Nu Groot-Brittannië de EU verlaat, probeert Engelsman Philip Endean SJ te achterhalen waardoor een meerderheid van zijn landgenoten die Brexit eigenlijk zo graag wilde.
De spreker (Philip Endean SJ) was een Engelsman, vroeger hoogleraar theologie in Londen en thans in Parijs. Hij stelde zichzelf voor als iemand die met volle overtuiging tegen (remain) de Brexit had gestemd en die zich (als halve Ier) nadien een Iers paspoort had aangeschaft. Kwestie van zich voor te bereiden op de onvermijdelijke kwalijke gevolgen van de triomferende leave. Niettemin vroeg hij enig begrip voor de overwegingen van de vele Britten die zich voor de Brexit hadden uitgesproken.
Hun stem ten gunste van leave was meer dan een gril die snel ongedaan is gemaakt. Hun motivering wortelt in diepe, blijvende bekommernissen. Die was bijzonder present in streken waar de stijging van de inkomens sinds 1997 onder het gemiddelde is gebleven. Hun stem is dus ten dele ingegeven door een protest tegen een politieke en sociale elite die hen had overgelaten aan economische marginalisering. Het is moeilijk dergelijke mensen te overtuigen van het kortzichtige van hun overwegingen en van het ongegronde van hun afkeer van het sociaal-politieke establishment. Dit is een gedaante van het populisme dat ook elders in Europa (en in de VS) de kop opsteekt.
Hun motivering heeft dikwijls ook een culturele voedingsbodem. De pro-Brexit stemmers stonden over het algemeen vijandig tegen strekkingen zoals het multiculturalisme, het feminisme en het ecologisme. Tevens waren zij meer voorstander van het herstel van de doodstraf. Jonge mensen, hoogopgeleide mensen, professioneel bevoorrechte mensen voelen zich doorgaans in staat om deze tendensen van de moderne wereld te omarmen of althans te dulden. Maar zij vormen een minderheid van het Britse electoraat en zullen nog geruime tijd een minderheid blijven. De meerderheid, hoe nipt ook, kijkt graag terug naar het grootse verleden, naar het Brittannia rules the waves van weleer. Een verleden dat vlug aan het verdwijnen is maar waarin het heerlijk verwijlen is.
Een verleden dat vlug aan het verdwijnen is maar waarin het heerlijk verwijlen is.
Volgens deze analyse houden vele Britten te weinig rekening met de harde feiten van de mondiale ontwikkelingen op economisch en cultureel niveau en dat zal nog wel een tijdje zo blijven. Of trekt hun gezichtsbeneveling misschien toch snel op? Sinds tientallen jaren hebben de veelal rechtse Britse boulevardbladen een anti-Europese propaganda gevoerd, gedreven door persmagnaten die niet zonder reden een veelal linkse Europese regelgeving vreesden. Als we er nu eens in slaagden die propaganda door te prikken? Als de kwalijke gevolgen van een Brexit snel tastbaar zouden worden? Zou dan niet de tijd aanbreken om een tweede referendum te organiseren en zo het eerste ongedaan te maken?
Philip Endean SJ was, misschien verrassend, geen voorstander van een tweede referendum, althans niet op korte termijn. De tegenstelling tussen remain en leave is inmiddels zo verhard dat vele Brexiteers een koerswijziging als een verraad zouden zien, als een verraad aan het volk dat nu al zo wantrouwig staat tegenover zijn politieke verantwoordelijken.
Hebben wij die altijd enigszins weerbarstige lidstaat wel nodig?
Onze vraag is of wij, Europeanen van het vasteland, het vertrek van Groot-Brittannië uit de EU moeten betreuren. Hebben wij die altijd enigszins weerbarstige lidstaat wel nodig? Niet zozeer voor ons eigen economisch en sociaal bestel, zo zullen velen antwoorden. Maar anderen zullen opmerken dat die lidstaat wel een grote rol kan spelen, en gespeeld heeft, in het buitenlands beleid van de EU. Groot-Brittannië heeft na de tweede wereldoorlog de spanning tussen Frankrijk en Duitsland omgevormd tot een samenwerking. En in een meer recent verleden, na de val van het ijzeren gordijn, heeft Groot-Brittannië de samenwerking tussen West- en Oost-Europa in gang gezet.
En nu staat de EU voor de opdracht, waar mogelijk en wenselijk, tussen beiden te komen in internationale conflicten buiten haar grenzen. Dat kan zij niet overlaten aan de VS, aan China, aan Rusland. Samen met Groot-Brittannië zou de EU die cruciale opdracht beter aankunnen.
Al was het maar omdat Groot-Brittannië het meest inzetbaar leger heeft om her en der de vrede te herstellen en te handhaven. Denken we maar aan de conflicten in Rwanda en in Bosnia. De werkelijkheid is nu eenmaal zo dat militaire interventies wenselijk en noodzakelijk zijn. Liefst met een mandaat van de UNO.