Een veelgehoorde klacht van een oudere generatie: jonge, orthodoxe katholieken willen de klok terugdraaien. Is die klacht terecht? Of is er iets anders aan de hand?
“Wij houden van orthodoxie.” Deze opmerkelijke ontboezeming klonk vrij onlangs in de ‘open brief aan priesters door jonge katholieken’, geschreven door de Amerikaanse blogger Ryan Eggenberger.
Jongeren kwamen een Kerk binnen die ‘gewoon’ wilde zijn. Zij willen juist een bijzondere Kerk…
De praktijken die ons typisch katholiek maken – regelmatige biecht, aanbidding, het rozenhoedje – helpt ons, jongeren, onze identiteit als katholieken in deze wereld op te bouwen, zo stelt het manifest. Bidden vinden wij moeilijk, het is ons niet geleerd, dus help ons erbij. En: u moet ons helpen om te gaan met porno, seks en relaties. Een pleidooi volgt om ruimer gelegenheid te krijgen voor het ontvangen van de sacramenten.
“In mijn beleving is dit geluid geen uitzondering of eendagsvlieg, maar het geluid van de nu opkomende generatie”, reageert pater Gregory Brenninkmeijer SJ, werkzaam in het noviciaat van de jezuïeten in Birmingham. “Wie van de jongeren nog kerkelijke belangstelling heeft, draagt deze kleuren.” Waar in de afgelopen decennia binnen het onlosmakelijke koppel ‘geloof en gerechtigheid’ de gerechtigheid de meeste aandacht kreeg, daar is nu duidelijk meer aandacht voor het geloof. “Als ik tijdens de voorbeden bijvoorbeeld bid voor een uitslag van de Amerikaanse verkiezingen die de armen en kwetsbaren in de samenleving beschermt, dan heb ik niet de indruk dat de studentengemeenschap dat echt een gebedsintentie vindt.”
Pater Dries van den Akker SJ ziet de nieuwe orthodoxie als een logische reactie op de ontwikkelingen na het Tweede Vaticaanse Concilie. “De ‘jaren zestig’ van de vorige eeuw verlangden naar maatschappelijke relevantie, ook van de dogma’s en de kerkelijke gebruiken: ramen open naar de wereld. Alle tierelantijnen moesten daarom weg: geen Latijn, geen wierook, zitbanken in plaats van knielbanken, enzovoort. Maar de nieuwe generatie wijst erop dat de Kerk er juist is om op het heilige te wijzen dat anders is dan onze wereld: op God, op Jezus; op de kerkelijke regels en geboden. Dat is waarschijnlijk ook het geheim achter het succes van evenementen als de Wereldjongerendagen, waar de paus, als vertegenwoordiger van het heilige, ogenschijnlijk kritiekloos wordt toegejuicht.”
Juist de generatie die de veranderingen van de jaren zestig heeft toegejuicht, heeft moeite met deze verandering. De jongeren willen de klok terugdraaien, zo is een veelgehoorde klacht. Maar, zo relativeert Van den Akker, die generatie vergeet dat deze jongeren die teruggedraaide klok nooit hebben meegemaakt. Zij kwamen een Kerk binnen die de boodschap in begrijpelijke taal wilde omzetten en overdragen, die ‘gewoon’ wilde zijn. Zij willen juist een bijzondere Kerk. Van den Akker: “Zij willen verkondiging, samen genieten van het feit dat je gelovig bent en dat beleven met rituelen, teksten en gezangen die duidelijk van dat geloof getuigen. Niet kritisch kijken, maar je er heerlijk aan overleveren.”
Het interessante is, dat er als het ware golfbewegingen zijn in het kerkelijk zelfverstaan: meer naar de wereld toe, weer wat van de wereld af, enzovoort. Jezus heeft er zelf een boerenwijsheid over doorgegeven: “Aan de vruchten kent men de boom.” Ook als de vruchten anders zijn dan verwacht.
Afbeeldingen bij dit artikel: Jongeren begroeten de paus op de Wereldjongerendagen in Sydney in 2008.
Foto’s: Mazur/www.thepapalvisit.org.uk.