De politiek draait steeds meer om de poppetjes en dat verontrust Guido Dierickx SJ. Want zo verliezen argumenten over beleidsvorming kracht en urgentie.
Onlangs is de heer Dijsselbloem, voorzitter van de eurogroep en gerespecteerde minister in Nederland, beschuldigd van seksisme en xenofobie. Omdat hij het publiekelijk betreurde dat in de zuidelijke lidstaten nogal wat geld van de EU verkwanseld werd aan drank en vrouwen. Zijn verwijt kan onjuist zijn, maar het bestempelen als een uiting van die allergrootste politieke zonden, seksisme en xenofobie, is over the top. Dergelijke groteske duiding kan enkel verklaard worden door een verborgen verlangen. Het is een manier om zo goedkoop mogelijk van een lastige tegenstander en zijn beleid af te komen. Dat is een democratie onwaardig.
Er is iets onrustwekkends gaande in onze democratieën en vooral in de verkiezingsstrijd. In de perceptie van vele burgers krijgen de (populaire) kandidaten een steeds grotere rol toebedeeld en hun partijen een steeds kleinere. Dat was al zo in Nederland met Wilders en Klaver, dat is nu zo in Frankrijk met Fillon en Le Pen, dat wordt wellicht zo in Duitsland met Merkel en Schulz. Het electorale proces personaliseert.
In beginsel moet een tegenstander in de democratie bestreden worden met argumenten die betrekking hebben op de politieke beleidsvorming.
Die anekdote over Dijsselbloem herinnert eraan dat werken met politieke vedettes gevaarlijk is. Ze kunnen al te gemakkelijk en op allerlei manieren verheerlijkt en ook verguisd worden. In beginsel moet een tegenstander in de democratie bestreden worden met argumenten die betrekking hebben op de politieke beleidsvorming. Wat heeft de kandidaat voor op het punt van de hervorming van de belastingen, van het onderwijs, van de verkeersveiligheid? Als je een kandidaat kunt steunen die de juiste voorstellen deskundig en daadkrachtig uitvoert en die daarnaast wijs en deugdzaam is in zijn privé- en in zijn publieke leven, des te beter.
Maar er zijn politici die goede politici blijken, ook als zij in hun persoonlijk leven gebreken vertonen. John F. Kennedy was er een, François Mitterand eveneens. Daarom bestond onder mediamensen een stilzwijgend akkoord het publiek weinig of niets te vertellen over de kleine kanten in het privéleven van grote politici. De Amerikaanse burgers hoefden niet te weten dat hun grote president Franklin D. Roosevelt kreupel was.
Als we blijven uitzien naar op alle punten onberispelijke leiders, zullen we lang moeten wachten. Trouwens, het wonderlijke van het democratische bestel, is dat het kan functioneren zonder helden of heiligen. Zoals het ook kan werken zonder volmaakte burgers en kiezers.
Waarom is het te betreuren dat gevestigde partijen aan belang verliezen in het electorale proces? De gevestigde partijen hebben een traditie achter zich en zijn dragers van een beleidsprogramma dat, min of meer, is geïnspireerd door een ideologie. Daarom zijn ze onderhevig aan een zekere traagheid. Van die partijen kan de ongeduldige burger geen plotse en drastische koerswijziging verwachten.Van een nieuwe politieke leider die niet ingebed is in een bestaande partij wel.
Een goede politieke leider is als een virtuoos die een concert moet uitvoeren.
Maar het euvel van de traagheid van de traditionele partijen wordt goedgemaakt door het feit dat het programma van traditionele partijen voorstellen omvat betreffende vele kwesties op de politieke agenda en dat een poging is gedaan om die voorstellen onderling te harmoniseren.
Kortstondige, hevige emoties kunnen ook in een traditionele partij een rol spelen, maar minder dan bij individuele vedettes die niet in toom worden gehouden door medewerkers in hun partijapparaat. Een goede politieke leider is als een virtuoos die een concert moet uitvoeren. Hij weet dat hij samen moet spelen met een orkest en het orkest niet kan vervangen.
Overigens is er aan de politieke vedettes in de democratie geen lang en gelukkig leven beschoren. Het ziet ernaar uit dat de huidige Amerikaanse president dat nu al moet ervaren.