Jezus’ geboorteverhalen spelen zich af onder gewone, onopvallende mensen. Want was hij met bombarie gekomen, dan was er niets geloofwaardigs aan geweest.
Domitianus was keizer van het Romeinse Rijk aan het einde van de eerste eeuw. Hij kreeg verontrustende berichten over een nieuwe religieuze beweging die zich beriep op een zekere Jezus van Nazareth. Daarom liet hij onderzoek doen naar de familie van die Jezus.
Men wist twee leden van die familie te ontdekken en die voor de keizer te brengen. Domitianus ondervroeg hen, maar al gauw bleek dat het arme stakkers waren, boeren met een klein lapje grond, handarbeiders met eeltige handen. Geen mensen die een bedreiging konden vormen voor de keizer en zijn rijk. Verwaarloosbare mensen die Domitianus misprijzend terug naar huis liet gaan. Dat wordt toch niets, zo moet hij gedacht hebben.
Arme stakkers, boeren met een klein lapje grond, handarbeiders met eeltige handen.
Later zou dat een grote vergissing blijken. Want die verwaarloosbare beweging is blijven groeien en heeft later in het Romeinse Rijk een ware omwenteling teweeggebracht. Deze anekdote wordt vermeld in het werk van de vroege kerkhistoricus Eusebius (en in dat van zijn voorganger Hegesippus). Zij herinnert ons eraan dat die grote culturele omwenteling klein en onopvallend begon. En dat terwijl in de mensheid – en zeker ook in de joodse traditie – altijd een verlangen heeft geleefd naar een grootse openbaring van God. Naar een openbaring die gepaard zou gaan met ophefmakende, zelfs apocalyptische gebeurtenissen.
In de evangelieverhalen over de geboorte van Jezus merken wij daar weinig of niets van. Het is waar dat die verhalen enigermate opgesmukt worden door engelenkoren en door een ster die niet stil bleef staan. Maar in wezen spelen die verhalen zich af onder heel gewone, onopvallende mensen, ergens in een uithoek van het Romeinse Rijk. Zelfs in een uithoek van het joodse land. Nee, daar had Domitianus de openbaring van God niet verwacht. De joden trouwens ook niet.
Het is waar dat die verhalen enigermate opgesmukt worden door engelenkoren.
Nochtans, als de grote God zich openbaart, kan Hij dat doen waar de mensen klein en bescheiden zijn. Waar zij zich niet omringen met pracht en praal. Waar zij geen grote indruk willen maken op ander mensen, om zo hun eigen geringheid te kunnen vergeten. Als God zich openbaart, zal zijn openbaring bijna onhoorbaar en onzichtbaar beginnen om daarna steeds verder te blijven groeien.
De openbaring van de ware God is een geschiedenis die zich geleidelijk voltrekt. Het contrast tussen het prille begin en de grootse voltooiing is wezenlijk voor een heilsgeschiedenis. Zonder het grootse gebeuren van de verrijzenis van Jezus zou zijn geboorte betekenisloos gebleven zijn. Zonder het stille gebeuren van zijn geboorte zou zijn verrijzenis wereldvreemd gebleven zijn.
Nochtans, als de grote God zich openbaart, kan Hij dat doen waar de mensen klein en bescheiden zijn.
In de evangelies wordt het verhaal van de geboorte van Jezus zo ingekleed dat bij de lezer hoge verwachtingen gewekt worden. Wat zal er met dit kind gebeuren? Het antwoord laat even op zich wachten. Maar er zal meer gebeuren dan mensen konden verwachten toen zij het vervolg van het verhaal nog niet kenden. Wij kennen dat vervolg wel, maar slechts ten dele. Want het verhaal van de heilsgeschiedenis is nog niet af, ook niet in onze tijd. Het verhaal is nooit af. Het wordt vervolgd en wij spelen erin mee.