Guido Dierickx ontdekt zijn Shangri La in Zwitserland – maar de idylle blijkt betrekkelijk…
Het aards paradijs van het boek Genesis heeft nooit bestaan. Het was meer een visioen van de toekomst dan een schets van het verleden. Maar dat ongeloof werd even aan het wankelen gebracht toen in 1933 de James Hilton zijn roman Lost Horizon uitbracht. Daarin beschreef hij een vallei die ergens verscholen lag in de Chinese uitlopers van de Himalaya en die Shangri La heette. De inwoners leefden er heel gezond, heel gelukkig, heel lang en in volstrekte onderlinge harmonie. Deze idyllische vallei was nog niet vroeger ontdekt omdat ze van de weinig paradijselijke rest van de wereld afgezonderd was door hoge bergen. Op het succes van dat boek volgde een hype, allerlei speculaties en zelfs ontdekkingsreizen. Waarna bleek dat Shangri La was wat men al had kunnen vermoeden: fictie en niet meer dan fictie. Het aards paradijs is niet van deze wereld, punt aan de lijn.
Tegen dit mistroostige besluit is iets in te brengen. Het aards paradijs bestaat wel, het ligt in Zwitserland en het heet Sankt Moritz. Zoals Shangri La ligt het in een heerlijke vallei, bij een sliert van prachtige bergmeren en omgeven door majestueuze bergen. Zoals Shangri La is het ooit moeilijk te bereiken geweest want enkel langs vervaarlijke bergpassen. Maar nu veel minder moeilijk omdat de nijvere Zwitsers en hun gastarbeiders wisten hoe ze daar wegen en spoorlijnen moesten aanleggen.
Het paradijs is eigenlijk een reservaat geworden
Een ontsloten aards paradijs is geen waarachtig aards paradijs meer. Dat was de streek nog wel toen Heidi, die Zwitserse sprookjesfiguur, er haar gelukkige jeugd doorbracht bij haar opa in het naburige gehuchtje Grevasalvas. Maar toch nog altijd een beetje paradijs omdat de nijvere Zwitsers hun beste best hebben gedaan om het nog te verbeteren ten gerieve van de toeristen en ten bate van hun bruto binnenlands product. Voor de wandelaars, en die zijn er gelukkig ook nog, werden keurige paadjes aangelegd. Voor de wintersport, die hier zowat haar bakermat heeft gehad, werden tal van kabelliften gebouwd. In de winter worden op het bevroren meer, op een hoogte van circa 1800 meter, paardenrennen georganiseerd. Helaas vinden sommigen dat al deze goed bedoelde inspanningen een averechts effect hebben gehad.
Sankt Moritz stelt zich trots voor als een klein stadje met niet minder dan vijf enorme vijfsterrenhotels (hotels met minder dan drie sterren zijn er niet te vinden), met optrekjes voor heel, heel welstellende lieden zoals wijlen de sjah van Iran, wijlen Herbert Von Karajan, de koning van Jordanië, Freddy Heineken en dies meer. Het is gemakkelijk te raden: het leven is er peperduur. Wat niet enkel bedoeld lijkt te zijn om de heel, heel welgestelden aan te trekken maar ook om de minder welgestelden te weren. Sankt Moritz wil niet enkel luxueus maar ook exclusief zijn. Wat bijna een aards paradijs had kunnen worden, is eigenlijk een reservaat geworden.
Sankt Moritz wordt niet volledig opzettelijk zo exclusief gehouden. De koers van de Zwitserse Frank heeft er veel mee te maken. Even verder, aan de grens, betaalt men een koffie viermaal duurder aan de Zwitserse dan aan de Italiaanse kant. Die dure munt schrikt de bezoekers af in andere streken van Zwitserland maar niet de habitués van Sankt Moritz. Ook zo weet het dorp zijn exclusief karakter te vrijwaren.
Gelukkig is er ook dat eenvoudige, mooie kerkje aan de rand van het dorp, aan het meer. Daar kan men vredig neerzitten, daar hoeft men niet op te zien tegen die enorme, hovaardige vijfsterrenhotels. Een verademing is het. Daar voelt een mens zich als voor de zondeval, als nog niet verdreven uit het paradijs.