Wie was Charles Deckers, de witte pater die op 27 december 1994 in Algerije werd vermoord? Hij werd 8 december zalig verklaard, samen met achttien andere martelaars.
Charles Deckers is net zeventig geworden, de Belgische witte pater bezoekt zijn medebroeders in hun gemeenschap in Tizi-Ouzou, de hoofdstad van Kabylië. Een groot deel van zijn leven woont hij al in Algerije. Sinds 1987 is hij pastor van de basiliek Notre Dame d’Afrique in Algiers. Daar werkt hij, zoals eigenlijk zijn hele leven, aan de relaties tussen moslims en katholieken.
Voor de toekomst van Afrika zag hij een bepalende factor in de islam
Hij heeft zijn medebroeders nog maar net begroet of gewapende mannen overvallen het gemeenschapshuis. Het zijn terroristen van de GIA, de Gewapende Islamitische Groep. Charles Deckers worden neergeschoten en met hem de Franse overste van de gemeenschap, Jean Chevillard (69) en zijn twee medebroeders Christian Chessel (36) en Alain Dieulangard (75). Het is dezelfde GIA die twee jaar later de dood van de zeven monniken van Tibhirine bekend zal maken, de monniken die met Charles zalig worden verklaard.
De in 1924 geboren Antwerpenaar treedt na zijn middelbare school in bij de Sociëteit van Missionarissen van Afrika, beter bekend als de witte paters. Niet bij de jezuïeten, waar hij zijn middelbare school liep. Die organiseerden in de oorlogsperiode een sociale dienst, waar Charles leerde voor arme mensen te zorgen.
In zijn vormingsjaren gaf Charles blijk van een scherpe analytische geest en van een grote intellectuele nieuwsgierigheid. Voor de toekomst van Afrika zag hij een bepalende factor in de islam. Zijn hele leven is hij met deze godsdienst bezig geweest. Hij bestudeerde de islam in dienst van de dialoog tussen de drie godsdiensten van het Boek: jodendom, christendom en islam.
Hij weigerde het land te verlaten: “Hier is mijn roeping, hier blijf ik”
In 1950 vertrekt hij naar Algiers om tot 1977 in Algerije te verblijven. In die jaren zet hij zich in voor jongen en voor de rechten van meisjes en vrouwen. Hij begeleidt scouts, heeft de leiding over een opvangtehuis voor jongeren en richt een beroepsschool en een bibliotheek voor jongen op. Hij spreekt naast Arabisch ook Berbers. In 1972 neemt hij uit solidariteit met het Algerijnse volk de Algerijnse nationaliteit aan.
Charles is geliefd onder de inwoners van Kabylië, een regio in het noorden van Algerije. Hij spreekt hun taal zeer goed en hechtte groot belang aan de culturele identiteit van die regio. Uit eigen keuze was hij ‘Berber met de Berbers’ geworden. Zijn invloed op de jongeren stuit ook op verzet van de autoriteiten en in 1977 wordt hij verbannen en keert hij terug naar België.
Daar start hij in Brussel het centrum El Kalima, een documentatiecentrum voor de dialoog met de islam. Charles brengt zijn kennis van het Arabisch en zijn ondervinding van het Magrebijns milieu over.
Via een tussenstop in Jemen keert Charles in 1987 terug in Algiers. Als pastor van de basiliek Notre-Dame d’Afrique wordt hij snel een bekende in de stad. Hij deinst er niet voor terug met jongeren discussies aan te gaan. In de jaren tot zijn dood zet hij zich in voor een betere verstandhouding tussen moslims en christenen.
Op 27 december 1994 wordt Charles Deckers met drie medebroeders vermoord. Duizenden moslims wonen hun uitvaart bij. Tussen 1994 en 1996 worden in het totaal 19 religieuzen in Algerije om het leven gebracht.
Meer dan ooit denk ik dat daden meer waard zijn dan woorden
Twee weken voor zijn dood zei Charles Deckers tegen een Belgische bezoeker: “Ik weet dat mijn activiteiten levensgevaarlijk zijn”. Maar hij weigerde het land te verlaten: “Hier is mijn roeping, hier blijf ik”, zei hij.
Enkele maanden voor zijn dood had Charles nog gezegd: “Meer dan ooit denk ik dat daden meer waard zijn dan woorden, zelfs als die daden zich beperken tot een aanwezigheid, een ter plaatse blijven met de mensen. Ik leg mijn lot in de handen van de Heer.”
Met dank aan de witte paters.