Acht auteurs staan deze zomer stil bij muziek die een gevoelige snaar raakt. De Arabische muziek van alt Fairuz brengt Jan Peters terug naar zijn tijd in Libanon.
Hoe komt het toch dat we Arabische muziek zo snel als zodanig herkennen? Het zal vooral liggen aan de kwartafstanden tussen de tonen en daarnaast ook aan de typisch Arabische instrumenten, vooral de oed (de Arabische luit met 12 snaren) en de derbakke (de Arabische trom).
Die Libanese muziek hoorde je overal, in taxi’s, winkels en bij mensen thuis
Deze traditionele kenmerken komen niet alleen in de klassieke Arabische muziek naar voren, maar ook in de moderne vormen ervan, die vaak mede beïnvloed zijn door de westerse muziek. Moderne ensembles maken ook gebruik van westerse muziekinstrumenten, maar vaak toch in combinatie met een oed.
Toen ik in Libanon woonde, werd ik gegrepen door de Libanese muziek. Die hoorde je overal, in taxi’s, winkels en bij mensen thuis. Deze muziek had voor mij iets herkenbaars, ritmischer en minder “langdradig” dan de oudere Arabische muziek. Het belangrijkste voorbeeld van dit laatste genre was wel de Egyptische zangeres Umm Kulthum (ca.1899-1975), die met gemak en veel improvisaties een kant van een LP vol zong met één lied.
De coryfee van de moderne Libanese muziek was voor mij (en voor veel mensen in Libanon) de alt Fairuz. Ze werd geboren in 1934 in een eenvoudige christelijke familie in Beiroet. Na haar eerste hit in 1952 trad ze meer dan zestig jaar op met een repertoire van ruim 1.500 liederen, wat resulteerde in 150 miljoen verkochte platen en CD’s. In 2011 trad ze nog in Nederland op tijdens het Holland Festival.
Na een periode waarin ze furore maakte in musicals over vooral hoogtepunten uit de geschiedenis van Libanon, betekende de Zesdaagse Oorlog en de inname van Jeruzalem door het Israëlische leger in 1967 een keerpunt in haar carrière, zoals dat later ook het geval zou zijn met de Libanese burgeroorlog. In 1971 verschijnt haar plaat Jerusalem in my Heart, waarmee ze zich ook politiek actief toonde en de harten van velen, ook buiten Libanon beroerde.
Het is haar stem die de weemoed en nostalgie van dit lied zo sterk verbeeldt
Van deze plaat heb ik twee liederen gekozen. Het eerste is de klaagzang ‘Ghâba nahâron âkher’. “Weer is een dag voorbijgegaan, er is een dag dat we moesten vertrekken, maar ook een dag dat we zullen terugkeren … groot blijven mijn vragen.” Het is haar stem die de weemoed en nostalgie van dit lied zo sterk verbeeldt.
Het tweede (zie de YouTube boven dit artikel) is het meer optimistischer ‘Sanarjiou’ (We zullen terugkeren). “Ooit zullen we terugkeren, hoe lang het ook kan duren.” Beide liederen zijn poëtische teksten, met nostalgische beelden uit de Arabische poëzie. Maar haar boodschap is helder: een klacht over het verlies van Jeruzalem en de vaste hoop dat dit verlies ooit ongedaan zal worden.