
Een akkerbouwer, een kippenboer en een bakker. Drie jongeren gingen tegen de Afrikaanse stroom in en bleven op het platteland om een bedrijf op te bouwen. Loïc de Cannière volgde hun reis van dichtbij en vertelt hoe deze jongeren zijn hoop voor Afrika verbeelden.
“De veerkracht van de Afrikaanse jeugd is een bron van hoop voor het continent,” schreef ik in mijn boek ‘Afrika: een gedroomde toekomst’. De redactie van Ignis Webmagazine nodigde me uit om deze stelling met een concrete casestudy te onderbouwen. Ik koos ervoor geen spectaculair, maar wel een aangrijpend verhaal te delen: dat van twaalf Congolese jongeren uit Mbuji-Mayi, de hoofdstad van de provincie Oost-Kasaï. De afgelopen drie jaar had ik het voorrecht hun traject te volgen en onlangs sprak ik uitvoerig met hen via Zoom.
Zelfs wie ondernemend is en een eigen zaak wil starten, wordt door banken niet als kredietwaardig beschouwd
In 2022 studeerden alle twaalf af aan de Don Bosco-beroepsschool van Mbuji-Mayi: acht jongens en vier meisjes. Voor achttienjarige jongeren met een beroepsopleiding is het in Mbuji-Mayi echter bijzonder moeilijk om werk te vinden. Zelfs wie ondernemend is en een eigen zaak wil starten, wordt door banken niet als kredietwaardig beschouwd vanwege het gebrek aan relevante beroepservaring. Daarom vertrekken vele jongeren naar grotere steden zoals Lubumbashi, in de hoop daar een ‘gemakkelijker leven’ op te bouwen. Deze trend is geen uitzondering: overal in Congo trekken jongeren massaal naar grote steden als Kinshasa en Lubumbashi. De bevolking van Kinshasa groeit jaarlijks met 6%, waarvan 3,5% het gevolg is van deze rurale exodus. Dit betekent dat de Congolese hoofdstad om de twaalf jaar in omvang verdubbelt, een onhoudbare situatie. De steden kunnen de toestroom niet aan en dreigen onleefbaar te worden, terwijl de leegloop van het platteland de armoede daar verder verergert.
(tekst gaat door onder de afbeelding)
De twaalf afgestudeerde jongeren uit Mbuji-Mayi kozen ervoor om tegen de stroom in te gaan. Ze besloten in hun geboortestreek te blijven en er een kleinschalige onderneming op te zetten. Met hulp van een garantie van Via Don Bosco en de Stichting Gillès slaagden ze erin een microkrediet te verkrijgen bij een microfinancieringsinstelling. Dit leidde ondertussen tot de oprichting van drie bloeiende bedrijfjes.
Hij spreekt vol trots over zijn ‘business’ en stelt eveneens vier jongeren te werk
Emmanuel begon een boerderij waar hij uien, wortelen, soja, maïs en selder teelt. Hij biedt werk aan vier jongeren. Dieudonné bouwde een kippenkwekerij op met 500 vleeskippen en 250 legkippen. Hij spreekt vol trots over zijn ‘business’ en stelt eveneens vier jongeren te werk. Crispain investeerde in een bakkerij en verkoopt, naast brood, ook taarten, cakes en muffins. Drie meisjes uit de oorspronkelijke groep werken nu bij hem.
Van de overige zes jongeren besloten er drie verder te studeren en twee trokken alsnog naar de stad. Helaas overleed één meisje in het kraambed.
(tekst gaat door onder de afbeelding)
Hoe kijken Emmanuel, Dieudonné en Crispain terug op de afgelopen drie jaar? Ze geven alle drie toe dat het vaak zwaar was en dat ze momenten hadden waarop ze wilden opgeven. Zo werd de boerderij van Emmanuel overstroomd en vernielden nijlpaarden zijn oogst. Dieudonné kreeg te maken met een mislukt transport: de kuikens die hij uit Zambia liet overkomen, arriveerden grotendeels dood. Crispain had aanvankelijk moeite om zijn patisserie te verkopen en overwoog om zijn zaak stop te zetten en alsnog naar Lubumbashi te vertrekken.
Ze begonnen elkaar op te zoeken en hun zorgen te delen
Ondanks deze tegenslagen moesten ze hun microkredieten blijven afbetalen, wat hen veel offers vergde. Toch slaagden ze erin om door te zetten.
Waar vonden ze de kracht om vol te houden? Emmanuel, Dieudonné en Crispain vertellen dat ze elkaar steeds vaker begonnen op te zoeken en hun zorgen openlijk deelden. Ze begonnen samen te werken en elkaar te helpen. Emmanuel leverde bijvoorbeeld kippenvoer aan Dieudonné, en samen bedachten ze strategieën om hun producten te promoten.
Samen bieden ze werk aan veertien jongeren.
Zuster Pétronille van Don Bosco voegt zich bij het gesprek en merkt op dat ze in de groep een groeiende eerlijkheid, oprechtheid en solidariteit zag.
Vandaag zijn Emmanuel, Dieudonné en Crispain trotse, zelfbewuste ondernemers. Samen bieden ze werk aan veertien jongeren. Hun verhaal toont aan hoe een groep Afrikaanse jongeren hun eigen toekomst solidair in handen neemt. Zuster Pétronille hoopt dat dit voorbeeld in andere scholen van Don Bosco in Congo navolging zal vinden. Kleine stapjes voor een betere toekomst.