De millennial is flexibel, maar niet zo’n doorzetter. Sanneke is aalmoezenier. ‘Sommigen krijgen last van ontwenningsverschijnselen als ze hun smartphone moeten inleveren.’
Als aalmoezenier in het leger werk ik met jongeren tussen de 18 en 25 jaar, die een militaire basisopleiding volgen. Zelf ben ik nog geen veertig, toch merk ik dat hun wereld flink verschilt van de wereld waarin ik opgroeide.
Soldaten die in opleiding komen, moeten de overgang maken van de burgermaatschappij naar de militaire wereld. Dit is een grote stap. Hoewel ik oudere collega’s vaak hoor spreken over ‘vroeger was het zwaarder’, denk ik dat de kloof tussen de twee werelden nu groter is.
Beter dan over jongeren klagen kunnen we van hen leren. Zij bezitten de flexibiliteit om zich aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen; de komst van internet, media en smartphones. Met verbazing kunnen we zien hoe snel zij zich vernieuwingen toe-eigenen.
Hoewel ik oudere collega’s vaak hoor spreken over ‘vroeger was het zwaarder’, denk ik dat de kloof tussen de twee werelden nu groter is.
De zolang geambieerde vastigheid en zekerheid van de vorige generaties wordt door jongeren losgelaten. Zij committeren zich niet langdurig en onvoorwaardelijk. Ze shoppen, hoppen en swipen. Dit brengt druk met zich mee, hoor ik van mijn soldaten. Plaatjes op internet stellen een norm van hoe (gespierd, knap en succesvol) je zou moeten zijn. Terwijl je alleen op de bank zit, kun je zien dat ‘al je vrienden voortdurend heftige dingen meemaken, in precies de juiste kleding, met nog coolere mensen’. Terwijl jij als enige een gewoon leven lijkt te hebben. Dat maakt onzeker.
Uit onderzoek blijkt dat het elastiek bij millennials (geboren tussen 1980 en 2000) regelmatig knapt. Flexcontracten maken collega’s tot concurrenten. De flexplek dwingt mensen eerder op het werk te verschijnen. Flextijden kunnen het gezin of privéleven ontwrichten en mensen juist langere dagen laten maken. Onze smart devices zijn ons te slim af: wanneer we thuis werken gaan we niet stiekem in de tuin zitten, maar als we lekker in de tuin zitten, gaan we wel even wat werken.
Flextijden kunnen het gezin of privéleven ontwrichten en mensen juist langere dagen laten maken.
In een wereld waarin wifi de enige zekerheid is die we zoeken, zijn er jongeren die kiezen voor de strakke kaders van het leger. En dat is aan het begin altijd schrikken. Ongeveer tien procent stopt na twee dagen met de opleiding. Sommigen krijgen last van ontwenningsverschijnselen als ze hun smartphone moeten inleveren. Iets waar de volhouders later vaak positief op terugblikken (‘heerlijk rustig eigenlijk’).
Het militaire regime vraagt aanpassingsvermogen, dus ook flexibiliteit, maar dan om je te schikken naar de omstandigheden. Je draagt niet je eigen kleren maar een uniform, waardoor je hetzelfde bent als iedereen. Een leidinggevende zegt wat je moet doen, maar pas als het zover is; vooraf weet je vaak niet waar je aan toe bent. Dag en nacht doe je alles in een groep waarmee je samenleeft – en dat is wat anders dan een WhatsApp-groep.
Ongeveer tien procent stopt na twee dagen met de opleiding
De uitdaging van millennials wordt omschreven als: ‘de top wel zien, maar de berg vergeten’. Zij die in de eerste dagen afvallen, voelen zich aangetrokken door de toep (het doel): vliegenier worden, veel sporten, een uniform dragen of werken in het buitenland. Tot ze zichzelf tijdens de opleiding om zes uur in de ochtend naast een ijzeren kast zien staan, die wordt geïnspecteerd door een strenge sergeant (de berg). De top raakt naar de achtergrond, de berg blijft over.
Onderweg op die berg (de burger wordt militair) kunnen deze jonge militairen leren dat communicatie en vriendschap meer betekenen dan het delen van hoogtepunten op de tijdlijn en het liken van elkaars selfies. Militairen worden gedwongen elkaar te aanschouwen wanneer ze diep gaan of niet meer kunnen. Ze zijn elkaar fysiek nabij en van elkaar afhankelijk.
Deze verbondenheid lopen jongeren in het dagelijks leven niet zomaar tegen het lijf. In het leger moet je niet beter zijn dan de ander. Dat heeft geen zin, want niemand is belangrijker dan de groep. Je kunt alleen sámen de top beklimmen.