Into the Storm is een rampenfilm-film uit het tijdperk van ‘iedereen kan filmen’. Wie niet bang is om toe te geven dat er een ramptoerist in hem schuilt, moet zeker gaan kijken.
Brand in de buurt? We gaan kijken! Een ongeluk op de andere rijstrook? Kijken! (En zo ontstaan files.) Man gooit vrouw van balkon? Snel erheen om te kijken. Toerisme kent vele vormen, en ramptoerisme is er één van, vermoedelijk één van de oudste. Het is de light-versie van wat surfers zoeken op hoge golven en alpinisten op steile bergwanden: echt leven, maximaal. Echt leven is de dood trotseren, maar de ramptoerist doet dat het liefst op een veilige afstand; de dood zou weleens kunnen bijten…
Ook wie filmt, trotseert de dood
Helaas voor de ramptoerist is er niet altijd een brand in de buurt. Bovendien: wie leeft van sterke ervaringen, heeft steeds sterkere ervaringen nodig om te leven (en zo ontstaan verslavingen). Gelukkig voor de ramptoerist bestaat er ook voor hem een industrie die in zijn noden voorziet (‘hem’ en ‘zijn’, ja, want meestal zijn het mannen), namelijk de filmindustrie. Waarom zonder cola en popcorn naar de brand van één huis gaan staan kijken, als je zittend mét cola en popcorn bij de hand hele steden kunt zien afbranden? De steeds betere special effects zorgen ervoor dat de ervaring ook steeds meer natuurgetrouw wordt: in de bioscoop in het oog van de storm! Cool! De gemiddelde ramptoerist zou die ervaring in het echt overigens uit de weg gaan, omdat het een dodelijke ervaring is.
Wat Into the Storm anders maakt dan zijn voorgangers – Twister, The Perfect Storm – is niet zozeer de nieuwste special effects, maar de invalshoek: een film gemaakt voor én door ramptoeristen. We zijn immers in het tijdperk van ‘iedereen kan filmen’. Into the Storm is een rampenfilm-film waarin iedereen, van scholier tot professional, loopt te filmen en die filmpjes deelt met de rest van de wereld (ook wie filmt, trotseert de dood). De jongeren maken een tijdscapsulefilm voor hun eindexamen, de professionals willen de ultieme cycloon-documentaire maken, en dan zijn er nog de Jackass-mannen die YouTube-faam nastreven met filmpjes van hun krankzinnige experimenten, bijvoorbeeld héél dichtbij een cycloon komen.
Daarmee is ook het publiek gegeven dat regisseur Steven Quale beoogt: mannen van 13 tot 53, met zoethoudertjes voor hun vriendinnetje of de moeder van hun jonge kinderen. De film is zo Amerikaans als een graduation ceremony en de stars and stripes, incluis een vleugje ecofilosofie (mens en natuur zijn niet per se elkaars beste vrienden). Wie de hoofdrol speelt? De storm natuurlijk! Film-film of niet, het blijft om rampen draaien. In de publiciteitscampagne wijst Quale er graag op dat Into the Storm de eerste – jawel – tornado categorie zeven laat zien (de zwaarste bekende klasse is categorie vijf).
Wie niet bang is om toe te geven dat er een ramptoerist in hem schuilt, moet zeker gaan kijken: stormen van dit formaat komen alleen op het grote scherm tot hun recht, laat staan de enorme verwoesting die ze zaaien. Wie benieuwd is naar de laatste ontwikkelingen in onze (beeld)cultuur kan ook slechtere keuzes maken dan Into the Storm. Wie daarentegen wil zien wat echte rampen met echte mensen doen, kan beter thuis blijven. Alles kwijtraken in een storm is ook in het tijdperk van ‘iedereen kan filmen’ onvoldoende camerageniek, althans voor de ramptoerist.