Allerheiligen-Allerzielen, Toon Suffys kijkt naar de lange, lange rij van mensen die ons voorgingen. En zijn hart danst van dankbaarheid om zoveel liefde.
Het is een lange traditie in onze familie om op 1 november de graven van onze overledenen te bezoeken en daarna bij een zus of een broer samen te komen voor koffie en taart. Twee zussen hebben in de week voor Allerheiligen de verschillende graven verzorgd en er bloemen bij gezet. Voor mij is het de enige keer in het jaar dat ik op het kerkhof kom. Dat is niet alleen omdat ik al jaren te ver weg woon. Ik weet eigenlijk niet goed wat ik op het kerkhof moet doen. Als ik er ben, bid ik een Onze Vader, een Wees gegroet en een Eer zij de Vader. Bij het graf van een dierbare voel ik mij gedwongen iets tegen God te zeggen. Ik bid vooral een gebed uit dankbaarheid voor wie zij geweest zijn. Daarna haast ik mij naar de familiebijeenkomst; niet zozeer voor de taart, maar voor het samenzijn.
De herinneringen aan die dagen van verbondenheid gaan terug tot mijn kinderjaren. Ooms en tantes kwamen bij ons samen en vertelden verhalen over hun overleden ouders, broers en zussen. Met veel humor en vooral met liefde. Voor mijn kinderogen begon de oude familie te leven. Ik voelde mij doorheen die verhalen opgenomen in die rij van geliefde mensen.
Nu geeft onze generatie die de traditie door aan de jongeren in de familie. Op Allerheiligen vertellen wij verhalen over onze overledenen: ouders, broer en zus, ooms en tantes, om verbonden te blijven over de dood heen.
De meesten zijn alleen bekend bij God om de liefde waarmee zij hun wereld in stand hielden
Ook als priester blijven Allerheiligen en Allerzielen dagen van blijde verbondenheid met die lange rij van mensen die hun hoop op God hebben gesteld. Sommigen, velen van hen, zijn alom bekend voor de grootse daden die zij voor de mensen en voor God deden. Maar de meesten zijn alleen bekend bij God om de liefde waarmee zij hun wereld in stand hielden. God kent hen om die dagelijkse, volgehouden zorg en inspanning waarmee zij hun mensen behoed hebben voor de hardheid van het leven. Op die dagen groeit er telkens weer grote dankbaarheid in mij voor die vele kleine mensen die gehouden hebben van de mensen om hen heen en die zo teken waren van wat God voor deze wereld wil: liefde voor anderen tot in het kleinste en tot het uiterste.
In één van de eucharistische gebeden zegt de priester net voor de consecratie: “Toen het paasfeest op handen was, kwam Zijn (Jezus) uur. Hij had de zijnen in de wereld bemind; nu gaf Hij hun een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe.”
Die vele mensen die ons zijn voorgegaan en met wie wij verbonden blijven, gaven een leven lang in alledaagse zorg teken van hun liefde. Zij droegen zoveel bij aan vrede en geluk in alle rampen en tegenslagen, dat onze wereld nog leefbaar is. Met al die mensen voel ik mij door God verbonden op Allerheiligen en Allerzielen.