Abt Christophe Monsieur leest met zijn broeders het boek van bisschop Budde die president Trump opriep barmhartig en mededogend te zijn. Ze nodigt ons uit, in haar oproep om “de weg van de liefde” te gaan, om te erkennen dat echte moed niet de moed van de machtigen is, maar die van mensen die bereid zijn in waarheid lief te hebben, zelfs wanneer het iets kost, zelfs wanneer het onzeker is.
In kloosters en abdijen is de maaltijd vaak een moment waar de lichamelijke honger wordt gestild en de geestelijke honger wordt gevoed. Tijdens deze advent wordt aan onze tafel een boek voorgelezen van Marianne Budde, de episcopaalse bisschop van Washington. In januari 2025 riep ze president Trump bij zijn inauguratie op om zich te laten leiden door barmhartigheid en mededogen. De titel van het boek dat ons deze advent inspireert, klinkt als een sterk appèl: “Durf moedig te zijn op beslissende momenten”. En elders: “Moed is geen gave. Het is een keuze die elke dag opnieuw gemaakt moet worden”.
Het deed me denken dat de Advent een tijd is waarin de stilte gevuld raakt met verwachting. We komen samen, misschien een beetje moe, een beetje verstrooid, rond de belofte van Kerstmis: God komt – niet als een overwinnaar, maar als een kwetsbaar kind. Deze komst zet onze ideeën over moed, kracht en de manier waarop God in onze wereld werkzaam is op zijn kop. Marianne Budde nodigt ons uit, in haar oproep om “de weg van de liefde” te gaan, om te erkennen dat echte moed niet de moed van de machtigen is, maar die van mensen die bereid zijn in waarheid lief te hebben, zelfs wanneer het iets kost, zelfs wanneer het onzeker is.
God kiest niet voor onaantastbaarheid, maar voor nabijheid
In deze tijd van innerlijke voorbereiding wordt de kerststal een school van geestelijke moed. Ze laat ons zien dat God niet kiest voor onaantastbaarheid, maar voor nabijheid. Niet voor macht, maar voor relatie. Hij komt het licht niet opleggen, maar aanbieden – als een kwetsbare vlam die aandachtige handen nodig heeft om niet te doven.
Budde richt de aandacht op deze vorm van moed die begint met verwelkomen: verwelkomen wat echt en waarachtig is in ons. Niet wat we zouden willen tonen, maar wat er werkelijk leeft: onze kwetsbaarheden, onze tegenstrijdigheden, onze wonden, maar ook onze diepe verlangens, onze aanzetten om goed te doen, onze dromen van gerechtigheid. Kerstmis roept ons niet op om onze gebrokenheid te verbergen, maar om ze de plaats te laten worden waar God binnen kan komen.
Waar is de kerststal in mij?
Zo kunnen we ons in het gebed afvragen: Waar is de kerststal in mij? Waar is die arme, eenvoudige, wat rommelige plek waar het licht zou kunnen geboren worden als ik het durfde te ontvangen? Misschien is het een deel van ons leven dat dor en leeg lijkt. Een relatie die zachtheid nodig heeft. Een angst die we al lang meedragen. Een deel van onszelf dat we te kwetsbaar vinden om aan te bieden. En toch is het juist dáár dat God kiest om te komen.
De moed waarover Budde spreekt, is niet spectaculair. Het is de moed van elke keer één stapje zetten. De moed om te luisteren vóór we spreken. De moed om een beetje meer lief te hebben dan onze krachten eigenlijk toelaten. De moed om stil te vallen, te ademen, ons te openen voor de goddelijke aanwezigheid die fluistert in onze duisternis. De moed om te geloven dat het licht kan groeien, ook al zien we het nog niet.
Laat Uw komst mijn manier van leven omvormen, niet alleen vandaag, maar in elke daad.
In een wereld die getekend wordt door angst, ongeduld, individualisme en soms hardheid, wordt het verwelkomen van Christus een diep tegen-culturele daad. Het betekent zachtheid kiezen in een klimaat van agressie, mededogen in een context van onverschilligheid, gerechtigheid in een systeem dat vaak de sterkste bevoordeelt. Het betekent vertrouwen op het innerlijke licht in plaats van op de uiterlijke angst.
Daarom vragen Advent en Kerstmis om een actieve houding: niet wachten tot God alles doet, maar zelf hoeders worden van Zijn licht. We worden uitgenodigd om te zijn zoals Jozef en Maria: misschien bezorgd, zeker in de war, maar open voor de mogelijkheid dat God ons iets kostbaars toevertrouwt — een opdracht van liefde in het hart van ons dagelijks leven.
Zo kunnen we in de dagen vóór Kerstmis dit gebed bidden:
Heer, leer mij de moed van Uw liefde.
De moed om in de waarheid te staan,
om mijn angsten te erkennen zonder ze te volgen,
om Uw licht toe te laten waar ik het niet verwachtte.
Geef mij de moed om eenvoudig lief te hebben,
om nederig te gaan,
om te blijven hopen, tegen alles in.
Maak van mijn hart een stal waar U geboren kunt worden.
En laat Uw komst mijn manier van leven omvormen,
niet alleen vandaag, maar in elke daad.
Amen.
Marianne Budde, Durf moedig te zijn op beslissende momenten, Kok Boekencentrum, 2025