Na een hersenbloeding ligt de bekende boeddhistische leraar Thich Nhat Hanh in het ziekenhuis. Jezuïet Jan Stuyt legt uit waarom hij – op katholieke wijze – voor hem bidt.
De 88-jarige Vietnamese zenmonnik Thich Nhat Hanh kreeg in november 2014 een hersenbloeding. Hij wordt verpleegd in een ziekenhuis in Frankrijk. Ook in onze streken is Thich Nhat Hanh bekend en populair. Als hij een lezing komt houden in 2012 in Den Haag zijn de 1200 kaarten binnen twee dagen uitverkocht. Duizenden boeddhisten en beoefenaars van mindfulness kennen zijn naam en lezen zijn boeken. Vijftig boeken zijn in het Nederlands vertaald. Zijn volgelingen noemen hem Thai, Vietnamees voor leraar.
In 1967 draagt Martin Luther King hem voor voor de Nobelprijs voor de Vrede die King zelf twee jaar eerder kreeg, maar het Nobelcomité reikt de prijs dat jaar niet uit. Thai reist de wereld rond als vredesactivist en heeft in eigen land duizenden jonge mensen begeleid bij de wederopbouw van door de oorlog verwoeste dorpen. Hij is lid van IFOR de International Fellowship of Reconciliation. Na 1966 is hij niet meer welkom in zijn eigen land en hij mocht ook na het einde van de oorlog niet terugkeren. Die ballingschap duurde tot 2005.
Liever een bewuste christen worden dan een halfslachtige boeddhist
Thai houdt ons voor dat we bewust moeten leven. Zijn boeken zijn niet zo dik, maar staan vol serieus huiswerk: oefeningen in aandachtig leven. Je kunt nooit zeggen: dat boek heb ik uit, want het zijn werkboeken en het huiswerk is nooit af.
Ik heb hem horen spreken in Den Haag rond het jaar 2000. Voordat Thai het podium betrad hadden we eerst drie kwartier in stilte gemediteerd – met 1200 man in de zaal. Op een klein clubje Vietnamezen na zagen de aanwezigen er allemaal uit alsof ze een Nederlandse en christelijke achtergrond hadden. Thai kwam het tweede uur en leidde ons in aandachtig ademhalen en mediteren. Dat deed hij goed.
Wat hij daarna zei kwam hier op neer: als je met aandacht leeft, ontvang je inzicht – dat heet bij jullie de Heilige Geest. Wanneer je lijden ziet beoefen dan mededogen – kijk het maar na in de Bergrede in het evangelie. Wanner je mededogen beoefent wordt het leven niet makkelijker, maar zul je meer lijden – kijk maar naar Jezus. Zo stuurde hij ons telkens terug naar onze eigen traditie en onze West-Europese religieuze wortels en spoorde hij ieder aan om een bewuste christen te worden, liever dan een halfslachtige boeddhist. Zijn boek Living Buddha, Living Christ heeft mij later geholpen om Boeddha te begrijpen, maar zeker ook om de betekenis van Christus beter te verstaan.
Thai is een indrukwekkend mens: hij heeft mij veel geleerd en ik ben daar dankbaar voor. Zijn volgelingen deden na zijn herseninfarct twee maanden geleden oproepen om als wereldwijde spirituele gemeenschap mentale energie naar Thai te sturen. Ik heb toen op katholieke wijze voor hem gebeden en geprobeerd dat met aandacht te doen. Dat leek me in mijn geval het meest gepast.