Terwijl Marguerite Barankitse in Burundi haar hart en ziel geeft voor wezen na de slachtpartijen tussen Hutu’s en Tutsi’s, wil geldschieter de Verenigde Naties antwoorden op allerlei formulieren. Logisch, maar dan ken je Marguerite nog niet.
In 2004 kreeg Marguerite Barankitse in één van de mooiste zalen van Brussel, het Concert Noble, een prijs uitgereikt door de Verenigde Naties. Omdat ik in die tijd in Brussel werkte voor vluchtelingen was ik erbij. Van Marguerite had ik nog nooit gehoord en van de prijs die ze zou krijgen, de Nansen Refugee Award, evenmin. Het werd een onvergetelijke avond.
Zoveel gezonde spot met de papierwinkel waar we allemaal aan bijdragen
De ster van de avond was Marguerite zelf. Ze kreeg de prijs van de Hoge Commissaris voor Vluchtelingen van de United Nations, de UNHCR, vanwege de weeshuizen die ze oprichtte na de onlusten en slachtpartijen tussen Hutu’s en Tutsi’s in Burundi. Men schat dat zij en haar medewerkers vanaf 1993 meer dan 20.000 kinderen opvingen, van alle etnische groepen. Haar toespraak die avond was kort en hilarisch. Ik heb nooit in een Brusselse vergaderzaal zoveel vrolijkheid en tumult, gemengd met zelfspot en bewondering gezien. Marguerite zei ongeveer het volgende:
Ik had nooit gedacht dat ik deze prijs van de UNHCR zou krijgen.
Ik dacht dat ze nooit meer met me zouden willen praten.
Ik had geld gekregen van de UNHCR voor ons weeshuis – en toen kwamen al die formulieren met die eindeloze vragen.
De litanie was meer dan een bladzijde lang en de zaal was opgetogen: zoveel gezonde spot met de papierwinkel waar we allemaal aan bijdragen, en zoveel bewondering voor de vrouw die daar met humor en hartstocht doorheen prikt.
Er waren diplomaten uit Genève en uit Brussel, een Belgische militair met zijn Burundese echtgenote, leden van het Europese Parlement en ambtenaren van de Europese Unie. Op de eerste rij zat prinses Mathilde – die ik overigens niet herkende maar waarvan ik dacht, die vrouw ken ik toch ergens van… Er waren Afrikaanse ambassadrices in prachtige kleurrijke gewaden die afstaken bij de Europese mannen in allemaal hetzelfde saaie grijze pak. We genoten van een vrouw met een hart van goud, met een talent om te organiseren, met een onuitputtelijke liefde voor kinderen en met vertrouwen in de mensheid ondanks alles. In 2005 verscheen een boek over haar met de titel: Haat heeft niet het laatste woord.
Wat is het doel van uw organisatie? Ik schreef op AMOUR
Marguerite Barankitse kreeg haar eerste eredoctoraat in 2004 in Leuven, haar zevende vorig jaar in Seattle. Omdat Marguerite niet bang is en niet zwijgt, moest ze haar eigen land Burundi ontvluchten. Omdat ze niet aanvaardde dat de zittende president herkozen wilde worden terwijl de grondwet dat niet toelaat en omdat ze politieke gevangenen bezocht, werd een prijs op haar hoofd gezet. Nu leidt ze als vluchteling projecten in buurland Rwanda. Het werk gaat door en heet nog steeds Maison Shalom, huizen van vrede.
De Nansen Refugee Award ging twee jaar later naar Katrine Camilleri, van de Jesuit Refugee Service Malta. Toen mocht ik als trotse collega op de eerste rij zitten. Er zat geen prinses naast me, maar wel de prijswinnares, en dat was minstens zo bijzonder. Maar we hebben in 2006 niet zo veel gelachen als toen in Brussel – dat was uniek.