Emeritus predikant René van den Beld bracht onlangs in Deventer de 16e-eeuwse geloofshervormer Anastasius Veluanus opnieuw tot leven. In begrijpelijke taal wees deze voormalige pastoor gelovigen de weg naar ‘onvolmaakte volmaaktheid’.
Het protestantisme bestaat 500 jaar. Naast en met verschillende kerkgenootschappen en oecumenische organisaties herdenkt en viert (ja, dat ook) de Protestantse Kerk in Nederland de Reformatie. Van 31 oktober 2016 tot 31 oktober 2017 zijn vele activiteiten gepland. Eén daarvan is een estafette, Als een lopend vuur, door de twaalf provincies.
De moderne mens kan veel van Veluanus leren
De provincie Overijssel heeft als thema: Hoe goed moet je zijn? Dat verwijst naar de aloude vraag van kerkelijke hervormers: is het de kerk die tussen God en mens de norm hanteert voor goed zijn? Is bij alles wat er gezegd wordt over ontkerkelijking niet minstens één oorzaak helder: de ergernis dat de Kerk het goed zijn heeft genormeerd op alle terreinen des levens? Is het antwoord van de ontkerkelijkte mens niet: hoe goed we moeten zijn, dat maken we zelf uit?
Om deze actuele spanning op te sporen, wordt in het Overijsselse programma Anastasius Veluanus (ca. 1519-1570) letterlijk ten tonele gevoerd. Anastius Veluanus komen we tegen in een beeldengroep voor de Hervormde Kerk in Garderen. Hij wordt door twee lansknechten van Karel V weggevoerd. Het is 1550. Als vice-cureyt van de parochie, waar hij pastoorswerk deed, had hij met zijn evangelische prediking de aandacht getrokken van theoloog én inquisiteur Franciscus Sonnius. Veluanus was onder invloed gekomen van de Bijbelse humanisten, de Moderne Devotie, van Luther en Zwingli.
Sonnius dwingt hem zijn ideeën over het pausdom, de genademiddelen van de kerk en de vrije wil te herroepen. Hij wordt in Hattem drie jaar gevangen gehouden. Na een voorlopige invrijheidstelling, wordt hij genoodzaakt in Leuven de orthodoxie opnieuw te bestuderen. Na twee dagen vlucht Veluanus naar Duitsland. Daar schrijft hij Der Leken Wechwyser, ofwel Wegwijzer voor gewone gelovigen (1554). Hij schrijft als een herder die de taal van zijn gelovigen kent.
De Wegwijzer wordt gezien als de eerste protestantse dogmatiek, waar de ethiek voor het dagelijks leven in besloten ligt. Hoe goed moet je zijn? De beminde gelovigen worden geholpen de “onvolmaakte volmaaktheid” na te streven maar er niet meer onder te lijden. Veluanus moedigt de gelovigen aan goed te leven als christen: als joden en moslims dat kunnen zónder Christus, hoe zouden christenen het dan niet mét Christus kunnen?
Goed mens zijn hangt aan de liefdevolle blik van de ander, met of zonder hoofdletter
De moderne mens, die dobbert op een zee van ideeën over de betekenis van het mens zijn, zou van deze oude geloofshervormer kunnen leren: als je Jezus als leidsman kiest, gaat geen zee te hoog. Dan ervaar je een vrijheid van binnen die goed voelt.
Op 7 januari heb ik in de Lebuïnuskerk in Deventer een zelfgeschreven tekst voorgedragen waar Veluanus spreekt met Lebuïnus, Geert Grote én een psychotherapeut. Wat hebben deze vier gemeen? Het besef dat goed mens zijn hangt aan de genade- en liefdevolle blik van de ander, met of zonder hoofdletter. Voor die zaterdag in Deventer koos ik als titel: Go ahead, word wie je mag zijn. Dat het met de plaatselijke eredivisieclub niet zo goed gaat, doet niets af aan hun inspanning. Daar ging het Veluanus ook om.
Externe link: ‘Anastasius Veluanus’ te gast in Deventer (Verslag Reformatorisch Dagblad).