
Nog altijd is het niet makkelijk voor iemand om uit te komen voor een andere geaardheid, betoogt Willy Bombeek. Ook niet voor de familie die dat moet accepteren. “De weg van coming-out is geen eenrichtingsverkeer, maar een gezamenlijke reis.”
Wanneer een bekende Vlaming de voorpagina haalt met zijn coming-out als homo of lesbienne, roept dat vaak de vraag op: is dit vandaag nog een issue? Het antwoord is helaas: ja. De aandacht gaat in de media meestal terecht naar het verhaal van de persoon zelf. Maar te weinig wordt stilgestaan bij wat dit betekent voor de (groot)ouders. Hun beleving, emoties en worstelingen komen zelden aan bod.
“Ik word nooit oma!?”
Ik ontmoet die ouders of lees hun getuigenissen. Een moeder vertelde dat ze bij de coming-out van haar enige zoon meteen reageerde met de woorden: “Ik word nooit oma!?” Achteraf kreeg ze daar spijt van. In dat eerste moment dacht ze aan haar eigen levensdroom, niet aan de weg die haar zoon al had afgelegd. Ze heeft zich later bij hem verontschuldigd. Begrijpelijk, want het beeld dat ouders hebben van de toekomst van hun kinderen, kan plots instorten.
Wat vaak vergeten wordt: tegen de tijd dat een jongere zijn of haar coming-out thuis durft te doen, is er al een heel verwerkingsproces doorlopen. Soms gaat dat vlot, soms heel moeizaam. Het hangt af van het gezin: bestaat de gewoonte om over alles openlijk te kunnen praten? Hoe sterk wegen culturele of religieuze overtuigingen door? In gelovige gezinnen krijgt dit proces nog een extra dimensie: “Wat zegt de Bijbel?” wordt dan een confronterende vraag. De plaats waar de wieg heeft gestaan is dus bepalend.
Ik herinner mij hoe mijn eigen vader, tijdens een familiebijeenkomst, plots mij al wenend vroeg: “Ben je homo?”. Volledig verrast door de vraag en gezien de context, kon ik enkel ontwijken “Hoe kom je erbij?”. Daar bleef het bij en kwam niet meer ter sprake. Een gemiste kans. Dat beeld van mijn huilende vader draag ik nog steeds mee. Toch heb ik altijd zijn liefde en die van mijn moeder sterk gevoeld.
Ziet God mij nog graag?
Onderzoeken en enquêtes maken duidelijk: het welbevinden van jongeren uit de lgbti+ gemeenschap begint thuis. Deze ‘safe space’ is fundamenteel in het groeiproces van het kind. Het is belangrijk dat zoon of dochter ‘thuis kunnen komen’ met hun verhaal. De plaats waar zij met al hun zorgen en vreugdes in al hun kwetsbaarheid terecht kunnen komen. Daar wringt het schoentje: Gaan mijn ouders mij als homo nog lief hebben? Mijn broer of zus? En bij gelovige jongeren komt daar nog de bezorgdheid: Ziet God mij nog graag? Een van de vele redenen dat ze lang wachten vooraleer ze het durven bekend te maken.
Na veel reflectie en al dan niet bespreking met goede vrienden zal het kind zijn coming-out uiteindelijk thuis doen. Vaak is de eerste onthulling aan moeder, aan de keukentafel – de klassieke ‘biechtplaats’. Veel emoties borrelen dan op. Ouders worden plots geconfronteerd met een nieuwe werkelijkheid, die botst met hun verwachtingen. Vele scenario’s passeren de revue: verwarring, verbazing, vermoedens, eindelijk duidelijkheid, onbegrip, kwaadheid, weglopen, wegsturen,… Dan hebben we het nog niet over de kinderen die de stap naar transitie naar transpersoon willen zetten.
De ouders zullen dus ook een coming-out moeten maken naar hun familie en vrienden als ouders van een lgbti+ kind
Na dit cruciale moment verwacht het kind de onmiddellijke aanvaarding van zijn geaardheid: “Ik ben toch je kind!?” Juist, en dat zal altijd zo blijven. Maar het kind mag niet voorbijgaan aan de realiteit dat de ouders ook dromen hebben voor hem of haar: een vreugdevolle (veilige) toekomst, een groot trouwfeest en het krijgen van kleinkinderen. Ze willen naar buiten komen bij hun familie en vrienden. En plots wordt dat beeld in hun hoofd aan diggelen geslagen. Het zal anders worden. De ouders zullen dus ook een coming-out moeten maken naar hun familie en vrienden als ouders van een lgbti+ kind. Sommige ouders kunnen het niet . Ze gaan de ‘kast in’. Sommigen alluderen om een conversietherapie te volgen…
Ouders verdienen tijd om dit nieuws te verwerken. Een vader vertelde mij bij de transitie van zijn zoon naar transvrouw: “Ik rouw om het verlies van mijn zoon en vier tegelijkertijd de komst van een dochter.” Dat dubbele gevoel is reëel en verdient respect. Is het niet fair om ouders die tijd te gunnen, zoals het kind ook jarenlang nodig had om zijn identiteit te aanvaarden? Heeft men zelf als betrokkene ook niet geprobeerd om ‘het tij te keren’?
Maar er is wel één voorwaarde: ouders moeten in gesprek blijven met hun kind, vanuit hun hart. Blijf luisteren naar zijn verhaal, zijn verwerkingsproces. Toon interesse naar zijn leven vandaag. Alleen zo kan er wederzijds begrip groeien. Ouders mogen ook zoekend en aarzelend zijn, zolang zij hun kind niet loslaten.
De Vlaamse bisschoppen besteedden in hun document ‘Homoseksuele personen pastoraal nabij zijn – Voor een gastvrije kerk, die niemand uitsluit’ van 22 september 2022 expliciet aandacht aan o.a. de pastorale begeleiding van ouders, in de lijn met de oproep van wijlen paus Franciscus in zijn pauselijke exhortatie Amoris Laetitia (2016).
Die weg naar aanvaarding heeft me veranderd als ouder en opvoeder, en mijn relatie met God verdiept
Zoals een ouder mooi verwoordde: “De coming-out van mijn kind heeft mijn kijk op liefde, geloof en acceptatie uitgedaagd. Die weg naar aanvaarding heeft me veranderd als ouder en opvoeder, en mijn relatie met God verdiept.”
Dat is de kern: de weg van coming-out is geen eenrichtingsverkeer, maar een gezamenlijke reis. Ouders én kinderen groeien in respect, begrip en onvoorwaardelijke liefde – de sterkste brug die er bestaat.
Foto van Robert V. Ruggiero via Unsplash