Morgen worden de VN-klimaatonderhandelingen in Cancún, Mexico, afgesloten. Vooralsnog lijkt er weinig bereidwilligheid te zijn bij met name rijke landen om echt iets aan de klimaatproblemen te doen. Juist religieuze tradities hebben nu volgens Jacques Haers SJ een kritische rol te spelen.
Het is niet mogelijk om op dit ogenblik te voorspellen hoe de klimaatonderhandelingen in Cancún – COP 16 en de opvolging van het Kyoto Protocol – komende vrijdag zullen uitdraaien. Thans zijn de ministers van de verschillende deelnemende landen aangereisd om het werk van hun onderhandelaars te voltooien. Het ziet er niet goed uit, ook al lijkt de atmosfeer beter te zijn dan bij COP 15 in Kopenhagen, toen de verwachtingen hooggespannen waren.
Verschillende landen – vooral de rijke landen – wekken de indruk het multilaterale onderhandelingsproces te willen verlaten. Dan wordt niet meer gezocht naar wereldwijde akkoorden die zoveel mogelijk landen verbinden, maar komt de nadruk op individuele toezeggingen of bilaterale akkoorden. Voor de arme regio’s van onze planeet, die het meest lijden onder de gevolgen van een klimaatopwarming waartoe zij het minst hebben bijgedragen, is dit slecht nieuws. Voor hen zijn planeetwijde akkoorden van levensbelang. Grote uitstoters van broeikasgassen, waaronder ook emergerende landen als China, Brazilië, en India, moeten hun uitstoot en ecologische voetafdruk inperken, rijke landen die over krachtige technologie beschikken moeten deze delen met anderen, en er moet geld op tafel komen voor de arme landen om zich beter aan te passen aan de bedreigende gevolgen van de opwarming.
Gelukkig lijkt nu bijna iedereen overtuigd te zijn van de dringende ernst van de situatie: een globale opwarming van 2,5°C lijkt nog nauwelijks te vermijden en ze zal de levensomstandigheden op de planeet grondig verstoren. Het samenspel van factoren die de opwarming bepalen is ingewikkeld: in Cancún wordt gesproken over energieverbruik, over oceanen en zeestromingen, over ontbossing, over biodiversiteit, over de atmosfeer, over politiek en over economie. Er is te weinig aandacht voor onrechtvaardige Noord-Zuid-verhoudingen, of voor migratiestromen. Ik mis het militaire perspectief. Vooral lijkt men niet bereid om de verkwistende levensstijlen die tot klimaatopwarming en verloedering van het milieu leiden, ernstig te bevragen.
Ik kan me ook niet van de indruk ontdoen dat velen overtuigd blijven dat we deze uitdagingen technisch, wetenschappelijk, politiek, economisch en militair wel onder controle zullen krijgen, ook al zullen er vele slachtoffers vallen. Er is op deze vlakken natuurlijk veel te doen, dat wil ik niet betwijfelen, maar ook een mentaliteitsverandering is nodig, die sommige van de meest fundamentele kenmerken van ons samenleven in vraag stelt. Is het werkelijk nodig om ‘groei’ te begrijpen zoals we dat meestal doen: steeds meer bezit, steeds meer macht, steeds meer aanzien? Is het mogelijk om de natuur en de planeet te zien als volwaardige gesprekspartners en niet als gebruiksvoorwerpen die hun waarde ontlenen aan hun nut voor de mens? Hebben we aandacht voor de hoop van jonge mensen op een waardig samenleven en op een duurzame verhouding tot de planeet? Gaan onze grillen hun toekomst verspelen? Hebben we de nederigheid om duurzaamheid te leren van van die volkeren en mensen die in een nauwe verbondenheid leven met de hen omringende natuur en er niet van afgeschermd worden door technologie en cultuur?
Bij het beantwoorden van deze vragen kunnen religies en levensbeschouwingen, hun tradities en hun onderlinge verhoudingen, een rol spelen. Niet dat er een pasklaar antwoord voor het grijpen ligt; het gaat om een zoektocht die geduldige en kritische gemeenschappelijke onderscheiding vraagt en waarin ook de natuur als schepping een stem krijgt. Mensen zijn een machtig onderdeel van deze natuur, tot op het punt dat zij het leven op aarde zelfs te gronde kunnen richten, maar zij blijven een avontuur van de planeet die, doorheen een lange evolutie gericht op leven, zichzelf in mensen de kans heeft gegeven om haar levensprocessen te verfijnen. In mensen kan de natuur op zichzelf terugbuigen en wordt ze bewust van haar eigen scheppende kracht. Zullen wij, mensen, in staat zijn om niet dronken te worden aan deze macht? Zal misschien weldra blijken dat wij een al te risicovol evolutie-initiatief waren, een ongebreidelde en vernietigende kracht?
Omdat een religie als de rooms-katholieke wereldwijd goed georganiseerd is en aanwezig is op vele niveaus, bij de lijdende mensen, in de media en het onderwijs, in de politieke wereld enzovoort, biedt zij belangrijke structurele mogelijkheden. Zij kan mensen mobiliseren om wereldwijd samen te werken in antwoord op de planetaire klimaatuitdagingen. Zij biedt spirituele, theologische en levensbeschouwelijke referentiekaders, die als richtingwijzers werken. Zij hanteert bijvoorbeeld het scheppingsbegrip om de samenhang van al het geschapene te benadrukken, waarin mensen een belangrijke maar niet absoluut bijzondere plaats innemen. In haar spreken over Jezus van Nazaret, dé Christus, kan zij zowel sociale rechtvaardigheid als samenhang van het scheppingsgebeuren ter sprake brengen. Haar spreken over het Rijk Gods biedt de kans om aandacht te wekken voor levengevende visioenen. Zovele kansen… zullen die aangegrepen worden?
Afbeelding bij dit artikel: Flessenpost op het strand van Cancún. “Dringend: red levens in Cancún”, staat er op het briefje. Foto: Ainhoa Goma/Oxfam