Wat geloof je? Wat is jouw levensmotto? Dat vragen wij in de serie Het Credo. Dominee Jolien van Zelderen gelooft in een God ‘die vrije mensen wil’.
‘Ik geloof in God, maar dat is niet een man op een wolk. God is de schepper, een intelligent wezen, een geest. Hij heeft ons gemaakt en hij zit voor een deel in ons,’ woorden uit de geloofsbelijdenis van Jolien van Zelderen, dominee in de Protestantse Kerk in Nederland, in Broek op Langedijk. Jezus ziet ze als een soort meetlat voor alle mensen. ‘Om jezelf als het ware naast te plaatsen, zodat je samen met hem een weg kunt zoeken naar wie God is en naar wat je eigen bestemming in je leven is.’
Jezus houdt haar scherp. Er zijn in de wereld veel voorbeelden van onrecht, zegt ze. Mensen worden benadeeld, er is geen gelijkheid, geen vrijheid. ‘Terwijl dat waarden zijn waar Jezus voor stond. Hij leefde die na en dat geeft ons de moed om soms ook tegen de gevestigde orde in te gaan. Om te pleiten voor de mens zoals God die bedoeld heeft.’
Veel mensen hebben een burn-out of een depressie. Je ziet dan vaak dat mensen niet vrij zijn, dat ze zichzelf dingen opleggen.
Van Zelderen gelooft ‘in een vrije God die vrije mensen wil. Dat is het hoofddoel, maar kennelijk is dat moeilijk te bereiken. Er is nog werk aan de winkel. Kijk maar naar de wereld. Kijk ook naar jezelf.’ Die onvrijheid komt ze regelmatig tegen in haar werk, in het pastoraat. ‘Veel mensen hebben een burn-out of een depressie. Je ziet dan vaak dat mensen niet vrij zijn, dat ze zichzelf dingen opleggen. Ze zijn streng voor zichzelf. Dan is geloof denk ik belangrijk. Weten dat je geliefd bent, gewoon zoals jij bent.’
Wat niet helpt is zwaaien met bijbelteksten. ‘Zo van: lees dit maar eens, dan word je weer beter. Als ik iemand ontmoet die in moeilijkheden zit, ga ik met die persoon zoeken naar de mens die hij is of wil zijn. Dat ligt op het grensvlak met de psychologie. In dat opzicht zie ik mezelf ook wel als zielzorger. Omdat we zoeken naar: hoe kom ik bij mijzelf? Dat kan overigens beginnen met rouwen. Mensen moeten soms afscheid nemen van beelden over zichzelf, van wat ze voor zichzelf bedacht hadden.’