Verraad, spanning, geheimen: ‘Vatileaks’ bevat alle ingrediënten van een misdaadserie. Toch leert deze absurde affaire ons iets wezenlijks over de katholieke Kerk, stelt Andrew Hamilton SJ.
De zaak van ‘s pausen butler, die beschuldigd is van het lekken van pauselijke correspondentie, was een aantasting van de pauselijke privacy. Het zal ook voor de butler zelf een tragedie zijn geweest. Maar ik vond het heel vermakelijk en het bood ook nog eens een nieuw perspectief op meer beladen gesprekken over de katholieke Kerk.
Katholieken raken eraan gewend dat hen gevraagd wordt waarom ze katholiek zijn. Soms roept dat een levendig gesprek op, soms volgt er alleen onsamenhangende praat. Maar recentelijk hebben de vragen een hardere, bijna beschuldigende scherpte. Mensen vragen: “Waarom ben jij nou nog katholiek?”
Mensen vragen op beschuldigende toon: “Waarom ben jij nou nog katholiek?”
De toon van deze manier van spreken doet me denken aan de Britse televisieserie Silent Witness, met zo’n heel regiment van gedreven forensische wetenschappers en grimmige rechercheurs omgeven door lichaamsdelen, met volledige toewijding bezig de horror van het menselijk hart aan het licht te brengen, gerechtigheid te zoeken voor wie anders voorgoed vergeten zou zijn en de echte schuldigen aan te wijzen.
Ik stel mij voor dat ze mij vragen: “Bent u hier niet medeplichtig aan?”, terwijl ze wijzen naar de botten van een misbruikte jongen uit de bisschoppelijke doofpot. En dan zeggen ze: “Wordt het niet eens tijd dat u afstand neemt van dit soort verachting van vrouwen?”, mij het met een mes doorstoken habijt van een non onder de neus duwend. “Hoe kunt u zulk misbruik van gezag tolereren?”, roepen ze terwijl ze me bakken vol tongen van tot zwijgen gebrachte priesters tonen en luchtpijpen vol verstikkende nieuwe vertalingen.
Het gebeurt allemaal in de nacht. De sfeer is gespannen en claustrofoob. Ik ben gevangen zonder ergens heen te kunnen.
Maar dan wisselt de scène ineens en verschijnen er heel andere hoofdrolspelers. Ik sta in het gouden licht van het dodende Engelse platteland, en er komt een menigte tevoorschijn van rare tantes, sukkels in tweedjasjes, hopeloos verliefde tieners, poppenkastpastoors, heetgebakerde kolonels en weledele heerschappen, bij elkaar geveegde landlopers, opperhoofden van liefdadigheid en hier en daar een lijk verstopt in het kreupelhout, alles samen Midsomer Murders bevolkend, die elkaar weten te vinden in een enorm kasteel dat al bij de voorouders begon af te brokkelen.
We zijn net op tijd om de politie de moordenaar te zien ontmaskeren, die ook nog eens het familiezilver achterover gedrukt heeft en druk bezig is het om te smelten en er schoenlepels van te maken – wat een gedaanteverandering! En de dader is natuurlijk, in de traditie van het grote Engelse moordmysterie, de butler. De butler heeft me zowaar bevrijd uit de donkere wereld van het forensisch melodrama en me in een cabareteske wereld gezet.
Scène uit de detectiveserie ‘Midsomer Murders’.
Het verhaal van ‘s pausen butler biedt een ruimere blik op de katholieke Kerk. In werkelijkheid omvat het katholieke leven, zoals dat van andere kerken, ook het onvergeeflijke, het wrede, het schrikbarende en al het andere dat niet te verdedigen is. Maar ook wie niet goed snik is behoort ertoe, de doorsnee, wie bombastisch is, in de war of schaapachtig. En dan zijn er ook de idealisten, zij die het allemaal uithouden, de moedigen en de standvastigen.
Deze drie categorieën staan niet voor verschillende groepen mensen. Ze komen in elk mensenhart voor, of het nou dat van de paus is of van de eerste de beste boerenknecht. Met andere woorden: het onaangenaam gezelschap dat ons in elk soort Kerk omgeeft, moet de neus ook dichtknijpen als wij zelf in hun buurt komen.
Of het verantwoord is om in de Kerk te blijven wordt niet bepaald door de lijst van slechte of absurde dingen die katholieken, van hoog tot laag, uithalen, zelfs als ze gezag dragen. De vraag is of het verhaal, de hoop en het gedeelde leven dat ons tot nog toe in de Kerk heeft gehouden ook weet om te gaan met de ontdekkingen die wij doen over het twijfelachtige gezelschap dat wij er op na houden.
Of het verantwoord is om in de Kerk te blijven wordt niet bepaald door de lijst van slechte of absurde dingen die katholieken, van hoog tot laag, uithalen
Zoals ik het zie kan het verhaal dat aan de grondslag ligt van ons geloof ernstige vergrijpen en alle denkbare dommigheid verdragen. Tegelijk moedigt het ons aan te hopen op een betere Kerk en wereld. Het verhaal vertelt hoe de zoon van God ons menselijk leven deelde, een clubje incompetente mensen bij elkaar haalde om bij de harde kern te gaan horen, de donkerste kanten ervoer van het menselijk vergrijp inclusief verraad en verloochening door zijn vrienden en de meest vreselijke marteling en terechtstelling na een rechtszaak die niet meer was dan een scherts.
Toen stond hij op uit de dood om te laten zien dat leven sterker is dan alles wat tot de dood leidt en om ons uit te nodigen voor een riant leven.
Als wij ons leven baseren op dit verhaal moeten we er ook op voorbereid zijn in onze Kerk en wereld de indringende horror in Silent Witness en het oppervlakkige ambtenaarswereldje van Midsomer Murders aan te treffen.
Toch zal het ook nodig zijn dat ons geloof wordt gesteund door bewezen goedheid en de weigering om het streven naar gerechtigheid in Kerk en wereld maar te laten voor wat het is. Datzelfde geldt voor liefde, hoop, trouw, vergeving zelfs door mensen van wie je dat het laatste zou verwachten, of ze nou in de gevangenis zitten of in het koor van de kathedraal.
De mensen onder ons die hun kerken trouw blijven weten dat deze dingen dieper doorwerken dan alles wat je niet meer kunt verdedigen, waar geen woorden voor zijn of zelfs te gek is voor woorden.
Eerder verschenen op Eureka Street. Vertaling & bewerking: Ben Frie SJ.
Andrew Hamilton SJ is een Australische jezuïet. Hij doceert theologie en kerkgeschiedenis aan de United Faculty of Theology in Melbourne. Ook is hij redacteur van het tijdschrift Eureka Street.