Guido Dierickx bezoekt het graf van een oom die sneuvelde in de Eerste Wereldoorlog. De rijen grafzerken op de militaire begraafplaats doen een stoutmoedige hoop opborrelen.
Wat zal velen van ons het meest bijblijven van het voorbije jaar? Waarschijnlijk een gebeurtenis die ons herinnerde aan een andere gebeurtenis honderd jaren geleden.
Op 8 november, even voor de herdenking van de wapenstilstand van 11 november 1918, bezocht ik met enkele familieleden het soldatenkerkhof van Houthulst, niet ver van Ieper. Daar ligt een oom van ons begraven. Hij sneuvelde, 23 jaar oud, tijdens het slotoffensief dat de vijand zou dwingen tot een capitulatie. Een oom die niemand van ons ooit had ontmoet, een naam op een grafzerk te midden van honderden andere, soortgelijke grafzerken. Eén vertrouwde naam te midden van honderden andere namen die voor ons geen betekenis hadden, maar waaraan andere mensen misschien nog een tengere herinnering bewaren.
Zou het niet mooi zijn geweest als we in onze familie nóg een oom hadden gehad en wellicht ook meer neven en nichten? Een artilleriegranaat heeft dat verhinderd. Een dom toeval heeft de geschiedenis van onze familie gewijzigd. Eén anekdote uit een oorlog die het leven van miljoenen mensen heeft vernietigd en het leven van hun nabestaanden heeft getekend. Wat ooit in het verleden is gebeurd, heeft onomkeerbare gevolgen gehad voor het leven in het jaar 2018 en daarna.
Maar wat als is een onmachtige verzuchting, een vlucht in fictie
Vele mensen hebben de neiging de geschiedenis terug te draaien en te herschrijven. Wat als… Wat als handige diplomaten in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog de lont uit het politieke kruitvat hadden kunnen trekken? Wat als de aanslag in Sarajevo was mislukt? Wat als Duitsland na die oorlog niet dat noodlottige verdrag van Versailles opgedrongen had gekregen? Maar wat als is een onmachtige verzuchting, een vlucht in fictie. Het verleden is wat het is en wij dragen het mee als een erfenis die wij niet kunnen weigeren.
Wat wij wel kunnen, en dikwijls doen, is het verleden een mooiere kleur geven. Veldslagen worden dan glorierijke overwinningen of heroïsche nederlagen. Van de mensen die erin verwikkeld waren, worden de volharding en de moed geprezen. Reportages, gedichten, romans worden aan hen gewijd. Zo proberen wij de toen geslagen wonden nog enige betekenis te geven voor de overlevenden.
Maar daarin slagen zullen we niet. Want de ware werkelijkheid die ons overblijft zijn de lange rijen grafzerken. Mooi onderhouden, gelukkig maar. Een goed onderhouden begraafplaats getuigt van de bereidheid van de levenden om stil te staan bij hun eigen verleden. Hopelijk zijn er na ons nog vele bezoekers gekomen. Op die morgen van 8 november waren wij daar nog alleen.
Onze uitstap naar Houthulst heeft ons een uitzicht geboden op een werkelijkheid die anders en meer waarachtig is dan onze dagelijkse, routineuze werkelijkheid. Een uitzicht te vergelijken met dat van een speleoloog die na een lange tocht door een grijze grot bij de uitgang komt om het licht van de zon en de kleuren van de ware wereld te ontdekken.
Ooit zullen of kunnen onze vijanden niet langer onze vijanden zijn.
Blijft de rampspoed die de mensen in het verleden heeft overvallen en waarvan wij ons niet kunnen ontdoen. Zouden wij ons daarvan willen ontdoen? Nee, want wij kunnen die een betekenis geven voor onze toekomst. Uit het verleden kunnen wij leren. Nooit meer oorlog, natuurlijk. Maar nog meer dan dat. Ooit zullen of kunnen onze vijanden niet langer onze vijanden zijn. Dat moeten wij hopen, ook als het een beetje utopisch klinkt. Misschien moeten wij nog vaker een bezoek brengen aan kerkhoven. Aan grotere dan dat van Houthulst.
Ondertussen was het toch wel jammer dat er op de Belgische grafzerken geen passend opschrift was aangebracht, vooral als het om anonieme graven ging. Iets beter dan Mort pour la France op de Franse graven en dan Ein Deutscher Soldat op de Duitse. Meer iets in de trant van Known unto God op de Engelse. Of een kruis zoals op de Italiaanse graven, op de laatste rij achter de Belgische.