Hoe anders was het vroeger. Ik herinner me nog levendig het eerste bal waar ik naartoe ging; Ik was toen ongeveer tien jaar oud. Nee, ik was er niet alleen, ik was er met mijn ouders en natuurlijk met mijn twintigjarige broer. Die had ons uitgenodigd, of althans toegelaten, op het studentenbal van zijn hogeschool.
Daar zat ik dan braaf en lichtjes verveeld te kijken naar de koppeltjes op de dansvloer. Het ging er heel bedaard aan toe. Ze dansten in hoofdzaak wat ze een “slow” noemden en de muziek was erop afgestemd om conversatie aan te moedigen. Wat mijn ouders toeliet om mijn broer zo nu en dan opmerkzaam te maken op een leuke juffrouw die hij ten dans zou kunnen vragen.
Enkele tientallen jaren later waren de bals van de studenten heel anders. De ouders (en zeker de kleine broers) werden niet meer uitgenodigd. Als zij het toch waagden in de buurt te komen werden zij verjaagd door oorverdovende, quasi muzikale geluiden. Hun goede raad werd niet gewenst en bovendien onmogelijk gemaakt. Sommigen betreurden deze kloof tussen de jonge en de oudere generatie. Daarom werd op zeker ogenblik aan onze universiteit een dappere poging gewaagd om die enigszins te overbruggen. De ouders zouden nog toegelaten worden, nee, niet op het eigenlijke studentenbal, maar wel op een voorafgaande receptie. Dat vonden de ouders een leuk idee en ze kwamen erop af in groten getale. Maar lang heeft dit succes niet geduurd. De kloof was te groot geworden.
In de loop van enkele jaren had zich een ware culturele revolutie voltrokken. De jongeren hadden een eigen sociaal midden gevormd, los van dat van hun ouders. Zij hadden eigen activiteiten opgezet waarbij ouderen niet of nauwelijks geduld werden. Zij hadden een eigen muzikale stijl ontwikkeld die ontoegankelijk was, en ook moest zijn, voor buitenstaanders. Er was een jeugdcultuur ontstaan die een behuizing vormde voor leeftijdsgenoten en die hen afschermde van de oudere generatie.
Onderzoekers hebben interessante beschouwingen gewijd aan het waarom en hoe van het ontstaan van verschillende generaties. Grote, schokkende gebeurtenissen maken een grote, blijvende indruk op jonge mensen die zich nog geen routines van denken en voelen gevormd hebben. Mensen die de oorlog hebben meegemaakt zijn door die ervaring “getekend”. Maar welk groot gebeuren heeft geleid tot de generatiekloof die tot stand kwam in de jaren zeventig en tachtig? Is het de toegenomen welvaart die de jongeren financieel onafhankelijk hebben gemaakt van hun ouders? Is het de massale boodschap van de massamedia die vooral impact heeft gehad op de jonge en daarom meest ontvankelijke consumenten? Is het de vrije tijd die aan vele jongeren gegund werd vooraleer die gedisciplineerd werden door de eisen van het beroeps- en gezinsleven?
Belangrijker is het de gevolgen van deze “emancipatie van de jeugd” onder ogen te zien. Vele jongeren worden thans meer dan vroeger gevormd door andere jongeren, meer dan door hun ouders. Voor vele adolescenten is het leven in hun “peer group” belangrijker geworden dan het leven in hun gezin, zo vertellen onderzoekers. Men zal tegenwerpen dat die jongeren via “influencers” gemanipuleerd worden door obscure machten uit de volwassen wereld. Maar die manipulatoren passen zich aan wat succes kan hebben bij “de jeugd” zodat ze de kloof tussen de generaties in stand houden.
Wordt deze culturele kloof dan nooit overbrugd? Soms wel. Er zijn oudere fans die, gedreven door nostalgie naar hun eigen jeugd, popfestivals voor jongeren bijwonen. Er zijn grote sportevenementen waarin jong en oud opgaan in hetzelfde collectieve ritueel. Er zijn betogingen waarin jong en oud samen opstappen voor dezelfde goede zaak. Er worden zelfs nogal wat jongeren opgemerkt in concertzalen waar Brahms op het programma staat. Gemeenschapsvorming over de generatiekloof heen blijft mogelijk, ondanks alles. Jammer dat het collectieve kerkelijke gebeuren tot die gemeenschapsvorming niet erg veel bijdraagt. Gregoriaanse muziek is de absolute tegenpool van wat te horen is op festivals zoals Tomorrowland.
Foto door Ardian Lumi via Unsplash