In Zwolle zijn twee tentoonstellingen ingericht over het ontstaan van de Moderne Devotie – de beweging van innerlijke vernieuwing die midden 14e eeuw begon in ons land.
De schrijver André Malraux zei in 1972: “De taak van de komende eeuw zal zijn het reïntegreren van de goden.” Het gaat Malraux om het terugvinden van het gevoel voor het transcendente.
In de Middeleeuwen was dat niet nodig – het gevoel voor het transcendente, het mysterie, was alom aanwezig. Er was een ander probleem dat met integratie te maken had: in de 14e eeuw was God onbereikbaar en ver weg. Geert Grote en zijn gezellen wilden de weg naar God en naar Christus weer open leggen. Dat deden zij – net als Franciscus een eeuw eerder – door nadruk te leggen op de menselijke kant van Christus die blijkt uit zijn kinderjaren en vooral uit zijn lijden.
Er wordt wat afgeleden op de tentoonstellingen in Zwolle: Ecce Homo, man van smarten, Christus op de koude steen, kruisiging en kruisafname. De mooiste beelden zijn van hard eikenhout: moeilijk voor de beeldhouwer, maar door de materiaalkeuze is veel bewaard. Het zachtere lindehout heeft de voorkeur van de mindere kunstenaar en van de houtworm.
Quinten Massys, Kruisdraging (detail).
De wetenschap over God en de beleving van het mysterie waren de voorgaande honderd jaar gescheiden wegen gegaan. In de geschiedenis van de geesteswetenschappen heet dat: de scheiding tussen theologie en spiritualiteit. In kloosters bij de universiteiten schrijven geleerden als Thomas van Aquino, Bonaventura en Duns Scotus in het Latijn wetenschappelijke werken over God. In de IJsselvallei, in Zwolle en Deventer, schrijven vrome mannen in het Nederlands gebedenboeken om de gewone burger dichter bij God te brengen. Het gaat met de hand, de boekdrukkunst laat nog op zich wachten. Perkament en papier zijn duur, de boekjes zijn klein, er is nauwelijks wit tussen de regels en het wemelt van de afkortingen. In de marges en bij het begin van een nieuw hoofdstuk maken de broeders prachtige kleurrijke versieringen: miniaturen.
In de twee musea in Zwolle wordt met beelden, boeken en verhalen het begin van de Moderne Devotie belicht. Het beste is om te beginnen in het Stedelijk Museum: dat museum is iets minder makkelijk te vinden en de tentoonstelling daar, Aan God Gehecht, is kleiner. Het draait hier om twee sleutelfiguren: Geert Grote uit Deventer, de stichter van de beweging en Thomas van Kempen, auteur van de wereldwijde bestseller De navolging van Christus en begraven in de basiliek om de hoek.
In de IJsselvallei schrijven vrome mannen gebedenboeken om de gewone burger dichter bij God te brengen.
In Museum de Fundatie is de tentoonstelling met Kunst en Handschriften uit de Moderne Devotie. Hier zijn de devotieboekjes met kleurrijke miniaturen tentoongesteld – met een iPad kun je erin bladeren. Het oude Nederlands is goed te begrijpen. Er zijn prachtige houten devotiebeelden uit de 15e eeuw en er hangen gravures en schilderijen van grootheden als Albrecht Dürer en Jan Gossaert.
In De Fundatie is een nieuw boekje te koop van kerkhistoricus Auke Jelsma, Bloemen uit de hemel. Hij gaat in gesprek met Geert Grote over zijn verleden als ketterjager, zijn studies in Parijs, zijn vrouwenhaat en de ontmoeting met Jan van Ruusbroec in de bossen bij Brussel. Het is ideale lectuur om na te genieten in de trein. Op de heenweg kun u zich voorbereiden door wat te grasduinen in De navolging van Christus van Thomas à Kempis: misschien hebt u nog wel ergens een exemplaar liggen.
De tentoonstellingen waren te zien tot 8 januari 2012.