Ontroerend en ogenschijnlijk eenvoudig is Truman, een film over ware vriendschap bij een onverbiddelijk naderende dood.
“En het laatste taboe is de dood” (vrij naar Sint Paulus). Dat lijkt voor Spanje te gelden, als de film Truman van regisseur Cesc Gay een indicator is voor het volksgevoelen aldaar. Geldt dat ook voor Nederland, waar euthanasie tot mensenrecht verworden is en het laatste afscheid vaak uit niet meer bestaat dan een fotoreeks van de mooiste momenten van je leven, met je favoriete muziek op de achtergrond? Een snelle dood en een gefotoshopt leven: misschien is bij ons niet de dood zozeer het laatste taboe, maar dat soms zo moeilijke leven.
Cesc Gay heeft een mooie film afgeleverd, ontroerend en ogenschijnlijk eenvoudig. Vanaf de eerste scene lijkt niets uitgelegd te hoeven worden, niet waar we zijn, niet wie we zien, niet wat ze doen: twee vrienden, vijftigers, emigranten, die elkaar lang niet meer gezien hebben, Julián en Tomás, de één Argentijn in Madrid, acteur, berooid, gescheiden, de ander Spanjaard in Canada, gelukkig getrouwd, vader van twee kinderen en voldoende welgesteld om alle rekeningen te kunnen betalen die in de volgende vier dagen gepresenteerd worden.
De vrienden Julián en Tomás halen het beste in elkaar naar boven
En dan is er de ouwe, trouwe hond van Julián, Truman. Een naam die uitgelegd kan worden als ‘ware mens’, maar zo’n film is het niet, waarin de hond je beste vriend is, al lijkt Julián dat dan wel te denken. Uiteindelijk blijken hond en baas symbolen van elkaar te zijn. Je kunt ervan houden, je kunt er allergisch voor zijn, je kunt bang zijn hem te verliezen omdat hij al oud is; bang dat hij alleen achterblijft of in verkeerde handen valt.
Ogenschijnlijk eenvoudig dus, Truman, met helder uitgelichte kamers en straten, mensen zonder make-up (behalve op het toneel); zelfs het weer buiten is simpelweg aangenaam, zonnig met wat wolken. En één voor één ontmoeten Tomás en wij de mensen in Juliáns kleurrijke leven: de vriendin, de dokter, twee kennissen, een oude rivaal in de liefde, de theatereigenaar, de zoon en diens Franse vriendin, studenten in Amsterdam; het zullen er een tiental zijn.
De mooiste momenten van zijn leven? Niet echt. Julián gaat dood – dat mag inmiddels duidelijk zijn –, hij heeft nog maar een paar weken of maanden te gaan. De hele film kan gelezen worden als een handboek voor afscheid nemen, een handboek voor Julián, om precies te zijn.
Het is moeilijk om hem niet sympathiek te vinden, met zijn jongensachtige grijns en zijn ontwapenende manieren, en het is moeilijk om je niet aan hem te ergeren, klein kind dat hij af en toe is, middelpunt van zijn eigen wereld, nauwelijks in staat om de gevoelens te peilen van zijn naasten, de meest dierbaren incluis. Wat hij in Tomás het meest bewondert, zo vertrouwt hij hem toe, is diens edelmoedigheid. Tomás daarentegen bewondert de moed van zijn vriend. Beiden brengen ze het beste in elkaar naar boven.
Uiteindelijk is Truman een film over ware vriendschap, die van veel groter waarde is voor ons soms zo moeilijke leven naar de dood toe dan het zorgvuldig geplande laatste afscheid.