Een boek dat het doemdenken over Sub-Saharaans Afrika tegenspreekt en handelt over de “gedroomde toekomst” van landen waarover wij alleen slecht nieuws horen in de media, zal velen uiterst wonderlijk overkomen. Auteur Loïc De Cannière durft nochtans onomwonden verklaren dat hij “gegronde redenen (heeft) om optimistisch te zijn over Afrika”.
Zelf heb ik 45 jaar in RDCongo gewerkt en ervaar ik pijnlijk hoe men in Europa laatdunkend blijft neerkijken op Afrika en zijn bevolking, met zo goed als geen kennis of interesse voor wat zich in die ogenschijnlijk chaotische smeltkroes aan het ontwikkelen is.
De droom van Loïc De Cannière is ontstaan door wat hij zijn “mentaal keerpunt” noemt. Een keerpunt dat eigenlijk haaks staat op de paternalistische aanpak van de “ontwikkelingshulp” die ontstond na de dekolonisatie. Economist De Cannière leerde in die jaren de niet-westerse wereld kennen als werknemer van het Belgisch Waterbouwbedrijf DEME. Tijdens vele buitenlandse reizen leerde hij omgaan met mensen van andere cultuur zonder “zijn witte wereld” boven hen te plaatsen. Hij ontdekte met de interesse van een sociaal gedreven econoom dat in “ontwikkelingslanden” mensen inventief genoeg konden zijn om verbetering van hun levenscondities na te streven zonder invloed van “buitenaf”. Er was echter wel nood aan professionele begeleiding en financiële steun.
Een bijzonder hoopvolle blik wat deze regio kan betekenen voor de wereld
Toen in 2000 het investeringsbedrijf Incofin een “Manager Zuid” zocht te rekruteren aarzelde hij geen ogenblik om zich kandidaat te stellen. Als Investment Manager en huidig Ceo van Incofin heeft hij gedurende meer dan twintig jaar zijn inzichten kunnen toetsen aan de realiteit, vooral in Sub-Saharaans Afrika. Het leidde tot dit boek met een bijzonder hoopvolle blik op wat deze regio met zijn sterke bevolkingsgroei en zijn natuurlijke rijkdommen kan betekenen voor de wereld en vooral ook voor Europa, met als streefdatum 2050.
In vijf hoofdstukken met een schat aan veelzijdige informatie en statistische berekeningen, toont hij ons dat zijn droom over de toekomst van Afrika geen “wishful thinking” is. Door zijn omgang “in het veld” met Afrikaanse dynamische ondernemers en zijn persoonlijke betrokkenheid bij lokale initiatieven van kleine en middelgrote ondernemingen (mkmo’s), weet hij overtuigend aan te tonen dat deze aanpak efficiënter is voor ontwikkeling en creatie van betere levenscondities dan bijvoorbeeld de grootscheepse acties van internationale ondernemingen die maar al te dikwijls meer zichzelf en de plaatselijke politieke leiders dan de lokale bevolking begunstigen.
Een onbetwistbare “economische dynamiek van onderuit” die de heer De Cannière met heel wat voorbeelden plaatselijk aanwezig toont in creatief en vindingrijk ondernemingsschap, vooral bij jongeren en zelfs laaggeschoolden. Het Westen zou dit moeten steunen en bevorderen, in plaats van een dynamiek die onder vorm van “ontwikkelingssamenwerking” meestal door Westerse mogendheden en ngo’s “van buiten- en bovenuit” wordt opgelegd volgens Westerse inzichten en patronen. De Cannière steunt zelf financieel veel lokale bedrijfjes die uit eigen initiatief zijn ontstaan.
De aanwezige creativiteit van de jonge bevolking rechtvaardigt groot optimisme voor de toekomst
Hij is genuanceerd en realistisch genoeg om ook tegenslagen niet te verzwijgen en hij spreekt zonder aarzelen zijn verontwaardiging uit over het feit dat originele en beloftevolle initiatieven niet zelden gedwarsboomd worden door corrupte administraties en politici. Maar hij blijft er diep van overtuigd “dat de overal aanwezige creativiteit van de jonge bevolking (zijn) groot optimisme voor de toekomst rechtvaardigt.” Hij nodigt “iedereen uit om voorbij de indruk van hopeloosheid die de nieuwsberichten over Afrika kunnen wekken, oog te hebben voor de onderliggende dynamiek van het continent”. Een onbetwistbare “economische dynamiek van onderuit” die het Westen zou moeten bevorderen en steunen, in plaats van een dynamiek die onder vorm van “ontwikkelingssamenwerking” meestal “van buiten- en bovenuit” door Westerse mogendheden en ngo’s wordt opgelegd.
Loïc De Cannière, Afrika : een gedroomde toekomst, Pelckmans 2024, 215 pp.