Hebben de verkiezingen van 2018 in Congo tot meer democratie geleid? Miljoenen Congolezen stemden in de hoop op het einde van corruptie.
In het enorme land dat wij kennen als Congo-Kinshasa werden op 30 december 2018, tegen (bijna) alle verwachtingen in, parlements- en presidentsverkiezingen georganiseerd. Eindelijk! Burgerplatformen en de Katholieke Kerk hadden de druk op de zittende president Kabila zo hoog opgevoerd dat het ondenkbaar was geworden dat hij zijn sinds 2016 afgelopen mandaat nog verder zou verlengen en zelfs dat hij kandidaat zou zijn om zichzelf op te volgen.
Een hoog opgeleide, succesvolle en politiek onbesproken zakenman
Enkele dagen voor de deadline schoof hij een vertrouweling, Emmanuel Shadary, naar voor als zijn kandidaat. De even oppositiepartijen hadden Martin Fayulu, een hoog opgeleide, succesvolle en politiek onbesproken zakenman, aangeduid als de kandidaat van hun Lamuka-coalitie (Lamuka betekent zoveel als “ontwaken”). Een broze coalitie, want nog geen dag later trokken twee belangrijke oppositiefiguren, Félix Tshisekedi en Vital Kamerhe, zich eruit terug.
Logistiek was de organisatie van de verkiezingen een nachtmerrie. Zo werden op 13 december zeventig procent van de stemcomputers van de hoofdstad vernield door brand. De campagne van de oppositie kreeg ook vele stokken in de wielen gestoken. Toch trokken miljoenen Congolezen naar de stembus, hopend op het einde van de corruptie die het land sinds jaren teistert. In de eerste weken van 2019 was het bang afwachten welke resultaten de kiescommissie bekend zou maken.
Tot verbazing van velen riep op 10 januari riep de verkiezingscommissie Félix Tshikedi uit tot winnaar van de presidentsverkiezingen. Hij zou 38,5 procent van de stemmen behaald hebben, Fayulu 34,7 procent, Shadary 23,8 procent. Deze resultaten werden, na enige aarzeling, erkend door Congo’s buurlanden en door internationale partners.
De uitspraak van de verkiezingscommissie werd echter al meteen gecontesteerd door de Katholieke Kerk. Op basis van gegevens verzameld door een netwerk van veertigduizend goed voorbereide waarnemers meende die dat Fayulu een absolute meerderheid had behaald. In diezelfde richting wezen ook een welgemikt lek in de Financial Times, op basis van de gegevens van de verkiezingscommissie, en een opiniepoll die een week voordien was georganiseerd. Drie onafhankelijke bronnen bevestigden dus het overtuigende succes van de oppositie in flagrante tegenstelling met uitspraak van een politiek orgaan dat bestond uit creaturen van Kabila.
Op langere termijn blijft de hoop bestaan op een machtsdeling
Algemeen wordt aangenomen dat Kabila een deal had gemaakt met Tshisekedi. Achter de schermen zou hij aan de touwtjes blijven trekken en Tshisekedi zou zich ermee vergenoegen de formele president te zijn. Dit scenario heeft een voordeel: op korte termijn blijft geweld uit en op langere termijn blijft de hoop bestaan op een machtsdeling.
We mogen hier geen gewag maken van een “democratie op zijn Afrikaans”, zoals de Franse ambassadeur zich liet ontvallen. Maar wellicht wel van “een beetje meer democratie”. De oude president heeft moeten inbinden en er is geen geweld uitgebroken. Democratie is alleszins afhankelijk van meer dan een stembusslag. Zij is de vrucht van een strijd op vele fronten, een strijd die nooit af zal zijn.
Martin Fayulu gaf begin maart een uiteenzetting aan de Universiteit Antwerpen. Zijn bezoek situeert zich in een politiek schaakspel op drie borden tegelijk.
Hij kwam allereerst in Westerse landen steun zoeken voor zijn oproep om nieuwe verkiezingen te organiseren. Die landen zitten ermee in hun maag. Hoe enerzijds de steun aan de democratisering prioritair stellen en anderzijds de nieuwe president van Congo feliciteren? Hun invloed is de laatste jaren trouwens verzwakt ten gunste van Congo’s nieuwere economische partners zoals Brazilië of China. Die nemen het met mensenrechten en democratie minder nauw en hechten meer belang aan politieke stabiliteit.
Fayulu ziet zich verplicht handig te laveren
Fayulu moet ten tweede ook schaken binnen de Lamuka-coalitie. Daar is zijn rol na de verkiezingen niet langer evident. Sterkhouders van deze coalitie, zoals Jean-Pierre Bemba en Moïse Katumbi, hebben wellicht ook presidentiële ambities.
Veel hangt ten slotte af van het schaakspel tussen Kabila en Tshisekedi. Hun deal kan, onder druk van hun achterban, van Congolese burgerbewegingen én van de internationale gemeenschap, eindigen in een patstelling. In zo’n scenario zou een regering van nationale eenheid een kans krijgen en dus ook Fayulu’s Lamuku-beweging.
Fayulu ziet zich verplicht handig te laveren tussen deze verschillende schaakborden. Politiek bedrijven in Congo, het lijkt nog een tikkeltje moeilijker dan in pakweg Nederland of België.