Toen een Brusselse universiteit haar vrouwelijke studenten vroeg ‘met een mooi décolleté’ op een proclamatie te verschijnen, waren de reacties niet van de lucht. Waarom eigenlijk?
Er was een tijd, nu al lang geleden, dat van op de kerkelijke kansels donderpreken weerklonken tegen onzedige kleding, vooral van jonge vrouwen. Nu niet meer. Maar zie, wat in katholieke milieus niet meer hardop wordt gezegd, dat klinkt nog in ander middens. Bij feministen bijvoorbeeld die vinden dat popidolen zoals Madonna en Beonce door hun buitenissige outfits niet alleen zichzelf maar ook hun seksegenoten belachelijk maken. Dat protest tegen onzedige kleding komt soms tot uiting waar de preutse katholieken van weleer het niet zouden verwacht hebben.
Aan de zeer vrijzinnige (Franstalige) universiteit van Brussel werden de studentes opgeroepen om op de proclamatie van de faculteit geneeskunde te verschijnen in een jurk ‘met een mooi décolleté’. Protesten, herrie, het kot te klein. Studentes verbolgen omdat de faculteit hen wilde zien als seksobjecten. Was het niet voldoende geweest om stijlvolle kledij aan te bevelen, zoals voor de jongeheren die gevraagd werden in kostuum te komen? Deze anekdote is meer dan een anekdote, het is een symptoom en verdient enige commentaar. Met (niet meer dan) de nodige ernst.
Studentes verbolgen omdat de faculteit hen wilde zien als seksobjecten.
Eerste feit. De uitnodiging kwam niet van de hoge heren van de faculteit maar van het secretariaat. Dat is uitsluitend bemand door vrouwen en kan dus niet al te gauw verdacht worden van machistisch seksisme. De dames van het secretariaat maakten zich kennelijk zorgen over het niveau van de kledij bij de zeer deftige gebeurtenis die een proclamatie zou moeten zijn. Hadden zij misschien gezien hoe vele jongedames in de stad rondlopen op zomerse dagen, gehuld of onthuld in spulletjes die beter passen op de zeedijk van Blankenberge of van Scheveningen dan in de aula van hun befaamde universiteit? Een andere, meer welwillende interpretatie van hun tussenkomst dringt zich op.
Merk dat de laatstejaars opgeroepen werden een ‘mooi décolleté’ te dragen. Dat sluit twee alternatieven uit. Het eerste daarvan is ‘geen décolleté’. Dat kan inderdaad een beetje discriminerend klinken tegen observante moslima’s en tegen ander studentes die zich beter voelen met een hoog gesloten kraagje. Dat alternatief had de uitnodiging verwaarloosd, ik weet ook niet waarom. Je weet als katholiek maar nooit met die vrijzinnigen. Het tweede alternatief is ‘een lelijk décolleté’. Dat er dames zijn die zich daarmee durven vertonen, wellicht zelfs op een universitaire campus, daarover kan geen twijfel bestaan.
Maar zo komen we bij de cruciale vraag: wat moeten we mooi en wat moeten we lelijk vinden?
Laten we aannemen dat de jongedame in kwestie haar halsuitsnijding mooi vindt en dus ook volkomen onschuldig en dat zij verwacht dat de anderen die ook mooi en dus onschuldig zullen vinden. Die verwachting zou getuigen van een echte of voorgewende kinderlijke onschuld. Of anders van een groot vertrouwen in de fijngevoeligheid en zelfbeheersing van de mannelijke sekse. Beide vormen van vertrouwen, die in de onschuld van de vrouwen en die in de zelfbeheersing van de mannen, zijn kenmerkend voor het niveau dat onze morele cultuur in onze westerse samenleving zou bereikt hebben en waardoor die zich superieur toont aan, bijvoorbeeld, de islamitische. Voorwaar een reden om trots te zijn op onze culturele verworvenheden.
Die verwachting zou getuigen van een echte of voorgewende kinderlijke onschuld.
En nu een andere interpretatie. Een ‘lelijk décolleté’ is te mijden omdat anderen dat niet enkel lelijk maar ook onaantrekkelijk vinden. Dat zullen die geleerde studentes geneeskunde ook wel weten. Des te verrassender is dat die oproep er toch gekomen is, hoewel de hogere instanties die al gauw met vele excuses hebben teruggetrokken. Waarom dan toch en waarom in de Brusselse universiteit? Huldigt men daar strengere opvattingen inzake dresscode en goede zeden? Of is de toestand daar zorgelijker dan elders? Het is moeilijk de eigenlijke motieven achter dergelijke oproepen te achterhalen. Die stammen nu eenmaal uit een voor vele mannen vreemde wereld.