidelijk linkse sympathieën die zich openlijk ergerde aan de weelde van dat kerkgebouw.
Had al die rijkdom niet beter besteed kunnen worden?
Met die mening konden ook wij een beetje instemmen. Wij kunnen onze beeldenstorm in de zestiende eeuw niet goedkeuren maar wel een beetje begrijpen. In Porto, niet zo ver van Ourense vandaan, werd onlangs een kerk gesloten voor toeristen. Haar weelde riep te veel tegenspraak op. Vanwaar die afkeer van de Spaanse barokke kunst en haar achterliggende spiritualiteit?
Had al die rijkdom niet beter besteed kunnen worden? Dat alternatief had bestaan maar was veronachtzaamd gebleven. Had men dat vele geld niet beter kunnen besteden aan armenzorg? Of had de overheid het niet kunnen besteden aan de hervorming van haar administratief en militair apparaat? Was dat niet wat Hendrik VIII in Engeland had gedaan met de onteigende kerkschatten? Was dat niet wat de Franse Revolutie had gedaan? Zou dat op langere termijn niet beter zijn geweest dan het toegeven aan een niet zo christelijke praalzucht? Natuurlijk zou dan Ourense zonder haar monumentale kathedraal een veel saaiere stad zijn geworden.
Wij, noorderlingen, protestanten maar ook katholieken, zijn doorgaans streng voor de spiritualiteit die dergelijk praalzucht heeft toegelaten. Wij vinden dat zij God in den hoge wilde verheerlijken ten koste van de solidariteit met de kinderen Gods die ons op deze aarde, omringen. Wij vinden ook dat al die pracht en praal te verbluffend, te oogverblindend is om werkelijk mooi te zijn. Wij stemmen in met Bernardus van Clairvaux die aanstoot nam aan de weelde van de abdijen van Cluny en daarom vanuit Citeaux de sobere bouwstijl van de Cisterciënzers verspreidde.
Niettemin moet de koele noorderling zijn best doen om de Spaanse ziel van toen iets beter te begrijpen. Al die pracht en praal kwam er door de giften, grote en kleine, van vele gulle schenkers die daarmee hun eigen zielenheil en dat van hun dierbaren veilig wilden stellen. De idee dat er een vagevuur bestond en dat de zielen daaruit verlost moesten worden, speelde toen een rol die wij ons nog nauwelijks kunnen voorstellen.
Ook voor noorderlingen is er ginds toch veel te bewonderen
Akkoord, zij hadden die verlossing kunnen nastreven door zich meer te wijden aan de werken van barmhartigheid. Maar ook een rol speelde hun wens om bij te dragen tot een groots gemeenschappelijk project, tot de bouw en de opsmuk van ‘onze kerk’, van ‘onze parochie’, van ‘ons bisdom’. Van het kerkgebouw dat zij gebouwd hadden en dat gunstig moest afsteken tegen de kerken die elders door anderen gebouwd werden. Hun kerk, met alles erop en eraan, was een uiting van hun gemeenschapszin.
Die overweging verplicht ons niet om alle pracht en praal van de Spaanse barok mooi te vinden. Maar ondertussen is er ginds toch veel te bewonderen, ook en vooral voor noorderlingen die het Spanje van die tijd graag afdoen als verziekt door de luxe en als de grote boeman van de hervorming. Het Spanje van die tijd heeft ons ook de schilderwerken van Velazquez en de muziek van De Victoria nagelaten. Het land is niet helemaal bedwelmd geraakt in het goud en het zilver die aangevoerd werden vanuit in de Nieuwe Wereld.