Jezuïet Dries van den Akker is al zijn hele leven bezig met Markus. In deze serie gidst hij ons in vier afleveringen door dit fascinerende evangelie en laat hij ons met nieuwe ogen naar Jezus kijken.
Geen podcast missen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief. Of abonneer je op de podcast op iTunes, Soundcloud of Spotify.
‘Begin van de Goede Boodschap van Jezus, Messias, zoon van God.’ Zo opent Markus zijn boek over Jezus. En daarmee is alles gezegd. De hele opbouw van zijn evangelie gaat schuil in deze eerste zin.
Hier kijkt Markus even op van zijn papieren
Markus belooft twee dingen over Jezus te vertellen. Ten eerste dat hij is Messias en ten tweede dat hij is zoon van God. Wij, lezers/luisteraars, worden dus meteen in de eerste zin op de hoogte gebracht van Jezus’ geheim. Maar de mensen binnen het verhaal moeten daar gaandeweg achter zien te komen.
Welnu, halverwege het achtste hoofdstuk vraagt Jezus aan zijn leerlingen: ‘Hoe denken jullie over mij?’ Petrus, de belangrijkste leerling, antwoordt: ‘U bent de Messias’. Hier kijkt Markus even op van zijn papieren: ‘Ziet u, dames en heren, dat is het eerste wat ik over Jezus zou vertellen: hoe men erachter kwam dat hij de Messias is. Rest mij nog te vertellen hoe men erachter kwam dat hij is zoon van God.’
Welnu, aan het einde van het vijftiende hoofdstuk krijgen wij te horen onder welke dramatische omstandigheden Jezus aan het kruis is gestorven. Een Romeinse officier die daar staat opgesteld, zegt: ‘Deze was waarlijk zoon van God’. Weer kijkt Markus even op: ‘Ziet u, dat was het tweede wat ik zou vertellen: hoe men erachter kwam dat Jezus is zoon van God.’ Tenslotte volgt de afronding van Markus’ verhaal waarbij hij nog een gigantische verrassing in petto heeft: dat Jezus opstaat uit de dood.
Jesaja gebruikt dit woord als werkwoord: ‘Goede Boodschap brengen’.
Zo gezien valt Markus’ evangelie dus uiteen in twee delen, aangeduid met de woorden van herkenning Messias en zoon van God.
Maar die tweedeling zat eigenlijk al verborgen in het woord ‘Goede Boodschap’ (evangelie), waarmee Markus zijn boek over Jezus begint: ‘Begin van de Goede Boodschap van Jezus…’ Dat woord ontleent hij aan zijn religieuze traditie, wat wij, christenen, het Oude Testament noemen (eerbiediger zou het zijn te spreken van het Eerste Testament). Met name neemt hij dit woord over van de profeet Jesaja. Hij is de profeet van de ‘Goede Boodschap’ (evangelie). Jesaja gebruikt dit woord nooit als zelfstandig naamwoord: ‘Goede Boodschap’, maar steeds als werkwoord: ‘Goede Boodschap brengen’.
Zo horen we dat woord in Jesaja 40,9-10 tot tweemaal toe. Wat houdt de Goede Boodschap daar in? Dat God zelf naar Jeruzalem zal komen, met krachtige arm.
In Jesaja 52,7 gebruikt de profeet het woord ‘Goede Boodschap brengen’ opnieuw twee keer. Nu luidt de Goede Boodschap dat God naar Jeruzalem komt om daar zijn koningschap* te vestigen.
Die Messias zal te herkennen zijn aan het feit dat hij hulpbehoevende mensen geneest en redt.
De derde tekst is Jesaja 61,1. Daar luidt de Goede Boodschap dat God zijn Messias(!) zal zenden om mensen die – in welke betekenis van het woord dan ook – hulp behoeven, te genezen en te redden.
Als we die drie teksten samen nemen, luidt de Goede Boodschap dat God zelf naar Jeruzalem zal komen om daar zijn koningschap te vestigen. Hij zal dat doen in de persoon van zijn Messias. Die Messias zal te herkennen zijn aan het feit dat hij hulpbehoevende mensen geneest en redt.
Welnu, dat is precies wat Markus over Jezus gaat vertellen. In het eerste deel van zijn evangelie zien we vooral hoe Jezus hulpbehoevende mensen geneest en redt. Dat loopt uit op het moment dat hij bij monde van Petrus door zijn leerlingen wordt herkend als de Messias, zoals die door Jesaja in het vooruitzicht was gesteld. In het tweede deel trekt Jezus-Messias op naar Jeruzalem om daar Gods koningschap te vestigen.
Die tweedeling wordt nog eens bevestigd door de aardrijkskundige aanduidingen in Markus’ evangelie. Het eerste deel speelt zich af in het noorden van Israël en zelfs in het nog noordelijker gelegen buitenland. In het tweede deel horen we hoe Jezus ‘op weg’ is richting Jeruzalem (8,30-10,52), en wat er verder met hem gebeurt, als hij daar eenmaal is aangekomen (11,1-16,8).
Door hem als koning te verkleden en hem het eresaluut te brengen
Alleen ziet dat koningschap van Jezus namens God in Jeruzalem er heel anders uit dan je zou verwachten. Hij zal daar door zijn eigen volksgenoten weggehoond worden, door soldaten belachelijk gemaakt door hem als koning te verkleden en hem het eresaluut te brengen. Tenslotte zal hij aan het kruis sterven met boven het opschrift: ‘De Koning van de Joden’.
Wie zou nou toch ooit gedacht hebben dat de teksten van de profeet Jesaja op deze manier moesten worden ingevuld en verstaan?
*Ik geef de voorkeur aan de vertaling ‘koningschap’ boven ‘koninkrijk’. Het woord ‘koninkrijk’ associeert met een gebied dat je op de kaart zou kunnen aanwijzen, zoals bv. Het Koninkrijk der Nederlanden. Gods Koningschap betreft echter niet een gebied, maar een situatie waar mensen God als hun Koning beschouwen door te leven naar zijn wetten en geboden.
Deze serie is gebaseerd op het boek dat Dries van den Akker voor Ignis webmagazine en Berne media schreef: Ga anders denken. Lees hier deel 1 van deze serie: Wie was de evangelist Markus?
Afbeelding boven artikel, evangelist Markus.
Dries van den Akker SJ. Ga anders denken – Jezus leren kennen door de bril van Markus. Ignis-Berne, Heeswijk, 2020. 176 blz. € 24,95. Bestel hier een exemplaar van het boek.