Jezus heeft net gehoord dat Johannes de Doper is vermoord. Hij verlangt naar rust. Aangekomen bij de eenzame plaats, staat daar een grote menigte. Zal hij voor deze ene keer omkeren?
Vooraf: De leerlingen van Jezus werden uitgezonden met lege handen, met helemaal niets anders dan het goede nieuws bij zich. Het goede nieuws van dat rijk van Gods menslievendheid. En dit verhaal wordt onmiddellijk gevolgd door het verhaal van de wrede dood van Johannes de Doper door koning Herodes. Het goede nieuws komt zo onder een enorme spanning te staan. Zal het wegvallen onder die zo pijnlijke realiteit? We zien dat zo vaak gebeuren. Zou het wel wat worden met dat koninkrijk van Hem? Zou het wel wat worden met mijn leven?
En kijk, de leerlingen komen terug bij Jezus. Ze komen terug bij hem door wie ze gezonden zijn. Als we er bij gaan staan, horen we hen alles vertellen wat er met hen is gebeurd, het goede, het pijnlijke, alles wat hun heeft bewogen. Al vertellend komen zijn leerlingen weer bij hem thuis. Ik ook? En Jezus zelf? We kunnen vermoeden hoe verschrikkelijk pijnlijk de dood van Johannes moet zijn geweest voor hem, de man die voor hem uitging om de weg voor hem vrij te maken.
Als we met Jezus meekijken, zien wij mensen, zoals jij en ik wellicht, met hun honger en hun dorst
Jezus nodigt hen nu uit om mee te gaan naar een eenzame plaats. Een plaats om met elkaar en in jezelf stil te worden en tot rust te komen, te gaan naar die innerlijke kern in ons omgeven door stilte, dat geheim dat we God noemen.
Luisteren, na al die woorden die gesproken zijn, in de stilte en wachten of hij misschien iets te zeggen heeft. Tot rust komen om je te laten voeden. Tot rust komen misschien om, zoals hij, te leren dat goede nieuws en die soms zo verwondende pijnlijke realiteit bijeen te houden?
Als ze met de boot aankomen is er allesbehalve die broodnodige rust en stilte. Kijk, er staat een grote menigte die wacht op hem. Als we met Jezus meekijken, zien wij mensen, zoals jij en ik wellicht, met hun honger en hun dorst, met hun vragen over lijden, over zin, over waartoe, over hoe dat dan zit met dat koninkrijk, waarvan zo weinig zichtbaar is.
Als we onze ogen op hem richten, zien we hoe groot zijn bewogenheid is. Hij, die drager is van dat goede nieuws én, naar we vermoeden, verwond is door de boodschap over Johannes, wordt diep door die menigte geraakt daar op dat gras, verdwaald, vervreemd, verloren als zij zijn.
Hij liet zich onderbreken om dat spoor van zijn bewogenheid te volgen
En, als ik me dan tussen die mensen begeef, en daar ook op dat gras ga zitten, voel ik dat hij ook zo bewogen is om mij. Dat zijn ogen ook naar mij omzien. Als ik dat helemaal op me heb laten inwerken, besef ik dat Jezus zich liet onderbreken in zijn verlangen om met zijn leerlingen naar die plaats van stilte en rust te gaan. Hij liet zich onderbreken om dat spoor van zijn bewogenheid te volgen, afgestemd als hij is op Gods bewogenheid.
Gods bewogenheid, de bewogenheid van Jezus, mijn bewogenheid. Dat spoor volgen! Wordt zo het goede nieuws van dat koninkrijk van menslievendheid bewaard in die pijnlijke realiteit?
Gevoed, bewogen door zijn bewogenheid, die van God is, ga ik terug naar de plaats waar ik thuis hoor.
Tineke Renkema-Boersma is psychotherapeut en geestelijk begeleider. Zij is lid van de gemeenschap De Hooge Berkt in Bergeijk.