‘Iedereen kan bidden’, stelt James Martin SJ in zijn nieuwe boek. Bénédicte leest er een toegankelijke uitnodiging in voor de ervaren bidder én de schroomvolle beginner.
James Martin is een Amerikaanse jezuïet, priester en redacteur van het tijdschrift America (uitgegeven door de jezuïeten). Daarnaast verschenen al verschillende boeken van zijn hand waaronder Het jezuïetenantwoord op (bijna) alle vragen. In zijn boeken wil hij geen theologisch discours brengen, maar het geestelijk leven toegankelijk maken door er op een persoonlijke manier over te schrijven. Zijn recentste boek gaat over bidden en heeft de titel: Iedereen kan bidden.
Er is al veel inkt gevloeid over het gebed: er bestaan volgens Martin bijna evenveel meningen over als er auteurs zijn. Maar die diversiteit omarmt hij net. Geen enkele definitie kan het gebed volledig vatten. Wel wijzen ze ons elk op belangrijke aspecten die ons kunnen helpen groeien in die relatie met God. Dit is meteen ook de favoriete omschrijving van de auteur: bidden als het aangaan van een persoonlijke relatie met God.
“Gebed is geen doel op zich. God is dat wel. Het doel van het gebed bestaat in het verdiepen van je relatie met God.”
En deze persoonlijke relatie kan volgens hem het best begrepen worden als een vriendschapsrelatie. De verschillende aspecten die een vriendschap helpen verdiepen, kunnen bijgevolg helpen om die relatie met God te beleven. Zo spreekt hij bijvoorbeeld over het belang van ‘tijd verliezen met God’. Hij benadrukt verder ook het belang van eerlijkheid in die relatie: “Als je tegen God uitspreekt wat je denkt dat je tegen God moet zeggen, in plaats van dat wat je wilt zeggen, dan zal ook deze relatie koud, afstandelijk en formeel worden. Eerlijkheid betekent dat je dingen deelt die je misschien ongepast vindt voor een gesprek met God.”
Hoewel het belangrijk is om stil te staan bij het fundament, wil Martin in zijn boek een stap verder gaan. Hij wil voornamelijk stilstaan bij de vele vragen, twijfels en onzekerheden die er rond gebed heersen. Wat gebeurt er als je bidt? Welke vorm van gebed is het beste? Hoe weet ik welke emoties, inzichten, herinneringen van God komen en welke van mezelf zijn? Het zijn vragen die hij regelmatig tegenkomt in geestelijke begeleidingen, maar waar hij tegelijkertijd zelf ook mee worstelde.
Zo belicht hij bijvoorbeeld verschillende vormen van gebed. Zowel uitnodigend, als relativerend: “Je relatie met God kan muf worden als je je beperkt tot één manier van bidden. (…) Geen enkele manier van bidden is de enige mogelijke.” Daarnaast bevestigt hij het belang van bidden voor onszelf, (uiteraard naast het bidden voor anderen). Het maakt ons namelijk bewust van onze menselijke conditie, die eindig en beperkt is. De auteur geeft ook enkele suggesties om God te danken voor een verhoord gebed, zoals de aansporing om tijd vrij te maken om de vreugde van een verhoord gebed te ervaren en er werkelijk van te genieten.
Op deze manier bespreekt Martin veel aspecten die inderdaad niet vaak onderwerp van gesprek zijn, zelfs onder gelovigen. Het persoonlijk gebed behoort in zekere zin tot de taboesfeer. Enerzijds logisch, omdat dit een kwetsbaar en intiem terrein betreft. Wie luistert naar iemands gebedservaring begeeft zich op heilige grond. Anderzijds wijst de auteur er vanuit zijn eigen ervaring op hoe moeilijk het dan wordt om te groeien in geloof en gebed. In zijn eigen gezin van herkomst, hoe warm dat ook was, werd er weinig of niet over gesproken. En dat ‘taboe’ wil hij met dit boek doorbreken. Want waar kunnen mensen anders terecht met hun vragen, twijfels en onzekerheden?
Om te beginnen nodigt het uit om de vriendschap aan te durven
Zo klinkt zijn boek als een dubbele uitnodiging. Om te beginnen nodigt het uit om de vriendschap aan te durven. Om de tijd te nemen om God te leren kennen, en opmerkzaam te worden voor hoe Hij zich persoonlijk toont aan ons, in ons leven, in ons gebed. “God wil de hele tijd met ons communiceren, maar als we ons bewust voor Hem openstellen, horen we Hem vaak duidelijker.” En het nodigt ons vervolgens uit om die vriendschap bespreekbaar te maken.
Heeft Martin hiermee overtuigd: kan iedereen bidden? Persoonlijk vind ik de oorspronkelijke Engelstalige titel, Learning to pray, hier adequater. Zijn boek wil een uitnodiging zijn om te leren bidden. Of ook de minder ervaren bidder zich effectief doorheen dit lijvige boek zal worstelen blijft wel een vraag. Maar uitnodigend is het zeker. De vele persoonlijke voorbeelden wekken veel herkenning bij de lezer, en openen steeds meer dat verlangen naar gebed. En daar begint het uiteindelijk allemaal mee, volgens de jezuïet: met het herkennen van dat verlangen, die uitnodiging in jou. Want “het verlangen naar God is Gods verlangen naar jou”
James Martin SJ. Iedereen kan bidden – een leidraad (vert. Erik Galle). Halwijn, Antwerpen, 2021. 342 blz. € 24,95