In Antwerpen fuseren drie scholen onder de naam Ignatiaanse Scholen van Antwerpen. Waarom eigenlijk en wat zijn daar de voordelen van?
In Antwerpen zijn drie scholen overgegaan tot een fusie. Het Onze-Lieve-Vrouwecollege , het Xaveriuscollege en het Instituut van de Dames van het Christelijk Onderwijs vormen voortaan de Ignatiaanse Scholen van Antwerpen (IgnAS) met één vzw-bestuur en één opvoedingsproject.
Waarom die breuk met de traditie van drie befaamde en autonome scholen? Eén reden is gemakkelijk te raden. De schoolbesturen voelen een steeds zwaardere last van administratieve, financiële, technische beslommeringen. Een schaalvergroting dringt zich op. Want grotere scholen moeten relatief minder investeren in bestuurlijke aangelegenheden. Met minder talrijke maar meer deskundige bestuursleden kunnen zij meer werk verzetten dan de raden van bestuur van voor de fusie.
Maar die bestuurlijke hervorming is slechts een opstap naar een pedagogische vernieuwing. Een gezonde centralisatie moet de directie- en kaderleden van de scholen meer ruimte geven voor hun eigenlijke pedagogische verantwoordelijkheden. Mogen wij die uitkomst van de hervorming verhopen?
Met minder talrijke maar meer deskundige bestuursleden kunnen zij meer werk verzetten dan de raden van bestuur van voor de fusie.
Een eerste pluspunt is dat er nu meer verbondenheid gecreëerd kan worden onder de personeelsleden van de drie betrokken scholen. Vooreerst op het stuk van gemeenschappelijke cultuur. Zij kunnen nu samen genieten van dezelfde begeleiding van alle leerkrachten door CEBECO (de centrale dienst voor de jezuïetencolleges) en van de vormingsdagen die doorgaans plaatsvinden in Drongen. Bovendien zal het personeel meer worden uitgewisseld tussen de drie scholen: directeurs kunnen bijvoorbeeld leerkrachten waarvoor zij geen volledige opdracht beschikbaar hebben een aanvullende opdracht bieden in een andere ignatiaanse school.
En wat met de leerlingen? Na de vorming van een grotere schoolgemeenschap wordt het wellicht mogelijk zich ook te richten tot andere dan de traditionele “humaniora-leerlingen”. Tot leerlingen bijvoorbeeld waarvan de talenten eerder in de richting gaan van technische, creatieve of professionele studies. Maar deze mogelijkheid ligt vooralsnog op de tekentafel.
Tot leerlingen bijvoorbeeld waarvan de talenten eerder in de richting gaan van technische, creatieve of professionele studies.
In ieder geval moet de fusie meer armslag bieden voor de zorgbegeleiding en lesuren. Ook moet de fusie personeel beschikbaar stellen voor de “cura personalis” van individuele leerlingen die daaraan behoefte hebben. Dat zijn er nogal wat in onze stedelijke context en dan gaat het niet enkel over de ‘kansarme jongeren’. Voeg daarbij nog de groeiende levensbeschouwelijke diversiteit binnen de scholen – scholen die niet langer homogeen katholiek zijn.
Om tot een waarachtige dialoog te komen, vanuit de eigen identiteit, is een bijkomende inspanning nodig, met name een passende vorming van alle betrokkenen. De personeelsleden moeten daartoe in staat zijn, de leerlingen (en hun ouders) moeten daartoe bereid zijn. Hopelijk zal de fusie een pedagogische ruimte scheppen voor dit cruciale punt van het opvoedingsproject. De daarvoor nodige vorming zal eveneens aangeboden worden door de pedagogische begeleiders van CEBECO. Daarnaast zijn er de vormingsdagen in Drongen waarop de beginnende leerkrachten, maar niet alleen zij, uitgenodigd worden.
Dit mag ambitieus klinken. Maar de kansen liggen niet slecht. Want leerkrachten werken graag op onze colleges.
Aan de kant van de leerlingen en van hun ouders moet natuurlijk de juiste verwachting bestaan. Het komt erop aan het imago van de IgnaS scholen zo te verduidelijken dat het aspect van de Ignatiaanse pedagogie sterker naar voor komt. Dit mag ambitieus klinken. Maar de kansen liggen niet slecht. Want leerkrachten werken graag op onze colleges. Naast leraar zijn velen ook vrijwilliger voor naschoolse en buitenschoolse taken. Vele ouders staan te dringen om hun kinderen aan deze colleges toe te vertrouwen. Kortom, met de vraag naar het pedagogische aanbod zit het goed. Nu nog het pedagogische aanbod beter verzorgen.
Even een sceptische noot? Deze fusie houdt een centralisatie in. Gaat die niet verlammend werken op de vrijwillige inzet van onderuit, tot nu toe één van de grote troeven van de colleges? Dit risico is niet te onderschatten. Maar in feite omvat de centralisatie enkel de bestuurlijke materies van de nieuwe schoolgemeenschap en niet de pedagogische. Die blijven toevertrouwd aan de autonome lokale directies. Die zijn aanwezig in het centrale bestuursorgaan en kunnen daar hun stem laten horen.
Peter Michielsens was leraar, algemeen directeur van een jezuïetencollege en inspecteur-generaal voor het onderwijs van de Vlaamse gemeenschap. Tegenwoordig is hij als bestuurder/voorzitter betrokken bij het bestuur van de Ignatiaanse Scholen van Antwerpen.