‘Spreken van aangezicht tot aangezicht’, een West-Afrikaanse vluchteling leerde Anneke van der Werff er een belangrijke les over. ‘Hij zag de ogen van de gevangenbewaarders die hem vals aankeken als zij hem martelden.’
Jahwe sprak dan tot Mozes van aangezicht tot aangezicht, zoals een mens met zijn medemens spreekt. (Ex 33,11).
Maar Hij voegde eraan toe: Mijn gelaat kunt gij niet zien, want geen mens kan mijn gelaat zien en in leven blijven. (Ex 33, 20)
Wat is dat toch: spreken van aangezicht tot aangezicht?
Als kind leerde ik iemand die tegen mij sprak aan te kijken. Kwestie van beleefdheid, maar ook functioneel. Het aangezicht verraadt emoties van allerlei aard. De ogen zijn immers ‘de spiegel van de ziel’. Mijn kleinzoon van vier keek mij enige tijd onderzoekend aan en zei toen: ‘Ben je een beetje verdrietig, oma?’
In de spreekkamer van onze huisartspraktijk voerde ik regelmatig gesprekken ‘van mens tot medemens’. Ik merkte dat elkaar aankijken het gesprek vaak op een dieper niveau bracht. Tijdens de visite in het ziekenhuis is het dan ook beter dat de dokter niet naast het bed blijft staan, maar voor het gesprek bij hoofdeinde van het bed gaat zitten. De gezichten van dokter en patiënt zijn dan op gelijke hoogte, zodat ze elkaar kunnen aankijken. Helaas is dit in Nederlandse ziekenhuizen zeker (nog?) niet algemeen gebruikelijk.
Zijn relaas is een trieste aaneenschakeling van de gruwelijkste martelingen en vernederingen.
Betekent dat dat elkaar in de ogen kijken een voorwaarde is voor een goed gesprek? In een gespreksgroep kwam de vraag op: keken Jahwe en Mozes elkaar in de ogen? Hoe kan dat nou als Mozes het gelaat van de Heer niet mocht zien?”
Als rapporteur van iMMO (instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek) zie ik een jonge man, gevlucht uit een West-Afrikaans land, waar hij gemarteld en mishandeld is. Hij heeft asiel aangevraagd in Nederland. Zijn relaas is een trieste aaneenschakeling van de gruwelijkste martelingen en vernederingen. Ze verdachten hem van deelname aan een politieke beweging die zich tegen de overheid richtte. Hij werd gevangen gezet. In de gevangenis werd hij meerdere malen gefolterd, verkracht en met de dood bedreigd.
Voor het verloop van de asielprocedure is het van groot belang dat deze mensen gedetailleerd kunnen vertellen wat hun is overkomen. Hem kostte het de grootste moeite. Het gesprek duurde uren. Hij was ontredderd en had ook tijdens het gesprek herbelevingen van wat hem was overkomen. Hij zag de ogen van de gevangenbewaarders die hem vals aankeken als zij hem martelden.
Tijdens het gesprek keek hij mij niet aan.
Ook voor mij als onderzoeker was het zwaar. Met behoud van professionele distantie voelde ik mij betrokken en was ik verbijsterd over wat mensen elkaar kunnen aandoen. Zowel de cultuur in zijn land van herkomst, alsook de schaamte en afschuw over wat hem was overkomen, deden hem wegkijken.
Een gesprek van mens tot medemens, maar zonder elkaar aankijken. *
Hij was ontredderd en had ook tijdens het gesprek herbelevingen van wat hem was overkomen.
Aankijken hoort bij het non-verbale contact. Wij kunnen op vele wijzen naar elkaar kijken. Er is een blik die angst en schrik aanjaagt. Zo’n blik doet iemand ineenkrimpen en verstijven. Een liefdevolle blik daarentegen ontdooit, brengt warmte, geeft vertrouwen en bemoedigt. Soms is aankijken ongemakkelijk. Of indringend. Of gênant. Soms getuigt het van meer eerbied om juist niet aan te kijken.
Spreken van aangezicht tot aangezicht heeft dus niet zozeer te maken met ‘elkaar aankijken’, maar veeleer met ‘elkaar zien’. Met belangstelling, zorg, aandacht, vriendelijkheid, mededogen, liefde voor die ander als individu, als geliefd medemens.
Die eerlijke en oprechte aandacht kost tijd. Waar het in de medische wereld helaas nog weleens aan schort. Daar niet alleen trouwens…
Zo beschouwd zijn de bovenstaande Bijbelverzen helemaal niet met elkaar in tegenspraak.
*Omwille van de privacy is deze beschrijving een compilatie van verschillende casussen.