Diverse fantasierijke films voor het hele gezin zijn er deze zomer te zien in de bioscoop. Waarom speelt het verleden daarin zo vaak een hoofdrol?
De filmzomer voor kinderen lijkt dit jaar in het teken van de geschiedenis te staan. Met één uitzondering spelen de vijf tekenfilms zich af in vroegere tijden: Beestenboot (Two by Two) vertelt het verhaal van de zondvloed; Minions begint zelfs bij het begin van leven op aarde, maar concentreert zich vervolgens op het jaar 1968; in De kleine prins (The Little Prince), naar de klassieker van Antoine de Saint-Exupéry, wordt een onbestemd heden afgewisseld met twee generaties eerder én de tijdloze dimensie waarin de jonge held leeft; Pixels is gesitueerd in 1982. Alleen Binnenstebuiten (Inside Out) is een geheel en al eigentijds verhaal.
In onze geest bestaat een schemergebied waarin de feiten van toen de dromen van morgen doen ontstaan
Waarom zoveel verleden? Om ook de ouders wat te bieden die de kleintjes naar de film moeten begeleiden, natuurlijk, maar misschien zijn er redenen die dieper gaan dan de wetten der commercie: bestaat er in onze geest niet een schemergebied waarin nostalgie en fantasie elkaar raken, waarin de feiten van toen, gereduceerd tot hun essentie, de dromen van morgen doen ontstaan?
Helaas voor de religieus gezinden, is Beestenboot (een Europees product) de minst geslaagde film: geen gebrek aan water, dieren, avonturen en grappen, maar het verhaal is zo voorspelbaar als de kleuren en karakters van de dieren primair zijn.
Ook Pixels (heel erg Amerikaans) mikt niet op subtiliteit. Lang, niet zo heel lang geleden, toen kinderen nog Pac-Man en Space Invaders speelden, zijn die spelletjes het heelal ingestuurd en door buitenaardse wezens opgevat als een oorlogsverklaring. Om de mensheid te vernietigen, sturen ze nu mega-pixelmonsters op ons af, die bestreden moeten worden door drie nerdy spelkampioenen van toen, geleid – natuurlijk – door de Amerikaanse president, met New York als oorlogsterrein.
De mensen in Pixels hebben niet veel meer dimensies dan die twee van de monsters, maar de combinatie van spanning en humor maakt de film de moeite waard voor ouders en kinderen.
Dé zomerhit is echter Minions, met in de hoofdrol de domme gele wezentjes uit Verschrikkelijke ikke, die sinds de prehistorie niets anders willen dan de grootste schurken dienen. In alles gelijk aan de smurfen, behalve in kleur, zijn de minions een droom voor marketingmensen (de poppetjes zijn al alom verkrijgbaar) en een bron van vermaak voor kijkers van alle leeftijden.
Het begin van de film, “minions door de eeuwen heen”, maakt meteen duidelijk dat het verhaal er eigenlijk niet toe doet, zolang de minions maar het goede einde ervan kunnen belemmeren.
De tekenfilmversie van Le petit prince had veel sterker kunnen zijn als de makers meer op het originele verhaal hadden vertrouwd, dat niet voor niets al zeventig jaar tot de verbeelding spreekt. Nu wordt het boek van Saint-Exupéry onderdeel van een raamvertelling over een meisje dat door haar moeder gedwongen wordt om beter, ja als beste te presteren, en moet het de aandacht delen met een verhaal in het verhaal, over een zakenman die alle sterren heeft gekocht en verborgen houdt.
Zou het toeval zijn dat de mooiste delen van De kleine prins gebaseerd zijn op de oorspronkelijke aquarel-illustraties van het boek?
Opmerkelijk genoeg is het beste verhaal deze zomer niet van vroeger, maar van nu: Binnenstebuiten (Pixar), met de zeer eigentijdse emoticons Vreugde, Angst, Woede, Afkeer en Verdriet in de hoofdrol. De film speelt zich af in het hoofd van de kleine Riley die verhuisd is en zich nu moet aanpassen aan haar nieuwe omgeving. Verdriet en Vreugde raken de weg kwijt, waarop de anderen ruzie krijgen over hoe de toestand in goede banen te leiden.
Hier doet het verhaal er wel degelijk toe, origineel en verteld met de eenvoud en de diepgang van legenden, die van Binnenstebuiten een klassieker kunnen maken. Verwarde gevoelens zijn immers van alle tijden.