In De man uit Rome onderzoekt een romeinse priester in een Limburgs grensdorp de tranen van een Mariabeeld op echtheid. Maar zit de dorpsgemeenschap, die zich aan het wonder vastklampt, daar wel op te wachten?
Geeft waarheid troost? De nieuwe film van de Nederlandse regisseur Jaap van Heusden, De man uit Rome, beweegt zich langs de soms diffuse grenzen tussen waarheid en leugen, wetenschap en geloof. En roept de vraag op hoe je verder kunt leven als je een diep leed te dragen hebt.
Het technische onderzoek van het beeld leidt tot soms humoristische scenes
Een huis aan een saaie dorpsstraat ergens in Limburg is een waar bedevaartoord geworden vanwege een Mariabeeld dat gehuild zou hebben. De jonge zieneres, Térèse, is sindsdien letterlijk met stomheid geslagen en communiceert slechts via een tablet en haar indringende blik.
Een priester, Filippo, wordt vanuit Rome gezonden om het beeld te onderzoeken. Op voorhand is hij sceptisch. Mensen zijn verslaafd aan leugens, weet hij. Zelf is hij ‘verslaafd aan de wetenschap’. Het technische onderzoek van het beeld leidt tot soms humoristische scenes, waarin allerhande gereedschappen en zelfs een CT-scan worden ingezet.
Wat de film intrigerend maakt, zijn de vele bewegingen rondom de priester die in hemzelf ook het nodige in gang zetten. In het dorp heeft zich enkele jaren eerder namelijk een gewelddadig drama voorgedaan. Het huilende beeld heeft voor de dorpsgemeenschap hierom een niet te onderschatten betekenis als teken van bovennatuurlijke troost. Zo sceptisch als Filippo is over het bovennatuurlijke karakter van de tranen van het beeld, zo wantrouwend staat de dorpsgemeenschap tegenover hem zodra duidelijk wordt dat de priester niet zomaar meegaat in het onvoorwaardelijke geloof aan het wonder. Ironisch genoeg wordt Filippo zelf verdacht van bedrog: ‘ben je wel een priester’ wordt hem enkele keren gevraagd als gevolg van de afstand die hij inneemt ten opzichte van het geloof van de dorpsgemeenschap.
De vraag naar waarheid of leugen werkt in de film zo van twee kanten. Van de kant van de priester die het huilende Mariabeeld denkt te moeten ontmaskeren, en van de kant van de dorpsgemeenschap die in Filippo niet de priester herkent die ze het liefst zouden zien.
Lijden, troost en waarheid krijgen er een plaats
Het is met name Filippo aan wie deze spanning knaagt. Als er een herdenkingsdienst voor de slachtoffers van het drama wordt gehouden, worstelen hij en de plaatselijke pastoor met de vraag of Filippo dan zou preken. Enerzijds wordt dat verwacht door de dorpsbewoners, maar kan hij een brug slaan tussen zijn eigen scepsis en de gemeenschap die ziel en zaligheid heeft verbonden aan het wonder van de huilende Maria? De herdenking in de kerk is als een soort Goede Vrijdagviering voor de gemeenschap, waarin lijden, troost en waarheid een plaats krijgen. En even is de verdeeldheid tussen de dorpelingen en de Filippo opgeheven.
Het vertrouwen dat Filippo hiermee heeft gewonnen, geeft hem meer ruimte voor onderzoek aan het beeld. Ondertussen raakt hij ook steeds meer betrokken bij de gevoelens van de dorpelingen en neemt de verhouding tot zieneres Térèse aan intensiteit toe. Innerlijk raakt hij steeds meer verscheurd tussen mededogen, fascinatie, zijn wetenschappelijke instelling en zijn priesterroeping. Het dorp wacht op een uitkomst van zijn bevindingen en de kijker op een oplossing van het conflict. Die komen in een reeks verrassende plotwendingen waarin waarheid en leugen verschillende keren stuivertje wisselen.
De man uit Rome is de vierde speelfilm van Jaap van Heusden die eerder o.a. met In Blue drie Gouden Kalveren won en met De Nieuwe Wereld een International Emmy Award.
Vanaf 6 april in de Nederlandse filmtheaters (helaas nog niet in Vlaanderen). Vertoningen met nagesprek met de regisseur zijn hier te vinden.